100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderzoeksmethoden En -technieken Van De Agogische Wetenschappen $11.32   Add to cart

Summary

Samenvatting Onderzoeksmethoden En -technieken Van De Agogische Wetenschappen

 33 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting OMT

Preview 4 out of 52  pages

  • December 27, 2022
  • 52
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Onderzoeksmethoden en -technieken van de agogische
wetenschappen
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1. Wat wordt bedoelt met sociaal onderzoek?
De term 'sociaal onderzoek' zoals gebruikt in het boek. Het duidt academisch onderzoek aan met
betrekking tot onderwerpen die betrekking hebben op vragen, die relevant zijn voor
sociaalwetenschappelijke gebieden. Zoals sociologie, sociale politiek, politiek, criminologie,...
Sociaal onderzoek impliceert onderzoek dat gebruik maakt van sociale wetenschappen voor
conceptuele en theoretische inspiratie.

1.2. Waarom sociaal onderzoek doen?
Dergelijk onderzoek kan worden gemotiveerd door ontwikkelingen en veranderingen in de
samenleving, zoals de toename van zorgen over binge-drinking.

Maar het maakt gebruik van sociaalwetenschappelijke ideeën om licht te werpen op die
veranderingen in de samenleving. Sociaal onderzoek maakt gebruik van sociale wetenschappen voor
ideeën over het formuleren van onderzoeksthema's en problemen, en hoe interpretaties moeten
worden geïnterpreteerd.
- Maatschappij: bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen -> bv. smartphone gebruik in
scholen
- Praktijk: optimalisatie  bv. ouders betrekken bij kleuterconsult CLB
- Fundamenteel theoretisch: omdat er bijvoorbeeld iets ontbreekt in de literatuur  literature
gap

1.3. Wat zijn onderzoeksvragen?
Een onderzoeksvraag is een vraag die een expliciete verklaring geeft van waar de onderzoeker meer
over wil weten.
Een onderzoek kan gezien worden als een verklaring, bv. ik wil vinden waarom...
Maar een onderzoeksvraag dwingt de onderzoeker om meer expliciet te zijn over wat wordt
onderzocht. Het moet een vraagteken op het einde hebben.
Een hypothese is een vorm van een onderzoeksvraag. Maar het is niet als een vraag gesteld en het
biedt een anticipatie op wat er zal worden gevonden.
6 Types:
1. Een uitkomst voorspellen. (gebeurt y onder situatie a en b?)
2. Uitleggen van oorzaken en gevolgen van een fenomeen. (is y getroffen door x of is y een
gevolg van x?)
3. Een fenomeen evalueren. (Vertoont y de voordelen die het zou moeten hebben.)
4. Beschrijving van een fenomeen. ( Hoe is y of van welke vormen gaat y uit.)
5. Goede oefening ontwikkelen. (Hoe kunnen we y verbeteren.)
6. Empowerment. ( Hoe kunnen we de levens verbeteren van degene die we onderzoeken.)


1.4. Wetenschappelijk onderzoek
Theorie = literatuuronderzoek: wat is er al geweten, welke concepten en theorieën bestaan er, welke
onderzoeksmethoden werden reeds toegepast, bestaan er controverses, zijn er tegenstrijdige
resultaten en de “grote namen”




1

,Onderzoeksvragen = geven richting aan je onderzoek/literatuur, heeft
invloed op steekproef, op of je nog meer literatuur moet lezen, op de
manier waarop je uw data analyseert, invloed op het aanduiden van een
maatschappelijke relevantie etc.

De cirkel is rond maar er is wel één ingangspoort:
1. theorie, we gaan ons altijd eerst inlezen in de literatuur.
2. Formuleren van onderzoeksvragen: dit geeft richting aan het
onderzoeksplan. Verwacht de onderzoeksvraag een kwalitatief
kwantitatief onderzoek etc?
3. Opstellen van onderzoeksplan: kwantitatief of kwalitatief
4. Uitvoeren van onderzoek: soort onderzoek wordt ook beïnvloed
door de onderzoeksvraag
5. Conclusies: zijn gebaseerd op al de voorgaande stappen. Die conclusies dragen dan opnieuw
bij tot de theorie

