100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting sociaal recht $6.69   Add to cart

Summary

samenvatting sociaal recht

 42 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

volledige samenvatting van de lessen en notities van het academiejaar

Preview 4 out of 39  pages

  • December 26, 2022
  • 39
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting sociaal recht
Begrip en indeling sociaal recht
 Sociaal recht
o = het geheel van rechtsregels die enerzijds de verhouding regelen tussen de werkgevers en de
werknemers, zowel collectief als individueel, en anderzijds ertoe strekken hulp te verlenen aan
diegenen die niet in de mogelijkheid zijn om op eigen krachten, in het bijzonder door arbeid, in het
levensonderhoud te voorzien
 3 delen
o Arbeidsrecht
 = verhouding tussen werkgevers en werknemers
 Individueel: relatie tussen de werkgever en de werknemer
o De arbeidsovereenkomst, loon, vakantie, …
o Bescherming van de werknemer tijdens het werk
 Collectief
o CAO
o NAR
o Vakbond
o PC
 Geheel van rechtsregels betreffende personen die arbeid verrichten in ondergeschikt
verband krachtens een overeenkomst
o Sociale zekerheid
 = hulp voor levensonderhoud
 Klassieke sociale zekerheid
 Bijstand
 Vb: leefloon
 Geheel van rechtsregels dat een zekere graad van financiële zekerheid organiseert via een
bescherming tegen algemene en specifieke sociale risico’s, 2 delen: de klassieke sociale
zekerheid en de bijstand
 Enge zin
o Omvat maatregelen die aan de burgers – welke hun inkomsten putten uit
arbeid -, een aanspraak verschaffen op uitkering ingeval hen een sociaal
risico overkomt waardoor het beroepsinkomen vermindert of wegvalt of
wanneer een grote last drukt op het beroepsinkomen
 Brede zin (bijstand)
o Burgers die niet in staat zijn een inkomen te verwerven door arbeid, omwille
van lichamelijke omstandigheden of omwille van sociale omstandigheden





 SZ:
o Met SB bouw je geen rechten op (discussie in parlement)

, o Inkomensvervangende: inkomen valt weg en we gaan inkomen vervangen à
werkloosheidsuitkering, pensioen, arbeidsongevallen uitkering
o Kostencomp: een bepaalde kost oploopt en ten gevolge van die kost krijg je
vervanging of bv kinderbijslag (kind kost geld)
o Grootste financieel risico da je kan lopen als individu: kinderbijslag
 Bijstand:
o Bestaansmiddelen onderzoek: onderzoek naar uw bestaansmiddelen à bv
OCMW die nagaat of je echt arm bent, inkomsten, aantal kinderen,
eigendommen, wel of niet huren. Enkel wanneer je onder bepaalde grenzen
zit kan je bijstand krijgen
 Ze gaan leefloon geven maar je moet contract van maatschappelijk integratie
tekenen (bv actief zoeken naar een job, opleiding volgen, taal leren en je mag maar
1 keer ongewettigd afwezig zijn indien meer vervalt je leefloon)
o Welzijnsrecht
 = dienstverlening aan hulpbehoevenden (= personen die getroffen zijn door een probleem
dat hen ervan weerhoudt om te participeren aan maatschappelijke structuren)
 Vb: woonzorgcentrum
 Geheel van rechtsregels betreffende werking welzijnsvoorzieningen, overheidsbeleid en
rechtsverhouding welzijnsvoorziening en gebruiker dienstverlening
 Verschillende vormen
 Elke vorm bestaat dienstverlening aan de hulpbehoevenden
o = het stellen van één of meer materiële handelingen (kan dus ook geen
geldelijke of zakelijke transactie zijn) die gericht zijn op het bevorderen van
het individueel welzijn van een natuurlijk persoon of groep, die niet louter te
herleiden zijn tot de transactie van een geldsom of van een zaak
 Omvat dus praktische en materiële hulp, adviesverlening,
bemiddeling, begeleiding , vorming, vaardigheidstraining en meer

Historisch overzicht
 Sociaal recht
o Een jonge rechtstak ontstaan door verstedelijkte industrialisatie (tweede helft 19 e eeuw)
 Reactie op de toenmalige wantoestanden van de eerste verstedelijkte industrialisatie
 Kiem: de franse revolutie 1789 à een opstand tegen de bourgeoise : iedereen moet gelijk zijn
o Afschaffing van de privileges
o Gelijkheid en vrijheid
 Er was geen vrijheid van handel, geen vrijheid van beroep, geen gelijkheid tussen de mensen
o De “wet Le Chapelier”: verbod op vereniging (1971)
 om de gildes kapot te maken (gilde bestaat uit 1 barron en bv 4 boeren, ene gilde mag geen
handel drijven met een andere gilde).
 Stel je bent fabrikant, laat de WN 12u werken per dag, je betaalt ze 10 cent, op
gegeven moment 8cent per dag à werknemers gaan hiermee altijd akkoord, ze
hadden geen vakbond en kunnen dus niet hier tegenin gaan. à wet le chapelier
verbod op verenigingen (bv vakbonden). Ze hadden bijna geen vrije tijd en voor
ontspanning gebruikten ze alcohol en maakten ze kinderen à gevolg
bevolkingsexplosie.
 Verbod tot vereniging was echter in het nadeel van de arbeiders die vakbonden wilden
oprichten.
 Industrialisatie : juridische gelijkheid is niet gelijk aan feitelijke gelijkheid
o Feitelijke ongelijkheid
 Arbeiders waren ongeletterd, onwetend en slecht gehuisvest
o Pure willekeur leidt tot wantoestanden
 Wet 1884: verbod op kinderarbeid onder de 6j
 1887: bescherming van het loon

