100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Milieubeleid (2106MDOMBL) $10.12   Add to cart

Summary

Samenvatting Milieubeleid (2106MDOMBL)

  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van het vak milieubeleid met alle notities uit de les

Preview 4 out of 120  pages

  • December 26, 2022
  • 120
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
BELEIDSWETENSCHAPPELIJK PERSPECTIEF
Een inleiding in de theorie + practice(s) van milieubeleid met een beleidswetenschappelijke bril!
● Beleidswetenschappen = wetenschappen die kennis ontwikkelen over de inhoud (discours), de
organisatie en processen van beleid, zowel vanuit een politiek/bestuurlijk als maatschappelijk
perspectief, mh doel om die kennis te laten doorwerken in de beleidsvoering
Kennis OVER beleid als kennis VOOR beleid
● Kenmerken:
o Contextuele kennis (in maatschappelijke en politieke processen)
o Probleemgericht (oplossingen bewerken voor problemen op de beleidsagenda)
o Multidisciplinair gevoed (sociologie, politicologie, sociaaleconomische-, bestuurs-,
pedagogische-, communicatiewetenschappen, recht, economie, sociale geografie…)


MILIEUPROBLEMEN ALS MAATSCHAPPELIJKE
VRAAGSTUKKEN
Start: 50 j → evolutie in de verwoording van ‘milieuproblemen’
1. COMPARTIMENTEEL BEGRIPPENKADER (JAREN ’70)
● Milieuproblemen benoemd naar het milieu-compartiment waarin verstoring optreedt:
o Luchtvervuiling (miv. ozonlaag = de atmosfeer)
(nu al meer naar aandacht naar kwaliteit van binnenlucht)
o (Waterbezoedeling (oppervlaktewater + waterbodems)
o Bodemverontreiniging (miv. Grondwaterbederf, bodemsanering, grondwater)
o Verstoring van fauna en flora (wild levende -> varkens in stal is economische schade en geen
milieuprobleem)
o Verstoring vh landschap (en van ecosystemen)
● Alsof aparte milieuproblemen, cfr. milieurecht en bestuurlijke organisatie

Voor- en nadelen compartimenteel kader
+ Naast emissieregels ook immissie- en kwaliteitsdoelstellingen voor het compartiment
o Vb er mag niet zoveel water geloosd worden
o Immissie = blootstelling = manier waarop geheel verwerkt moet worden = opname
+ Specialisatie van experten en overheden
− Versnippering beveogdheden en beleid
o Nadelen door apart te specialiseren: er ontstaan muurtjes tussen verschillende groepen =
versnippering
− Risico op afwenteling milieuproblemen
vb. waterzuivering → vervuild slib → bodemvervuiling; of roetfilters → afvalprobleem
vb. bomenkap uitheemse bomen voor natuurherstel niet coherent met klimaatmitigatie (= voorkomen van
nog meer klimaatverandering).
− Problemen moeilijk aan te pakken bij de bron omdat je weinig zegt binnen compartiment over de
oorzaken, bv. in een regio, of in een hele keten van processen (vb. klimaat)




1

,2. HOOFDTYPES INGREPEN/EFFECTEN ALS BEGRIPPENKADER (BEGIN
JAREN ’80)
Door die nadelen is men gaan nadenken over een andere aanpak. Er is een driedeling voor milieuvraagstukken
ontstaan.
● Verontreiniging door toevoeging van iets of emissie (verontreinigingsfactoren of polluenten), zodanig dat
schade wordt aangebracht → milieuhygiënische problemen en normen (additions)
● Uitputting door verwijdering van iets (onttrekking) met een zodanige snelheid of omvang, dat deze vorm
van exploitatie zichzelf in gevaar brengt (withdrawals)
● Aantasting, zowel omkeerbare als de niet-omkeerbare, een kwaliteitsvermindering, anders dan door
verontreiniging of aantasting, door verandering van iets, dat structuur verandert en er van alles misgaat
(modification)

Aanvullend bij de 3 hoofdtypes
+ Milieurisico’s: met kleine kans optredend, maar grote gevolgen; in DABM 1995 als potentiële schade zodat
preventief kan worden opgetreden
+ Overschrijding grenzen: men mag niet buiten een
zekere gebruiksruimte gaan, omdat we anders de
noden/behoeften voor de natuur, mens en
samenleving in het gedrang brengen. De huidige
situatie zit daar over.