->Het is een cyclus waarbij er binnen elk van die fase nog een cyclus zit. Je gaat telkens bij elke stap
herorganiseren, leren en aanpassen. Je gaat bijvoorbeeld gedurende het hele onderzoek bezig blijven
met die literatuur en eventueel nog dingen aanpassen door nieuwe literatuur etc.
- er is sprake van een systematiek: het is procedureel, wetenschappers hebben bepaalde
procedures om aan wetenschappelijk onderzoek te doen en dus om het onderzoek
wetenschappelijk te laten zijn
- controleerbaarheid: bij het neerschrijven van het onderzoek moet de onderzoeker
transparant zijn, alles vrijgeven hoe hij het gedaan heeft. Andere mensen moeten het
onderzoek op juist dezelfde manier kunnen reproduceren en controleren.
- objectiviteit: niet vooringenomen
- repliceerbaarheid: hoe vaker het herhaald wordt hoe meer het bijdraagt aan de theorie. (is
moeilijker bij menswetenschappen dan bij de exacte wetenschappen)
 al deze zaken is de verantwoordelijkheid van de onderzoeker

Natuurlijk is er ook een externe cyclus: wanneer ze een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift
publiceren, dat is namelijk vaak het doel van het onderzoek.
Messiness of social research =
- onderzoek loopt niet altijd zoals verwacht. Die cyclus is mooi in theorie maar in de praktijk
loopt dat niet altijd zo.
- De resultaten moet je ook zien in hun context: tijdsgeest, cultuur,…

Het sociaal onderzoek en de resultaten ervan worden beïnvloed door volgende factoren:
Theorieën en bestaande kennis: welke theorieën ga je lezen en dus welke niet. De gelezen literatuur
beïnvloed de manier waarop je over iets denkt en naar de problematiek kijkt. Beïnvloed je
wetenschappelijke bril.
Houding van de onderzoeker:
- Theory driven = vertrekt vanuit diepgaande theoretische analyse en die dan pas naar de date
gaat
- Data driven = iemand die de data gebruikt om zijn conclusies te trekken
Epistemologie: handelen volgens de zuiver wetenschappelijke methode (exacte wetenschappen) of
niet?
Visie op sociale wereld: zien we dat als een externe wereld of niet? Sommige onderzoekers denken
dat ze buiten de sociale wereld staan en daar geen invloed op hebben. Andere zeggen dat je vanaf de



2

,moment dat je onderzoek doet binnen die sociale wereld je deze ook beïnvloedt doordat uw
observatie eigenlijk al een beetje verstoord is.
Ontologie/ethiek: je doet vrij onderzoek MAAR je kan niet alles onderzoeken! Een kind wegnemen
van de ouders en het verder opvoeden in een labo om te zien of dit invloed heeft op haar
taalontwikkeling is ethisch niet verantwoord bijvoorbeeld
Doelstellingen van het onderzoek:
- Fundamenteel onderzoek = theoretisch bv. de literature gap gaan opvullen
- Praktische implicatie = iets ontwikkelen dat in de praktijk gebruikt kan worden
Politieke context: de manier waarop subsidiegevers naar bepaalde zaken kijken speelt een rol voor
het onderzoek.
Training van de onderzoekers: kwantitatief (datasets analyseren etc.) of kwalitatief georiënteerd
(observationeel onderzoek)  als onderzoeker is het interessant om met beide overweg te kunnen.

Uitdagingen inzake publicaties:
- Open acces of niet?= als auteur voor een open acces kiest moet hij zelf betalen voor die
publicatie. Met de bedoeling om de mensen die niet over de middelen beschikken, toch
toegang te geven tot wetenschappelijke bronnen.
- Publicatiedruk = tegenwoordig belangrijk dat wetenschappers veel publiceren en enkel in
high impact journals
- Citaties = hoeveel keer ben je zelf geciteerd geweest door andere wetenschappers
- Impactfactor = totaal aantal citeerbare artikels die gedurende 2 jaar verschenen zijn t.o.v. het
aantal maal dat die artikels geciteerd zijn in andere journals. Hoe hoger die factor, hoe
belangrijker dat tijdschrift is binnen dat onderzoeksdomein

Wetenschap wordt vaak misbruikt, genegligeerd of misbegrepen: De resultaten van een experiment
zijn geen bewijs dat een theorie klopt, maar het bewijs dat de theorie door het experiment niet kan
weerlegt worden.


