100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting ‘geschiedenis van de middeleeuwen’ (Ortwin Huysmans) + Capita Selecta $12.50   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting ‘geschiedenis van de middeleeuwen’ (Ortwin Huysmans) + Capita Selecta

1 review
 216 views  15 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is mijn samenvatting van geschiedenis van de middeleeuwen, gedoceerd door Ortwin Huysmans aan de KUL. Bevat zowel het algemeen deel (4 sp) als het deel van de capita selecta (2 sp). Het is uiterst volledig! Ik studeerde enkel dit document en behaalde een 15/20 in eerste zit. Momenteel wordt di...

[Show more]

Preview 4 out of 201  pages

  • December 27, 2022
  • 201
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: maxime-schellekens • 1 year ago

avatar-seller
Geschiedenis van de Middeleeuwen
I. Van Romeinse provincies naar ‘barbaarse’ koninkrijken
1. De transformatie van het Rijk
• Idee dat Romeinse Rijk viel niet te vinden in ME-se of laatantieke bronnen
• Edward Gibbon: ‘The Decline and Fall of the Roman Empire’ (eind 18e E)
o Zijn theorie: ‘verval’ v/h Romeinse Rijk leidde tot de ‘catastrofe’ waarbij
invallers de Romeinse cultuur & orde vernietigen
o Nu (historici): liever een langzame transformatie v/h imperium met verschillende
‘keerpunten’ (≠ één moment vast te pinnen)
▪ 235: moord op Severus Alexander & begin derde-eeuwse crisis
▪ 313: Edict van Milaan → Christelijke dominantie
▪ 388: terugtrekking imperiale autoriteiten uit N-Gallië & Brittanië
▪ 410: plundering v Rome door Visigoten
▪ 476: afzetting laatste westelijke keizer door Odoaker
▪  Contrarevisionistische strekking: houdt vast aan catastrofemodel
⧫ Argument: contrast Europese kaart 300 & 526
− 300: Imperium reikte van Brittanië (limes Antonius Pius) tot Sahara
en van Donau & Rijn tot Eufraat
− 526: westen nu lappendeken van koninkrijken
⧫ Ook qua materiële cultuur W achteruitgang vanaf 5e-6e eeuw
• Romeins Imperium: incorporeerde de diverse culturen v Europa & Midden-Oosten in
uniform bestuurssysteem → organisatie via steden & hiërarchisch opgedeeld in
provincies, diocesen & prefecturen
1.1. Politieke en militaire transformatie
1.1.0. Vroege keizertijd (27 – 235)
• Interne stabiliteit
o Geoliede, kleine en efficiënte keizerlijke bureaucratie
o Paleiscoups (bv. Nero in 1e E) ontwrichtten systeem nooit structureel
o Succesvolle dynastieën (bv. de Antonijnen)
o Vlotte successieregeling in 2e E via adoptiekeizers (= keizers adopteerden
opvolger & stoomden hen klaar)
• Externe stabiliteit
o Oorlog vooral aan verre grenzen (expansie-oorlogen)
o Hoogtepunt expansie (117) onder Trajanus
o Geen dreiging vanuit oosten (Parten: wankelende dynastie)
1.1.1. De derde-eeuwse crisis (235 – 284)
• 235 ➔ Alexander Severus vermoord = beginpunt derde-eeuwse imperiale crisis
(= construct uitgevonden door latere historici)
• Interne instabiliteit
o Continue machtswissels: troonstrijd (26 keizers in 50j)
o ‘Soldatenkeizers’ uitgeroepen door eigen legioenen in provincies
▪ Macht berustte op vermogen rivalen uit te schakelen (i.p.v. civiele opleiding
in keizertijd)
▪ Romeinse legers tegen elkaar
▪ Versterkt door uitbreiding leger (bv. onder Marcus Aurelius)




