Interne Aandoeningen en CNA, Psychologie (DT.45227)
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
In dit document staan alle leerdoelen voor de kennistoets: 'Interne aandoeningen & CNA - psychologie' uitgewerkt. Hierbij is gebruik gemaakt van de behandelde colleges en PowerPoints. Daarnaast is er bij één leerdoel gebruik gemaakt van de literatuur uit het boek 'Health psychology: biopsychosoci...
Interne Aandoeningen en CNA, Psychologie (DT.45227)
All documents for this subject (6)
1
review
By: annestraatman • 7 months ago
Seller
Follow
aylawillems
Reviews received
Content preview
Inhoudsopgave
Psychosociale gevolgen van chronische aandoeningen..................................................3
De student kan beschrijven wat een chronische aandoening is (definitie)......................................3
De student kan beschrijven welke reacties allereerst kunnen optreden na het horen van de
diagnose (fasen van verwerking: ontkenning / shock, boosheid, onderhandelen, depressie,
acceptatie)..................................................................................................................................... 4
, De student kan beschrijven welke factoren van invloed zijn op het omgaan met (coping) een crisis
in iemands gezondheid (crisistheorie van Moos)............................................................................. 4
De student kan beschrijven welke psychosociale interventies er zijn voor mensen met chronische
aandoeningen, welk doel ze hebben en wat ze inhouden (niet in college, wel in literatuur)...........5
Emotionele problemen bij CNA......................................................................................6
Wat is depressie? Welke symptomen horen bij depressie en welke behandelingen zijn er?............6
Wat is de prevalentie van depressie in het algemeen en bij patiënten met een neurologische
aandoening?................................................................................................................................... 8
Welke vragenlijsten kunnen er gebruikt worden bij het vermoeden van psychosociale
problematiek? En hoe ga je die afnemen?...................................................................................... 8
Cognitieve problemen, geheugen- en concentratiestoornissen.......................................9
Je kunt beschrijven welke neuropsychologische/cognitieve stoornissen er naast algemene
problemen bij CNA zijn................................................................................................................... 9
Je kunt beschrijven wat geheugen is............................................................................................. 10
Je kunt beschrijven hoe het geheugen werkt (verschillende functies; waar en wanneer informatie
wordt opgeslagen)........................................................................................................................ 10
Je kunt beschrijven wat de oorzaken en gevolgen zijn van geheugenverlies (amnesie) en hoe je
ermee omgaat als hulpverlener (praktische tips).......................................................................... 12
Motiverende gespreksvoering.....................................................................................14
De student kan uitleggen wat de definitie van motiverende gespreksvoering is...........................14
De student weet welke fases er zijn binnen motiverende gespreksvoering en welke technieken
daarin gebruikt worden................................................................................................................ 14
De student kan uitleggen welke basisprincipes bij motiverende gespreksvoering worden
gehanteerd en wat ze inhouden................................................................................................... 15
Zelfmanagement........................................................................................................17
De student is in staat te beschrijven/benoemen wat therapietrouw is, wat de oorzaken en
gevolgen van therapieontrouw zijn en hoe therapieontrouw te verbeteren is...............................17
De student is in staat te beschrijven/benoemen wat zelfmanagement is en hoe je dit kunt
vergroten bij de patiënt................................................................................................................ 18
, Psychosociale gevolgen van chronische
aandoeningen
De student kan beschrijven wat een chronische aandoening is (definitie)
Wat is een chronische aandoening?
Een chronische aandoening is een aandoening die nooit meer helemaal overgaat
- Onomkeerbaar
- Instabiel
- Langdurig (zelden doodsoorzaak)
Prevalentie
In 2012 had 26% van de Westerse bevolking een chronische aandoening en in 2016 58%. Dit komt
vooral door de nieuwe manier van tellen; ook bijvoorbeeld slechtziende en slechthorende mensen
horen nu bij deze categorie.
33% van de bevolking ondervindt serieuze gevolgen door de chronische aandoening en hebben
professionele hulp nodig.
Meest voorkomende chronische aandoeningen
o Reumatische ziekten (artrose, artritis etc.)
o COPD, astma
o Diabetes
o Centrale neurologische ziekten (MS, Parkinson, beroerte/CVA)
o Hart- en vaatziekten
o Depressie
o Dementie
Disease en illness
'Disease (aandoening)' komt overeen met ziekte zoals die volgens het medisch model wordt
omschreven, met een etiologisch substraat, kenmerkende symptomen, een bekend natuurlijk
beloop en aanknopingspunten voor behandeling (objectief). 'Illness (ervaren klachten)' is hoe de
patiënt zijn ziek-zijn ervaart en waardoor hij of zij om behandeling zal vragen (subjectief).
Gevolgen van een chronische aandoening
- Somatisch
Psychologisch
- Cognitie
- Emoties
- Gedrag
- Sociaal
(SCEGS-model)
Bij centraal neurologische aandoening kunnen er naast deze 3 gevolgen ook psycho-
neurologische problemen ontstaan, bijvoorbeeld:
- Afasie (spraakstoornis)
- Apraxie (handelingsstoornis)
Niet of moeilijk uit jezelf met een handeling of activiteit kunnen beginnen
Dingen in een verkeerde volgorde doen, zoals sokken over schoenen aantrekken
Voorwerpen op een verkeerde of niet handige manier gebruiken, zoals boterham
smeren met een lepel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aylawillems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.