Paragraaf 1: Metaalbindingen------------------------------------------------
Microniveau: structuur van metaal
Metaalbinding → de aantrekkingskracht tussen de positieve atoomresten en vrij bewegende,
negatief geladen elektronen
● Metaalrooster → manier waarop de atoomresten zijn gerangschikt; in de vaste fase
● Sterke binding → eigenschappen van metaal (hoge smeltpunten, moeilijk op te
lossen in een andere stof)
Macroniveau: eigenschappen van metaal
● Elektrische geleidbaarheid → door de vrij bewegende elektronen in een
metaalbinding kan elektriciteit makkelijk van de min- naar plus-pol worden gebracht
● Buigzaam-/vervormbaarheid → je kunt metaal makkelijk buigen, zonder gevolg door
de metaalbinding; als je een metaalatoom verplaatst, dan verplaatsen de
metaalatomen wel, maar de binding blijft even sterk.
Legering/alliage
Legering/alliage → (meestal) een mengsel van één of meerdere samengesmolten metalen
● Metaal wordt hierdoor sterker
○ Er worden grotere of kleiner moleculen toegevoegd aan het metaalrooster,
waardoor de atomen niet makkelijk meer langs elkaar kunnen schuiven
● Soldeer (tin en lood) en witgoud (goud en palladium)
○ Soms ook geen metaal: koolstof → harder en minder vervormbaar
Edelheid en ertsen
Onedele metalen → metalen waarbij corrosie op kan spelen
● Corrosie → aantasting aan metaal door stoffen uit de lucht (bijvoorbeeld O2)
○ Roest → bekende vorm van corrosie bij ijzer
● Zeer onedele metalen → metalen die door corrosie vuurverschijnselen kunnen
afgeven: natrium en kalium
○ Metaaloxide → een laagje dat zeer onedele metalen aanmaken om niet
verder aangetast te worden
● Edelmetalen → metalen die geen corrosie ervaren: platina en goud (en zilver)
Paragraaf 2: Molecuul- en atoombinding---------------------------------
Naamgeving
Systematische namen → naam vanuit de aanwezige atoomsoorten
● P2O5 = difosforpentaoxide
○ Eerste atoomsoort krijgt de naam van het element; de laatste is een
uitzondering, mits die in het volgende rijtje staat, is dit niet zo, dan gewoon de
naam van het element
○ Een numeriek voorvoegsel geeft aan hoe vaak het element voorkomt; dit is
gebaseerd op griekse telwoorden (binas tabel 66C)
Triviale naam → namen voor veelgebruikte stoffen; in plaats van de systematische namen
● Binas tabel 66A
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esragul-bolat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.