1

,• Externe instabiliteit
o Burgeroorlogen door troonstrijd → negatief effect op grensverdediging
o ‘Barbaarse’ invallen (raids, piraterij en plundertochten) vooral in Gallië &
Balkan door o.a. Goten en Alemannen
o Druk op oostelijke genzen: dreiging Perzië onder Sassanidendynastie in 244-
260
▪ In 260 nam Shapur I keizer Valerianus zelfs gevangen in Edessa
1.1.2. Diocletianus en Constantijn (284 – 337)
• Toch tijdens imperiale crisis ook succesvolle keizers (Aurelianus & Probus)
• Diocletianus I (r. 284 – 305) = soldatenkeizer
o Grootschalige bestuurlijke hervormingen:
▪ Tetrarchie (heerschappij van 4): 2 augusti (keizers, 1 vr W & 1 vr O) + 2
caesares (junior-keizers, opvolgers v augusti)
▪ Doel: hechter patronagenetwerk voor provinciale elites (keizers meer
bereikbaar voor provinciale adel = gunsten vr hen)
▪ Opdeling: 4 prefecturen, onderverdeeld in diocesen, in provincies
→ Elke prefectuur had eigen hoofdstad & leger
1) Prefectuur v Gallië & Brittanië: hoofdstad Trier
2) Prefectuur v O-Middellandse-zeegebied: hoofdstad Nicomedië
3) Prefectuur v Balkan & Donauprovincoes: hoofstad Sirmium
4) Prefectuur v Spanje, Italië & N-Afrika: hoofdstad Milaan
→ Rome niet langer middelpunt v RR: andere steden beter gelegen
want sneller ingrijpen bij problemen aan grenzen
o Belastingsverhoging voor grensbewaking (→ uitbreiding leger & soldij!)
o Sterke theocratische impuls keizerschap
▪ Vergoddelijking keizer, uitbreiding ceremonieel
▪ Meer geworteld in oostelijke traditie (caesaropapisme)
➔ Christenvervolgingen (christendom zou macht keizer aantasten)
• Constantijn I de Grote (r. 306 – 337)
o Stichting nieuwe hoofdstad: Constantinopel (i.p.v. Rome, zelfde reden)
▪ Strategische locatie (Bosporus) tss Balkan & Klein-Azië
▪ Gaandeweg: minder contacten met westen, groeiden uiteen
⧫ Dankzij: nieuwe hoofdstad, politieke, socio-economische (O veel rijker) &
religieuze verschillen (O christelijker dan W)
o Promotie christendom
▪ 313: Edict van Milaan: religio licita → algemene religieuze tolerantie,
keizers profileren zich steeds meer als christelijke figuren
▪ 325: voorzitter Concilie van Nicea ivm doctrinair geschil (arianisme)
⧫ Arianen vonden dat Jezus schepping was van God
⧫ Besluit: christus is god én mens → arianisme wordt verketterd
− Drie-eenheid (vader, zoon, heilige geest) werd officiële doctrine
christendom
− Sleutelmoment geschiedenis RR & kerk: wereldlijke heersers
interveniëren in aangelegenheden christendom
▪ Geleidelijke christianisatie & vanaf 380 christianisme staatsgodsdienst
onder Theodosius I de Grote (vanaf nu heidenen vervolgd)
1.1.3. Het einde van het westelijk keizerschap – Laatantieke Rijk (337 – 476)
• Interne instabiliteit
o Tetrarchie raakte in onbruik onder Constantijn (stichtte dynastie om successies goed
te laten verlopen & zette familieleden op posities)


2

, ▪ Macht bleef afhankelijk van steun leger (zoals in 3e E) → burgeroorlogen
tss troonpretendenten na dood van Constantijn
o Door dalende demografische trend in 4e eeuw verliep rekrutering moeizaam →
nood aan (barbaarse) krijgers (vochten tegen ‘barbaren’ & Romeinse
troonpretendenten)
▪ Ook steun door barbaarse generaals (magister militium) die makkelijk
barbaren konden rekruteren en niet werden gezien als dreiging omdat ze
geen keizer konden worden
⧫ Hadden wel degelijk invloed en gingen steeds vaker effectieve macht
uitoefenen in westelijke RR:
− Abrogast (Frank), installeerde keizer Eugenius (392)
− Stilicho (Vandaal), domineerde regering v Honorius
− Ricimer (Sueef, Visigoot), executeerde keizer Maiorianus (461)
▪ Door dodelijke burgeroorlogen tegen eind 4e eeuw nog meer nood aan
rekruten & gebied onder imperiale controle gekrompen → keizers nog
meer afhankelijk van magister militia & hielden zich minder persoonlijk
bezig met militaire zaken en gingen in Italië resideren
o Barbaarse generaals gingen als “schaduwkeizers” regeren in onderhandeling met
senaat: keizer afhankelijk van aristocratie die barbaarse leiders mobiliseert
▪ Hielden bestuurlijke instellingen wel in stand, maar uitgeholde keizerschap
diende voor legitimatie acties
▪ Keizer hield hof in Ravenna & generaals concentreerden op zich provincies
→ keizerlijke hof dus niet langer belangrijkste politieke centrum
o 476: Odoaker zet Romulus Augustulus af en benoemt geen nieuwe westelijke
keizer
▪ Keizers afzetten gebeurde vaak, nieuw: geen nieuwe benoemd achteraf
▪ Odoaker bleef wel opereren in imperiale ambtenarij (onderhandelde nog
met senaat) & kreeg titel ‘patriciër’ → continuïteit!
▪ Niet echt een breuk, maar stap in langzame transformatie West-RR
▪ Pas in 800 zou Karel de Grote zichzelf weer tot “keizer” laten kronen
• Externe instabiliteit
o Door interne instabiliteit & troonstrijd → grensverdediging verzwakt
▪ Zeker in jaren 380/390: sterke troonstrijd tss Theodosius & enkele keizers
in westen → legers kleiner doordat legers uit Gallië & Brittanië ingezet
werden in troonstrijd → G & B zwakker vr invallers
o Druk van barbaarse volkeren aan Donau, Rijn en limes Brittanië
▪ Romeinse elites deden beroep op barbaarse leiders om hen te verdedigen
→ imperiale autoriteit verloor aan directe controle
o In 454: enkel Italië, deel Hispanië & Zuid-Gallië onder West-Romeinse Rijk
(controle hier ook vooral door barbaren)
1.2. Bestuurlijke ontwikkelingen
1.2.1. Tijdens de vroege keizertijd (27 – 235)
• Productieve wisselwerking tussen:
o Centrum: imperiale ambtenarij
▪ Zeer kleine, geoliede bureaucratie met prefecten
⧫ Prefecten (praefecti): keizerlijke ambtenaren, vaak van niet-senatoriale
klasse die instonden voor dagdagelijks bestuur (aanvoer legioenen,
bestuur provincies, graantoevoer,…)
▪ Senatoren verliezen gaandeweg invloed
⧫ Kregen ceremoniële, adviserende rol


