100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BPM - examenuitslag: 15/20 $8.88
Add to cart

Summary

Samenvatting BPM - examenuitslag: 15/20

3 reviews
 212 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Leerstof Business process management (eerste semester - Leerkracht: W. Van Lent - examenuitslag: Samenvatting van alle lesonderdelen uit academiejaar semester 1 2e jaar KMO

Preview 4 out of 36  pages

  • December 27, 2022
  • 36
  • 2022/2023
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: tijssaelens • 7 months ago

review-writer-avatar

By: gatandesimpel • 1 year ago

review-writer-avatar

By: arnaudbekaert • 1 year ago

avatar-seller
Business process management
Inleiding

BPM tracht de performantie van organisaties te verbeteren:
Door werking van een bedrijf optimaliseren door bedrijfsprocessen te inventariseren en te verbeteren
 Dit telkens herhalen: proces per proces optimaliseren

1. Process

1.1 Wat is een proces?
= een ontwikkelingspad, een verloop van gebeurtenissen waarbij een product ontstaat uit
voorafbestaande materialen
 Verzameling van inputs die transformeren in outputs

Bedrijfsproces: een reeks activiteiten die een bedrijf uitvoert om een doelstelling te bereiken
 Begin: behoefte van een klant (intern of extern)
 Einde: levering aan die klant
 Daartussen: alle activiteiten met inputs en outputs en partners die het mogelijk maken
 Doel: resultaat van het proces moet waarde toevoegen voor een interne en/of externe klant
 Andere definitie: verzameling gerelateerde gebeurtenissen, activiteiten en beslissingen, waarbij
een aantal actoren en objecten betrokken zijn, en die gezamenlijk leiden tot een resultaat dat van
waarde is voor een organisatie en haar interne of externe klant
o Voorbeeld
 Order-to-cash, quote-to-order, procure-to-pay..

Kenmerken
Complexiteit
- Kan eenvoudig zijn (bv. orderafhandeling)
- Kan complex zijn (bv. ontwikkeling van nieuwe producten)
Tijd
- Kan KT zijn (bv. aanwerven van medewerkers)
- Kan doorlopend zijn (bv. naleving van regelgeving
Grootte
- Kan binnen enkele afdelingen (bv. facturering)
- Kan door hele onderneming (bv. strategische sourcing)
- Kan zich uitstrekken over hele waardeketen (bv. supply chain management)


Voor een bedrijfsproces moeten we … identificeren
 Een bepaald soort input
 Een bepaald soort output

Request = de uitkomst
Uitkomst = datgene dat gevraagd wordt
Request = entiteit die via het proces van
bedrijfsstatus verandert




1

,1.2 Hoe een bedrijfsproces afbakenen
 Onderkennen van een aantal elementen:
o De klant
o De start & einde
o De activiteiten/deelproces
o De actoren en middelen
o De data-inputs & -outputs
o Het keuzemoment
o De uitkomst (of outcome)

Schildpaddiagram: De basics van een proces in kaart brengen
1.2.1 De klant
Bedrijfsproces:
- Begin: vertrekt van de uitdrukking van de behoefte v/e externe partij
- Einde: eindigt met een (afdoend) antwoord op de uitgedrukte behoefte
 = end-to-end process: activiteiten afstemmen op externe belangengroepen
! uitkomst van het proces moet waarde creëren voor een interne of externe klant

1.2.2 De start & einde gebeurtenissen/events
 Trigger= een gebeurtenis of aanleiding waardoor een proces start of bepaalt dat het stopt
o Zal vaak vanuit de klant komen (behoefte)
o Kan ook tijdklok zijn die afloopt, of periode/datum die aanbreekt (bv. periodieke controle
tandarts)

1.2.3 De kern van het proces: activiteiten of deelprocessen
 = Alle werkzaamheden die ononderbroken (zowel in plaats als tijd) door 1 rol kunnen worden
uitgevoerd, zonder dat er overdracht plaatsvindt naar een andere rol, tijd of plaats
o ! een actief element: time-consuming, resource-demanding, state-changing

1.2.4 De actoren (rollen) en middelen
Rol = geeft aan wie de activiteiten in een proces uitvoert en events genereert
 Persoon kan meerdere rollen hebben
 Door mensen en partijen bv. financial officer, warehouse clerk
 Middelen en/of informatiesystemen bv. magazijnen, vrachtwagen, koerier
ERP, CRM, SAP, application X

1.2.5 De data-inputs en outputs
 Heeft betrekking op de informatie die in en uit het proces gaat (fysiek en digitaal)
o Voorbeelden invoer: documenten nodig voor uitvoering proces, gegevens die opgevraagd
dienen te worden, werkuren…
o Voorbeelden uitvoer: documenten die ontstaan uit het proces

