VERTAAL & TOLKWETENSCHAP
H1: MAIN ISSUES OF TRANSLATION STUDIES
VERTALEN DEFINIËREN
Verwijzen naar:
- Proces: activiteit van omzetten van info naar andere taal
- Product: tekst/spraak omgezet in andere taal
VERTALING VOLGENS JAKOBSON
semiotiek: studie van communicatie dmv tekens & gebarensystemen (oa taal)
Interlinguaal = eigenlijke vertaling, naar andere taal
Vb. vertaling ENG-NL
Intralinguaal = herformulering, andere tekens van dezelfde taal
Vb. aangepaste encyclopedie voor kinderen
Intersemiotisch = transmutatie, non-verbale tekensystemen
Vb. verfilming van een boek
VERTAALWETENSCHAP
= jonge discipline: 2de helft 20ste E
zichtbaarheid in bijv. opleidingen, publicaties, internationale organisaties, …
discipline waarbinnen interdisciplinair/multidisciplinair onderzoek mogelijk is
- Interdisciplinariteit: integratie van kennis uit verschillende disciplines -> 1 synthese
- Multidisciplinariteit: verschillende disciplines bekijken probleem vanuit hun perspectief
H3: EQUIVALENCE AND EQUIVALENT EFFECT
EQUIVALENTIE IN BETEKENIS
Vertaalbaarheid?
1. Taalkundige relativiteit/determinisme
a. Verschil in taal = verschil in conceptualisatie vd wereld
b. Vb: eskimo’s hebben meer woorden voor sneeuw
2. Linguïstisch universalisme
a. Ondanks verschil in taal en betekenis is er gedeelde manier van denken over de wereld
b. Vb: ook iemand uit warm klimaat merkt verschil tussen modder & sneeuw
Jakobson: ‘languages differ in what they must convey, not in what they may convey’
1
,Verschillen op vlak van:
- Geslachtsniveau: vb. huis is vrouwelijk in Romaanse talen, onzijdig in Duits
- Morfologieniveau: vb. Russisch: andere werkwoordsmorfologie afhankelijk van voltooing van
handeling
- Semantische velden niveau: vb. Duitse ‘geschwister’ ≠ Engelse ‘siblings’ (= formeler)
VERSCHILLENDE SOORTEN BETEKENIS
Taalkundige Relatie tss taalkundige structuren: verschil in betekenis zelfs bij
betekenis vergelijkbare woordklassen
Vb. zijn huis (bezit) – zijn vriendelijkheid (eigenschap van
hem)
Referentiële Denotatieve betekenis (uit het woordenboek)
betekenis Vb. Son (ENG) = male child
Emotieve = connotatieve betekenis: associaties bij woord
betekenis Vb. ‘Don’t worry son’ -> son ≠ male child maar een term of
endearment
referentiële & emotioneele betekenis bepalen:
- Hierarchical structuring: onderscheid woorden op basis van niveau
o Vb. bovenliggende dier – hyponiemen geit, hond, …
- Componential analysis: identificeert specifieke kenmerken van reeks woorden
o Vb. Spaans woord voor wild ‘Salvaje’ gebruikt voor mensen & dieren, ‘Silvestre’ gebruikt voor
planten
MORFOSYNTACTISCHE EQUIVALENTIE
= zelfde morfologie en syntactische elementen in BT & DT
‘the city supported the monarch financially’
‘De stad steunde de vorst financieel’
<-> uitdaging: doeltaal kan specifieke elementen niet hebben
Vb: Russisch heeft geen lidwoorden & geen verschil in verleden tijden
lexicale hiaten: niet alle woorden in taal A hebben equivalent in taal B
FORMELE & DYNAMISCHE EQUIVALENTIE
Nida: formele & dynamische equivalentie
FORMELE EQUIVALENTIE (FORMELE CORRESPONDENTIE)
- Gericht op brontekststructuur
- Aandacht op boodschap zelf, qua vorm & inhoud
- Boodschap doeltaal komt overeen met elementen in brontaal
2
, vb. Gloss vertalingen: letterlijke vertaling (met wetenschappelijke voetnoten)
vaak gebruikt in academische/juridische context
Vandevoorde & Vandepitte: overdragen van grammaticale vorm & inhoud
- Effect bij bronlezer en doeltaallezer moet idem zijn
- Vereiste: ‘Naturalness’ -> boodschap zo natuurlijk mogelijk overbrengen
- Grammaticale vorm minder van belang
- Rekening houden met culturele verwachtingen van lezer
vb. Like father, like son -> de appel valt niet ver van de boom
EQUIVALENT EFFECT
Effect op doeltaallezer komt overeen met dat van brontaallezer = 1 van de 4 basisvereisten volgens Nida
(+ logisch zijn, overbrengen van boodschap van brontekst, natuurlijke & gemakkelijke vorm van expressie)
KRITIEK OP EQUIVALENT EFFECT
Grote afstand tussen doelpubliek & brontekst context? -> geen idem effect
Hoe bepaalt vertaler doelpubliek & bedoeling van brontekstauteur?
Equivalentie: subjectief oordeel van vertaler -> wetenschappelijk?
Gentzler: Nida werkt met zijn dynamische equivalentie vanuit bekeringsstandpunt
dynamische E: ontworpen om lezers te bekeren tot protestantisme
SEMANTISCHE & COMMUNICATIEVE VERTALING
Newmark:
- Communicatieve vertaling: zelfde effect op doeltaal & brontaallezer (= DE)
- Semantische vertaling: behouden van zelfde structuur (= FE)
KOLLER: 5 SOORTEN EQUIVALENTIE
Denotatieve - Extralinguïstische inhoud
equivalentie - Verwijzingen naar mensen, plaatsen, .. idem in DT
- ‘according to Downing Street’ – ‘volgens Downing Street’
Connotatieve - Lexicale keuzes: bijna-synoniemen
betekenis - Equivalente emotionele waarde
- ‘in a pub’ – ‘a un bar de tapas’
Tekstnormatieve - Idem eigenschappen van teksttype
equivalentie - ‘yours faithfully’ – ‘hoogachtend’
Pragmatische - = communicatieve equivalentie
equivalentie - Dynamische equivalentie: gericht op lezer
Formele - = expressieve equivalentie
equivalentie - Vorm & esthetiek van een tekst, woordspelingen & stilistische kenmerken
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarjoleinVanmaercke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.