Preventie & pedagogiek in het onderwijs
College 1-3 = preventie
College 4-6 = pedagogiek in het onderwijs
Van het boek: preventie in de hulp en dienstverlening: hoofdstuk 1 t/m 3 en
hoofdstuk 5 (met uitzondering van paragraaf 2.6). Dit is leerstof eerste drie
colleges.
College 1:
Preventie beïnvloed normen en waarden. Het beïnvloed mensen en het
moraalriddertje op je schouder. Preventie heeft een goed doel voor ogen:
bewustwording van de gevolgen van ongezond gedrag. Het heeft ook risico’s: het
gevoel dat je niet aan de normen kan voldoen, dat je het niet goed doet.
Het beleid is gericht op: bevorderen van preventie.
Bij preventie zijn ook financiële belangen in het spel, maar ook zorg voor het
kind. Obesitas bij een jong kind wordt bijvoorbeeld al kindermishandeling
genoemd.
Grote campagnes nemen af. Gerichte campagnes nemen toe. Je mag zelf kiezen
hoe je je leven inricht. De overheid probeert een omgeving te creëren waarin
welzijn en gedrag een optie wordt. Bijvoorbeeld weinig ongezond voedsel
betaalbaar maken. Je bevordert zo zonder dat je normen uitzendt de neiging om
het gezond te doen.
Preventie: door middel van doelgerichte, georganiseerde activiteiten voorkomen
van ernstige problemen bij mensen of voorkomen van een verergering van die
problemen.
Gezondheidsbevorderende activiteiten: aantrekkelijk maken een bepaalde
levensstijl te hanteren.
Preventie heeft pas zin als je basisopvoeding goed is. De opvoeding die wordt
bijgebracht door bijvoorbeeld leraren. Dus rots en water heeft bijvoorbeeld geen
zin als er in de klas niet goed mee om wordt gegaan. De basis moet goed zijn.
, Korte geschiedenis van preventie
19e eeuw: maatschappij van het nut van het algemeen. Proberen kinderen uit
fabrieken te krijgen. Hygiëne. Medisch niveau.
Loop 20e eeuw: meer preventieactiviteiten worden ontplooit. Meer voorkomen
van depressie, hoe signaleer je bepaalde dingen etc. En nu maken we dus ook de
stap naar de basis. De basis hebben we verloederd. We zitten teveel in het
specialisme.
We moeten ons focussen op zo vroeg mogelijk ‘beter’ gedragen. Iedereen moet
een beschaafde burger worden die iets bijdraagt aan de samenleving.
Het medische preventiemodel (somatische preventie) is simpel uit te leggen.
Gaat over: je bent niet hygiënisch, leidt tot ziektekiemen, weerstand omlaag, dan
ziekte. In geestelijke gezondheidszorg ligt dat veel complexer. Wat jij gezond
noemt, vind een ander weer niet zo. Veel meer factoren die van invloed zijn op
welzijn. Deze is dus ook minder makkelijk te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: kinderen
volgen weerbaarheidstraining en thuis wordt er gezegd: sla er maar op los. Dat
heeft dus geen zin.
Preventie: voorkomen, verhoeden
Interventie: tussenkomst, ingrijpen
Curatief: genezen oplossen (veel gebruikt in de medische wereld.)
Verschil tussen preventief en curatief.
Bij preventie ligt het accent op het feit dat een cliënt of de doelgroep niet zelf om
de hulp vraagt. Er zitten grensgebieden waarbij je twijfelt of het hulpverlening,
preventie of curatief is. Theorie geeft een kader, maar onderscheidt niet altijd in
de werkelijkheid.
Over het algemeen heeft de cliënt bij preventie geen hulpvraag. Het gaat om
ethisch gebied. Is het ethisch verantwoord wat je doet? Vaak vragen kinderen
niet om preventie. Je kunt ze daardoor ook teveel onzeker maken, doordat ze elke
maand bijvoorbeeld een andere hulpvraag moeten formuleren. Ze voelen zich
dan niet goed genoeg en bereik je niet wat je wilde bereiken. Een realistisch
zelfbeeld waarbij je weet wat je wel en niet kan. Want dat is vaak het doel.
Welke doelgroep selecteer je? Er wordt vaak geselecteerd op risicofactoren. Voor
een groot deel is het effectief, maar hoe nodig je die mensen uit? Ben je
transparant over je doeleinden? Stel een meisje van VMBO krijgt een kind en
hierdoor heeft ze meer risicofactoren voor kindermishandeling dan iemand van
HAVO. Hierdoor wordt ze naar voren geroepen voor een preventieprogramma. Dit
is soort discriminatie. Hierdoor komt er verzet. Hoe communiceer je ? Hoe nodig
je mensen uit? Let hier goed op!
Wat is normaal en abnormaal? Of ben je aangepast? We weten dat bepaald
gedrag onaangepast is. Als je een hand geeft en de ander weigert, dan is dat
onaangepast. We vinden het gepast dat als je elkaar ontmoet, je elkaar een hand
geeft. Heb kennis van wat onaangepast, normaal en abnormaal enzovoort is.
Vooral kinderen hebben hier vaak mee te maken. Bijvoorbeeld dat als iemand
heel druk is van 3,5 jaar dat daar gelijk wordt gezegd dat die niet normaal zijn. Bij
kinderen wordt er veel gelet op ze normaal of abnormaal gedrag vertonen. Maar
per persoon verschilt deze visie. Dat heeft te maken met ervaring en kennis.
Daarom moeten wij een visie vormen. Waar sta je ? Wat vind je? Waarom vind je
dat ? Waar baseer je het op?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller er917. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.