Samenvatting van 'Een beknopte geschiedenis van Nederland'
8 views 0 purchase
Course
Nederlandse Geschiedenis
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Een beknopte geschiedenis van Nederland
Een complete en overzichtelijke samenvatting van het boek 'Een beknopte geschiedenis van Nederland' van James Kennedy. Belangrijke begrippen en jaartallen zijn dikgedrukt.
Hoofdstuk 1: van moeras naar handelssteden. Nederlandse
geschiedenis tot 1384
Lage landen lagen lang in de periferie van de beschaving door o.a. klimatologische factoren.
De meeste ontwikkelingen komen er laat op gang.
Preromaanse tijd
De eerste bewoners
• Ongeschikt klimaat (veel sneeuw & ijs) → nauwelijks permanente bewoning; komt
pas op gang na ca. 10.000 v. Chr. (einde laatste ijstijd)
• Bewoners komen & gaan in kleine groepen; hoe ze precies leefden is onduidelijk
• Het waren vooral jagers, vissers & verzamelaars (bewijs: kano van Pesse) die in hutjes
wonen
Permanente bewoning
• Ca. 5500 v. Chr.: eerste tekenen van landbouwsamenlevingen in Zuid-Limburg
(had geschikt klimaat): bewoners bouwden boerderijen & kleine dorpjes
! vanwege nat klimaat zijn er nog altijd meer jagers & verzamelaars dan boeren
• Ca 2000 jaar later: jagers & verzamelaars vestigen zich permanent in delen van
noordoosten van Lage Landen (Trechterbekercultuur); ontstaan complexe
samenlevingen (hunebedden)
• Ca. 700 v. Chr.: aanbreken ijzertijd in zuidelijke deel Lage Landen; ijzer
waarschijnlijk geïntroduceerd door Kelten uit Centraal-Europa
• Ook Germanen vestigen zich er & worden steeds dominanter
• Geen centraal gezag → vechten, stelen, plunderen
De Romeinse Nederlanden
Rome komt aan de macht
• Julius Caesar (gouverneur Gallië) wil macht uitbreiden naar noorden → Gallische
oorlog; belangrijkste tegenstanders zijn Menapii & Eburonen, geven zich allebei op
gegeven moment over
• Interne conflicten in Rome → Romeinen verliezen grip op gebied
• Rijn als vrij stabiele noordgrens van Romeinse rijk, paar uitzonderingen:
o Generaal Nero Claudius Drusus Germanicus wil gebied weer onder controle
krijgen met steun van Bataven → lukt in 12 v. Chr., macht uitgebreid ten
noorden van Rijn; Romeinen verliezen gebied paar jaar later weer, trekken
zich terug tot achter de Rijn
o 69 n. Chr.: Bataafse legeraanvoerders en broers Julius & Paulus Civillis door
Nero beschuldigd van verraad → Paulus vermoord, Julius wil wraak; opstand
onder Bataven nadat één van opvolgers van Nero hen dwong om troepen te
leveren → Romeinen teruggedreven, maar duurde niet lang; vrede gesloten
onder nieuwe keizer Vespasianus
▪ Rond Bataafse opstand vond mythevorming plaats, werd gebruikt
om strijd voor politieke vrijheid te legitimeren
• Rome creëerde militaire steunpunten & steden aan hun grensgebied (bijv. het huidige
Nijmegen & Maastricht)
Het leven in het Romeinse rijk
• Gebied bleef dunbevolkt, wel vond romanisering plaats, vooral in het zuiden
o Vruchtbare grond → landgoederen & boerderijen
o Moderne Romeinse techniek & cultuur drong door
• Noorden: uitgebreid netwerk van rivieren → handel (o.a. met Brittannië)
, • Stabiliteit door Pax Romana → nieuwe culturele & religieuze uitingsvormen:
o Taal (Latijn)
o Romeinse wetten
o Godenaanbidding in Romeinse stijl
o Cultureel gemengde bevolking, verschillende etniciteiten
Romeinse neergang, migratie en ontvolking
• Invallen & migratie van ‘barbaren’ in het rijk → bewoners vluchten
• Klimaat kouder & natter → economische neergang + wegspoelen nederzettingen
• Interne politieke instabiliteit
➔ Ontvolking, verwildering natuur
• Ondanks pogingen tot herstel komt Romeins gezag in Lage Landen ten einde
De Merovingische en Karolingische perioden
De samenleving in de vroege Middeleeuwen
• Lage Landen bestonden uit kleine gemeenschappen onder Merovingische leiders
(legitimeerden positie door afstamming van beroemde koning Merovech te claimen)
• Gemeenschappen waren geen etnische of politieke eenheid
• Beperkte toestroom van migranten: Franken, Angelen, Saksen → interactie →
ontstaan van overeenkomsten in cultuur
• Vanaf ca. 700: warmer klimaat → toename van bevolking & nederzettingen + meer
handel met rest van Europa (vooral door Friezen)
• Dorestad als belangrijkste handelsknooppunt; had gunstige ligging
De opkomst van het Frankische christendom
• Groei van bevolking & handel → meer conflicten over politieke controle, economische
macht, religie
• Salische Franken (substam van de Franken, geleid door Merovingers) worden