,  1889: vrouwen en kinderarbeid
o Uitbetalingen in goederen en bons
 De eigenaar van de fabrikant was ook eigenaar van een café en winkel en betaalde zijn wn
uit enkel in centjes die in de winkel en in het café gebruikt kunnen worden à bij wet
verboden in BE (in natura betalen mag maar max 1/5 van loon zijn)
o Liefdadigheid was de enige terugvalpositie voor ouderen of zieken
o Afwezigheid van politieke wil door het kiesstelsel
 Cijnskiesstelsel
 Stemrecht was voorbehouden aan personen die vermogend genoeg waren om
minimaal een bepaald bedrag aan belastingen te betalen.
 Escalerende wantoestanden
o 1885: opstanden
 De vakbonden spelen door de onderhandelingen de werknemers tegen elkaar uit. Als de ene
14 betaalt aan WN dan moet andere fabrikant 15 betalen aan zn WN en zo blijft dat
doorgaan  federaties van werkgevers (bv alle bakkers, alle slagers, …) à ze doen dit zodat
dit gaat stoppen, ze gaan afspraken maken met de concurrenten zodat de lonen niet blijven
stijgen à ze gaan enkel hogerop onderhandelen à op niveau van sectoren  paritair comité à
lonen worden uit de handelsstrijd getrokken
o 1886: eerste wetgeving over het werk
 1887 eerste arbeidswetgeving (op het loon)
 Politieke omwenteling door het kiesstelsel
o 1893: meervoudig mannelijk stemrecht
 Socialisten en christendemocraten doen hun intrede
 Eerste belangrijke sociale wetten
 Loon, vrouw- en kinderarbeid,..
o 1919: enkelvoudig mannelijk stemrecht
 Ontstaan van de sociale zekerheid
 Werkloosheid, 48 uren week, pensioen
o 1921 : afschaffing stakingsverbod, erkende de vrijheid van vereniging
 Beverdidge en bismarck
o  sociale zekerheid gebaseerd op continentaal model van Bismarck en angelsaksisch van Beveridge
 Bismarck
 Categoriaal toegepast, loongekoppelde uitkering, doel: verzekering en behoud van
de verworden levensstandaard, gefinancierd door werkgevers- en
werknemersbijdragen
 Beveridge
 Universeel, uitkering ten belope van het vitaal minimum, doel: armoedebestrijding
en bestaanszekerheid, financiert door belastingen
 WO II: het sociaal pact
o Na WOII àNationaal arbeidsraad, zij maken ook CAO’s. genummerde CAO’s die hebben dezelfde
kracht als een wet (120 tal, minumloon, cameragebruik op de werkvloer, alcoholgebruik op de
werkvloer, etc…)
o Ontstaan collectief arbeidsrecht
o 1954: eerste IPA
 Tot de jaren 60
o Uitbreiding van de arbeidsrechten en ontwikkeling van het collectief arbeidsrecht
 Tot de jaren 70
o Echte ontwikkeling van het socialezekerheidsrecht
 Jaren 80 tot nu
o Crisis en afbouw
o Creëeren van arbeidsplaatsen
o Wetgever heeft volmachten aan de regering en stemt kaderwetten

,  Jaren 90- 2000
o Naar een federale sociale zekerheid
 Vlaamse nationalistische beweging
 Splitsing van sociale zekerheid
 Bevoegdheden naar gemeenschappen en gewesten
 1999: Vlaamse zorgverzekering
 Wettelijk verplichte verzekering in Vlaanderen
 Niet-medische hulp- en dienstverlening
 Jaarlijkse bijdragebetaling
 Georganiseerd door zorgkassen en zorgfonds
 Opvangen van de gevolgen van de toenemende vergrijzing
 2012: decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming
 Zorgfonds à agentschap voor Vlaamse sociale bescherming
 Wat?
o Behoud zorgverzekeringstegemoetkoming
o Premie voor jonge kinderen
o Beperking van eigen bijdragen in de thuiszorg middels maximumfactuur
 2014: 6e staatshervorming: regionalisering gezinsbijslag
 2016: “werkbaar werk”

Basiskenmerken van het sociaal recht
 Gedetailleerd
o Arbeidsrecht: bescherming en inperking van de contractuele vrijheid
o Spiegel: complexiteit van de maatschappij
 Disharmonisch en fragmentarisch: geen basisstructuur
o Gestage groei
o Veel regels in strijd met elkaar
 Snel ontwikkeld: acute problemen
o Voortdurende wijzigingen
 Hoofdzakelijk dwingend
o Niet afwijken
o Vaak openbare orde
 Laagste niveau: ON
 Middel: paritair comité
 Hoogste: Nationale arbeidsraad

Arbeidsrecht
Juridisch kader
 Vroeger
o 1 WG mocht met elke persoon onafhankelijk onderhandelen à speelde de werknemers zo tegen
elkaar uit
 Vakbonden waren verboden à wet van chapelier
 Werden na tijd toegelaten als gevolg van extreme armoede en hongersnoden
 WG worden tegenover elkaar geplaatst à CAO’s ontstaan (voor WO I)
 Interbellum (1918-1940
o Veel onrust en stakingen
 2 WG tegen elkaar uitgespeeld à beslissen om voortaan samen te onderhandelen
 Ontstaan werkgeversorganisaties
o Vb: agoria, federatie bouw, febelfin,…
o Sinds dan wordt er onderhandeld op het niveau van de sector
 Elk bedrijf heeft 1 ressort à en valt dus maar onder 1 PC (paritair comité) à belangrijk voor
bepalen van de lonen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yentlkeysers1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.69  2x  sold
  • (0)
  Add to cart