Hoofdtypes ook inspirerend voor…
▪ Ecologische pijler ‘Duurzame Ontwikkeling’
o Natuurlijk draagvlak/carrying capacity, waste repository, living space en supply depot
o Milieugebruiksruimte (environmental utilisation space)
o Ecologische voetafdruk (ecological footprint)
→ maakt referentie naar: Hoe verhoudt ons ingrijpen zich tot die omgeving?
▪ Impact van globalisering => ‘Environmental flows’
o Global governance vult ‘additions’ & ‘withdrawals’ aan, ruimer dan concept materiaalstromen
want problematiseert de territoriale dimensie van milieubegrippen
o Flows verwijst hoe bepaalde goederen stroom milieuvraagstukken creeëren op te sluiten zijn in
één bepaalde geografische éénheid. We hebben dus global governance nodig!
▪ Voorbeeld: teelt op landbouw wijzigen -> indirect ruimtebeslag creeëren omdat je dan
bijvoorbeeld op andere plaats minder of meer plaats hebt. Dus flows tussen gebieden
▪ Voorbeeld: gewijzigde teeltkeuze monitoren (indirect land use change) voor
biobrandstoffen i.p.v. enkel het bio-aandeel te waarderen (slaat nt op vervangen vd ene
door de andere landbouwteelt (direct land use change), maar op ontnemen van bosgebied om
verdreven teelt terug plaats te geven, wat de CO2-opname capaciteit verkleint)

3. PROCESMATIG BEGRIPPENKADER (HALF JAREN ’80)
Door de tekorten te zien vd voorgaande indelingen ontwikkelt er zich een nieuw jargon: ‘Centrale thema’s’
● Benoemd als Centrale thema’s in milieubeleid
Procesmatig begrippenkader:
‘VER-‘ = problematisch effectproces of samenhangend geheel van effectprocessen in milieu
o Effectprocessen spelen zich af in het milieu en zijn een heel systeemdenken
o Nederland: reeds in Nationaal MilieuBeleidsPlan 1989; en in RIVM-Nationale en in 1e
Milieuverkenning ‘Zorgen voor morgen’ (1988)
o Vlaanderen: in MINA-Plan 1990; en latere integrale Milieu- en Natuurbeleidsplannen; MIRA’s
sedert 1996 (1994)
o Cfr. het kringloop-, ecosysteemdenken

2

,Vbn centrale thema’s
● Verandering van klimaten: afbraak vd ozonlaag en problematiek broeikaseffect
● Verspilling van eindige grondstoffen: van fossiele grondstoffen, van ertsen maar ook van vruchtbare grond
en genetisch materiaal, niet op zich in Mira maar wel deels onder bodemaantasting
● Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen: in bodem, water en lucht in concentraties die negatief
inwerken op plant, dier of mens
● Verzuring van industriële regio’s of continenten: zwavel- en stikstofoxides (fossiele brandstoffen) en
ammoniak (uit landbouw) verzuren lucht en bodem
● Vermesting van stroombekkens, grondwater en natuurgebieden: overmatige verrijking van ecosystemen
met voedingsstoffen, vooral stikstof- en fosforverbindingen
● Verwijdering van afval: hoofdzakelijk via storten en verbranding
● Verdroging: door de ontginning vh grondwater voor allerlei doeleinden, door de verharding vh oppervlak
en de versnelde afvoer daalt grondwatertafel. Ook rooien en ontginning.
● Versnippering van natuurgebieden: isolement en niet alleen de inkrimping
● Verstoring op lokaal niveau: hinderlijke effecten, welzijnsverlagende verschijnselen als geluidshinder,
geurhinder, visuele verstoring

Definitie MIRA van Centrale Thema’s
“Verzameling van processen die in het natuurlijk milieu vergelijkbare effecten sorteren, ongeacht hun precieze
oorzaak of het compartiment waarop zij die effecten veroorzaken”

Vb. Zo wordt verzuring veroorzaakt door zeer uiteenlopende maatschappelijke activiteiten en bronnen
(industrie, landbouw, verkeer, huishoudens, enz.) en sorteren die processen effecten op de bodem, de lucht,
het water, de natuur en de bebouwde omgeving. → vooral ketens die samenhangen




1985: ‘red het bos’: postzegels in Duitsland 1990: gebruik van kalksteen in historische gebouwen

Voor- en nadelen procesmatig begrippenkader
+ Overstijgen klassieke bronnenindeling en compartimentering
+ Integrale benadering en integrale aanpak -> meer globaal en integraal opgelost krijgen
+ Kernachtige, scherpe diagnose en monitoring (indicatoren, zoals in de MIRA- en EEA-rapporten): voor
verzuring, vermesting indicatoren ontwikkelen om na te gaan/te monitoren hoe het er in Vlaanderen voor
staat
Over onze indicatoren: MIRA beschikt over meer dan 200 indicatoren die het milieu in Vlaanderen in feiten en cijfers
weergeven. Ze worden opgedeeld naar sectoren, milieuthema’s en systemen.
− Redelijk moeilijk en abstract (vooral taal van technici en experten) -> technische voorkennis nodig
− Niet consistent: naast effect-processen (vb. verandering, verdroging, vermesting) ook ingreep-processen
(vb. verspilling, verwijdering, verstoring)?
=> varianten lijst: thema’s geschrapt/toegevoegd
− Bestuurlijke organisatie?
Prof H. Bocken: “belangrijk, maar veronderstelt geenszins dat voor elk van deze thema’s specifieke
juridische instrumenten moeten bestaan.”
We hanteren verschillende begrippenkaders naast en door elkaar… Er zijn sporen van vernieuwing -> vb