christelijk & breidden macht uit: Utrecht veroverd in 630
• Vanaf midden 7e eeuw kerstening door Franken & Engelsen: richtten kerken &
bisdommen op in zuidelijke Nederlanden, maar er was wel verzet (vooral in het
noorden)
• 690: Friese koning Radboud verslagen door Pepijn van Herstal van de Merovingers;
verovert Dorestad & Utrecht; stad gebruikt door Engelsen (waaronder aartsbisschop
Willibrord) als springplank voor kerstening
• 714: dood Pepijn → chaos → Radboud verdrijft Willibrord tijdelijk
• 719: dood Radboud → Frankische hofmeier (hoofd van hofhouding van koning) Karel
Martel verovert heel Friesland
! zou nog wel lang duren voordat Friezen uiteindelijk christendom accepteren
Karolingische erfenis
• Merovingische koningen verliezen macht aan hofmeiers → stichting Karolingische
rijk (afstammelingen van Karel Martel)
• Karel de Grote breidt gebied uit (waaronder hele oostelijke deel van Nederland & in
785 ook de rest) & centraliseert macht; wordt in 800 gekroond tot keizer HRR
• Hij sticht netwerk van leengebieden & inspecteurs, bestuurd door adel; lokale
heersers hadden vrij veel autonomie → uiteenvallen rijk
! schenkt niet veel aandacht aan Lage Landen
! Karolingische renaissance (periode van vernieuwing van cultuur & wetenschap)
nauwelijks merkbaar in Lage Landen
, Uiteenvallen van het Frankische Rijk en de komst van Vikingen
• Veel conflicten & politieke fragmentarisering; Frankisch rijk uiteindelijk verdeeld
onder de 3 kleinzonen van Karel de Grote; Nederland onderdeel van Midden-
Frankisch rijk o.l.v. Lotharius
• Na dood Lotharius rijk opnieuw verdeeld → Lotharius II koning van grootste deel van
Lage Landen
• Probleem: constante invallen & plunderingen door Vikingen gedurende hele 9e eeuw
→ Frankische heersers willen inlijven als bondgenoot of ondergeschikte + oprichting
versterkte forten → Vikingen gaan weer weg (ook omdat Nederland te nat, arm &
dunbevolkt is
• 925: Hendrik de Vogelaar van Oost-Frankisch rijk annexeert Midden-Frankische rijk
(zonder Vlaanderen dus!), hertogen blijven wel aan als leenmannen
• Nederlandse gebieden blijven politieke & economische uithoek van rijk; Duitse
keizers bekommeren zich er niet zo om
Bisschoppen, steden en landuitbreiding
Opkomst van prinsbisdommen, Holland en Vlaanderen
• Afwezigheid effectief centraal gezag & instabiliteit → ontstaan lappendeken van
staatjes & hiërarchische samenlevingen op lokaal niveau
• Leenmannen beschouwden hun gebied als hun eigendom → keizers stellen zelf
bisschoppen aan als wereldlijke heersers voor meer controle → opkomst
prinsbisdommen Luik & Utrecht; breiden elk hun gebied flink uit & verwierven veel
macht
! hier was verzet tegen van lokale grootgrondbezitters (meestal hoge adel); zij willen zelf
ook gebied uitbreiden
o Bijv. vanuit West-Friesland; graven daar breiden gebied uit, dat rond 1100
aangeduid zou worden als Holland
• Vlaanderen was nog altijd veel rijker, machtiger en effectiever bestuurd; graaf daar
deed ook aan gebiedsuitbreiding, kon dankzij zwak Frans gezag
Handel en uitbreiding van de landbouw
• Drieslagstelsel + landbouwinnovaties + warmer klimaat → voedseloverschotten →
herleving handel rond 10e eeuw
• Rond eind 10e eeuw: initiatieven tot droogleggen & ontginnen van vruchtbare grond
in Holland, Zeeland, Vlaanderen & Friesland; werd pas echt grootschalig in 11e eeuw
• Gebeurde op verschillende manieren:
o Top-down: initiatief van lokale heersers die samenwerkten met landeigenaren;
boeren die zich vestigen op pas ontgonnen grond kregen gunstige contracten
o Bottom-up: landeigenaren nemen zelf initiatief, werden wel financieel
gesteund door graven → ontstaan vrije boerenklasse
! wel veel tegenslagen in proces; moeilijk om gebieden droog te houden; ook inklinking en
bodemdaling waren problemen; daarnaast waren dijken soms niet sterk genoeg; toch blijven
lokale inwoners volhouden
De opkomst van de steden
• Steden waren nog niet groot, maar hun economische betekenis nam toe; steeds meer
kerken & gebouwen werden in steen gebouwd
• Nog altijd waren steden in Vlaanderen groter, rijker & machtiger dankzij lucratieve
lakenhandel & banden met Italië
• Adel verleende steeds vaker stadsrechten → toenemende welvaart → meer
belastinginkomsten; rijke kooplieden worden assertief & stijgen op sociale ladder,
krijgen meestal stadsbestuur in handen → toenemende politieke & sociale spanningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialhermitcrab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.