1.2.6 Het keuzemoment of gateway of regels of decision point
! elk proces: aantal regels die de voorwaarden bepalen wat mogelijk is (bv. betalingsmogelijkheden)
 Wanneer is het proces een vertakking van de stroom van het proces plaatsvindt
o = Sprake van keuzemoment (= wissel op spoorweg)
 Beslissingen moeten genomen worden obv heldere regels en criteria


2

,  Regels bepalen wanneer proces kan doorgaan (bv. 9-17u) en voor wie (klanten of niet)
1.2.7 De (bedrijfs)doelstellingen
 Elk proces moet minstens opereren binnen de gestelde bedrijfsdoelstellingen en strategie
o Bv. Aldi: elk proces streven naar kostenefficiëntie (niet klantenintimiteit of
productdifferentiatie)

1.2.8 De uitkomst (outcome)
 Processen leveren uitkomsten aan klanten
o Kunnen negatief/positief zijn
 Proces van storing tot oplossing = fault to resolution process: verschillende resultaten mogelijk
 De kwaliteit, tijdigheid en kwantiteit van de outputs dragen bij tot het resultaat.
 De kwaliteit, tijdigheid en kwantiteit van processen dragen bij tot het resultaat.
 Uitkomsten gaan over "gewenste prestaties".
o Uitkomsten worden daarom geassocieerd met metingen,
bv. indicatoren op bedrijfsniveau.
 Voorbeelden:
o 98% opgeloste storingen binnen 2 dagen
o 95% tijdige levering van diensten

1.2.9 Illusion of attempting to manage outcomes
 “Focus on the process not the outcome. The outcome will take care of itself, if your process is
right”
o Resultaten kunnen alleen worden beïnvloed door activiteiten:
 Verbeterde klanttevredenheid
 Meer verkoopactiviteit
 Meer waarde voor geld
o Focussen op multifunctionele processen is een belangrijke manier om resultaten te
beïnvloeden en waarde te creëren.
! je kan klanten niet verplichten meer producten en diensten te kopen, maar je kan acties ondernemen en
activiteiten uitvoeren die de geneigdheid van klanten om meer te kopen zullen vergroten

2. Business

2.1 Kernproblemen in bedrijven

1) Hoe stem je strategie en inrichting van bedrijfsvoering effectief en efficiënt op elkaar af?
Hoe zorg je voor voldoende differentiatie & innovatie
In praktijk: bedrijven kiezen voral voor functionele organisatie
 = opdeling in kleinere groepen o.b.v. gespecialiseerde functionele gebieden (bv. verkoop)
 Functionele gebieden = silo’s
o Waarom: omdat samenwerking met andere silo’s (en klanten & leveranciers)
verwaarloosd wordt (defensieve mentaliteit – nood aan verandering attitude)
o Veranderen in wendbare teams

2) Hoe maak je visueel waarmee het bedrijf bezig is (oud antwoord: met een organigram)
Functie= nadruk teveel op hiërarchie en eigen doelen



3

,  Redeneren enkel vanuit eigen handelen  weten minder goed hoe werk bijdraagt aan
eindresultaat
Oplossing: Evolueren van een
functionele naar een
procesorganisatie door zich alleen
op de eindklant te richten




Functionele organisatie Procesorganisatie
 KTdoelstellingen van afdelingen centraal  relatie naar klanten staat centraal
 interface tussen afdelingen niet transparant  organisatie op basis van crossfunctionele
 eindklanten niet zichtbaar voor alle processen
afdelingen  ook intern werken in klant-leverancier
relaties
 beperkt aantal knippen in het proces


2.2 Porter: Hoe een proces architectuur helder indelen


Waardeketen: een organisatie creëert waarde voor zijn klant door een reeks strategisch relevante
activiteiten, die er van links naar rechts gezien uitzien als een keten waar de TW voor de organisatie en
haar stakeholders van links naar rechts toeneemt

Management processes

 Geven richting, regels en praktijken

Core processes

 Waarde genereren omdat zij
rechtstreeks verbonden zijn met
externe klanten

Support processes

 Zorgen voor middelen die kunnen
worden gebruikt door andere
processen



! verschil tussen kost en differentiatievoordeel

Bron van kostenvoordeel: primaire activiteiten
voegen rechtstreeks waarde toe aan
productieproces

Bron van differentiatievoordeel: ondersteunende
activiteiten


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinabanckaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.88  11x  sold
  • (3)
Add to cart
Added