3

, job delbeke en bokke van Ugent → heeft ons milieubeleid herschreven. Het is niet omdat er nieuwe
concepten ontstaan dat we onze bestuurlijke organisatie moeten aanpassen…
Toch oude en recente vbn:
o NL: thema-coördinatoren in administraties + enkele VER’s als afdelingen
o Vlaamse MiNa-plan 2; verantwoordelijken
o Coördinatiewerkgroep Broeikaseffect (Stuurgroep van CCIM en Focal Point Klimaatverdrag)
o EU 2010: nieuwe DG CLIMA naast DG ENVI
o VL 2020: nieuw Energie- en Klimaatagentschap


4. VAN MILIEU- NAAR OMGEVINGSKWALITEIT? (21 STE E)
→ besef dat we met alle subthema’s nog niet ver genoeg kunnen gaan, waardoor we grijpen naar holistische
begrippen (=allesomvattende begrippen)
in Eng dekt soms éénzelfde term: “environmental issues” zowel vraagstukken van milieu- als ruimtelijke aard
● Besef dat alles met alles samenhangt
Zie discours DO: goede milieukwaliteit hangt samen met een goede ruimtelijke ordening, een integraal
waterbeleid, een verstandig georganiseerde mobiliteit, met een duurzame land- en tuinbouw … Diensten
die samenhangen in milieu dichter bij elkaar brengen -> lukt niet altijd in de praktijk.
Zie ook concept Exposoom, omgevingsblootstelling in tijd & ruimte => in de mens ipv in een ruimtelijke
eenheid → Effecten op menselijk lichaam, op een dag worden wij overal blootgesteld aan luchtkwaliteit,
chemische stoffen,… en komt allemaal bijéén in ons lichaam = HET EXPOSOOM → afdruk in de mens

● Gevolg: milieudoelstellingen worden holistischer
o Ambitieuzer
o Maar tegelijk niet altijd werkbare doelstellingen, want de operationalisering ervan is lastig
▪ Nadelen: moeilijk te meten (wat is een goede luchtkwaliteit?)
● Bestuurlijke hervorming voor ‘omgeving in NL, VL (2015-2018)

BESLUIT
● Benoemen van milieuvraagstukken in technisch opzicht verschoven ↔ definitief denkbaar
o Armoede definiëren wij nu ook anders dan 19e eeuw.
● Definities niet vrijblijvend, maar bepalend voor probleemoplossend vermogen van beleid
⇒ nadenken over meest adequate denkkader want probleemdefinitie structureert de oplossing(en) voor
● Beleid: Hoe dat probleemoplossend vermogen vergroten? → Antw.: goede startdefinitie van
milieuvraagstukken opbouwen = DPSI-R
● Milieuprobleem-keten (DPSI-R) vertrekt daarom zeer algemeen van definitie ‘mens-milieu’ problemen
→ = als crisissen in mens-milieu relatie => dus niet verengd tot technologische problemen
Het zijn mens of maatschappij problemen en zo moeten we ze ook oplossen

MILIEUPROBLEMEN ALS ‘MENS-MILIEU’ PROBLEMEN
Antropogeen = door menselijke ingrepen (ook door instrumentele visie op natuur in wetenschappen)
● Géén natuurrampen (doch stijging zeespiegel, orkanen, overstromingen, verwoestijning ook antropogeen)
● DABM ’95: mens en milieu uit elkaar om ‘juridisch-technische’ redenen
i.t.t. ecologie, sociale wetenschappen, die er epistemologische kern in zien van milieuproblemen
o Mens en milieu gescheiden houden want er moet iemand aansprakelijk gesteld worden en
verantwoordelijk gesteld worden.
o Juristen: gevolgen die het milieu kan hebben voor de mens of het economisch systeem -> anders
dan fauna en flora!
Daarom “gevolgen voor het milieu en de mens” en “fauna en overige organismen, andere dan de mens”.

→ Milieu problemen als ‘mens-milieu’ problemen


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentUA123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

41561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.12  8x  sold
  • (0)
  Add to cart