1.5. Enkele begrippen
Kwalitatief onderzoek: kun je niet samenvatten in cijfers. Niet te kwantificeren. Bv. Hoe voel je je?
Kwantitatief onderzoek: cijfermatig, zaken die wel te kwantificeren zijn.
 Beide zijn evenwaardig aan elkaar.
Mixed methods: mengeling van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Het ene volgt op het andere of
andersom. Door deze methode weet je eigenlijk waarom de resultaten zijn zoals ze zijn.
Fundamenteel onderzoek: theorieën, modellen,… Zorgt ervoor dat een theorie gevormd wordt. Het
is universitair.
Toegepast onderzoek: Gericht op praktijktoepassing.
Longitudinaal onderzoek: onderzoek op meerdere tijdstippen. Dit kan moeilijker zijn door
uitval(mensen die niet meer willen meedoen)
Cross-sectioneel onderzoek: onderzoek op 1 moment.
Prospectief onderzoek: is een vorm van longitudinaal onderzoek. Je gaat een steekproef
samenstellen en je gaat mensen een paar jaar volgen. (het is gericht op de toekomst). Dit onderzoek
duurt het langste.
Retrospectief onderzoek: Terugkijken in het verleden. (probleem: mensen kunnen zich soms niet
alles evengoed herinneren). Bv. data van het OCMW onderzoeken.
Experimenteel onderzoek: je gaat manipuleren, een interventie doen. “Wat voor effect geeft een
variabele?” Je moet ook letten op de storende variabele!
Validiteit: Meet het instrument wat je moet meten?
Steekproefkader: Welke mensen ga je onderzoek? Ad random of keuze maken?



3

, Rekrutering respondenten/proefpersonen: dit is niet zo gemakkelijk. Bv. je gaat al een cinematicket
moeten geven zodat ze meedoen, dus die mensen zouden niet willen deelnemen aan dat onderzoek
als ze dat niet kregen. Bv. mensen die niet tevreden zijn over iets gaan sneller reageren op een
enquête dan mensen die wel tevreden zijn.
Verschil respondent-proefpersoon
 Respondent :
 Proefpersoon(= degene die deelneemt aan onderzoek.)
Ethiek: het moet een ethisch verantwoord onderzoek zijn. = ethiek
Systematic review: In een systematische review wordt op systematische wijze gezocht naar originele
studies die een antwoord kunnen geven op een onderzoeksvraag. Hierbij worden de geraadpleegde
databanken en de gebruikte analysemethoden vermeld. De gevonden resultaten en
achtergrondkenmerken van de individuele studies worden beoordeeld en geanalyseerd.
Meta-analyse: elementen samenbrengen voor een sterkere resultaten.
Secundaire data-analyse: bestaande dataset nemen en daarmee onderzoek doen. Je moet dus zelf
niet aan dataverzameling doen. Je kan ook over een deel onderzoek doen.
Publication bias: enkel dat wordt gepubliceerd wat voor de mensen interessant is. Vaak is er geen
interesse in artikels zonder resultaat. Die worden niet gepubliceerd en zo weet je het dus als er geen
resultaat was. Daardoor gaan andere mensen misschien hetzelfde onderzoek doen. Waarbij ze veel
geld en tijd uitgeven. Uiteindelijk komen ook zij geen resultaat uit. Terwijl ze dit eigenlijk op voorhand
al hadden kunnen weten.


Hoofdstuk 2: Social Research strategies in quantitative and qualitive research
Sociaal agogisch onderzoek
Sociaal agogisch onderzoek zit niet in een ‘bubbel’. Er is een link met de sociale realiteit. De
onderzoeksmethode is sterk gerelateerd aan de visie/opleiding/”school” van de onderzoeker. De
datacollectie is sterk gerelateerd aan de sociale realiteit.

Er zijn 2 stromingen: natuurwetenschappen en humane wetenschappen. Deze 2 kijken vreemd naar
elkaar. Natuurwetenschappers vinden dat humane wetenschappen geen echte wetenschappen zijn.
In de mensenwetenschappen zijn we al blij met een correlatie van 0,3. De natuurwetenschappen
kijken niet naar zo een correlaties. De mens heeft gedrag dat beïnvloedt word door de sociale
omgeving. Hierdoor kan men moeilijk onderzoek doen. Je kan bv niet in een labo een experiment
doen. Je moet hier rekening bij houden. Bv. Armoede bij kinderen is in Leuven niet hetzelfde als in
Brussel. Je moet met andere zaken rekening houden.

2.1. Datacollectie
Datacollectie kan men op verschillende manieren doen:
- Fact finding = feiten zoeken bv. Fenton: deed onderzoek naar hoeveel maal er over sociaal
onderzoek, in de Britse media gerapporteerd werd
- Concern = onderzoek doen vanuit een bepaalde bezorgdheid bv. kwalitatief onderzoek bij
prostituees of ze een hoog risico oplopen voor een HIV infectie
- Opportunity = een kans of unieke mogelijkheid bv. onderzoek net na bepaalde aanslagen of
COVID-19 die aanleiding geeft tot veel onderzoek
- Persoonlijke ervaringen = bv. O’reilly die onderzoek doet naar expats omdat zijn ouders dat
waren en hij wou weten welke soort mensen die vaker doen dan anderen
- Gevaar hierbij is dat je niet te dicht bij het onderzoeksonderwerp zelf mag zijn. Je
moet je objectiviteit kunnen behouden




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucievandamme. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.32
  • (0)
  Add to cart