3

, ▪ Focus op Rome & Italië
o Provincie: competitie lokale elites (voornamelijk in steden)
▪ Lokale grootgrondbezitters aangemoedigd te engageren in lokale senaat
(curia)
⧫ Concentratie i/d steden: elke stad eigen senaat
▪ Velen v hen werden curiales (leden v/d curia): civiele ambtenaren
⧫ Belangrijkste taak: belastingsinning op het platteland
⧫ Wedijveren om publieke ambten, dit via o.a. financiering festiviteiten &
bouwwerken (amfitheaters, tempels…) met eigen, private middelen
▪ Productieve competitie w gedreven door 2 ambities lokale elites:
⧫ Romeinse burgerrecht verwerven
⧫ Opklimmen tot de imperiale ambtenarij
1.2.2. Tijdens de derde-eeuwse crisis (235 – 284)
• Verschuiving in bureaucratie van centralistisch systeem naar provinciaal gefocust
systeem
• Centrum: imperiale bureaucratie breidt uit
o Inmiddels gigantisch bureaucratisch apparaat dat zich mengde in prov.
▪ Imperiale ambtenaren hadden minder banden met lokale gemeenschap +
meer gedreven door eigenbelang & carrière
o Focus nu ook naar provincies (afvaardiging keizer)
• Provincie: minder participatie lokale elites (negatieve impact)
o Romeins burgerschap nu verleend aan hele Rijk (vanaf 212 door keizer
Caracalla) met de Antoniniaanse constitutie
▪ Elke vrije burger in RR kreeg het romeinse burgerschap
▪ Was dus niet meer iets waar lokale elites naartoe konden streven door
publieke investeringen te doen → investeerden minder → publieke leven
verarmde
o Carrière als curiales minder aantrekkelijk
▪ Te zware druk op curiales door hoge belastingsquota
⧫ Moesten bijbetalen uit eigen zak wanneer ze niet toekwamen
▪ Andere opties: opklimmen naar imperiale bureaucratie & leger (waren
sterk uitgebreid, veel opties) of Kerk (nog niet legitiem maar breidde uit,
konden bv. bisschop worden)
o Meer cliëntilisme/patronage (= zaken verlenen o.b.v. persoonlijke relaties) &
minder private investeringen in publieke leven
▪ Focus op privéleven: elites trekken zich terug in villae op platteland
▪ Civiel leven verarmde (minder nieuwbouw, meer herstel gebouwen)
 Verdere ‘provincialisering’ van de adel (= idee dat lokale elites zich niet
langer engageren in civiele leven van steden, maar steeds meer gebonden zijn
door systeem van patronage):
▪ Verval van idee Romeinse participatie, burgerschap
▪ Imperiale patronagesysteem niet langer aantrekkelijk voor provinciale elites
& raakt in verval vanaf 5e eeuw,
⧫ Systeem kan niet meer functioneren doordat het aan invloed verliest
(o.a. doordat RR zich terugtrekt uit bepaalde provincies & daar de
directe controle verliezen)
▪ Opkomst lokale machthebbers buiten Romeinse structuren: duces, comes,
episcopi (bisschoppen) → andere functies uitoefenen dan Romeinse
magistratuur



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.50  15x  sold
  • (1)
  Add to cart