Dit samenvattend werk bevat de leerstof voor het opleidingsonderdeel Markt en Strategie gedoceerd door Jan Bouckaert. Het gebruikte materiaal betreft de PowerPoint en de cursus ‘How Markets Work’ van Johan Stennek. In de inhoudsopgave vind je de behandelde hoofdstukken van deze samenvatting. Me...
,Dit samenvattend werk bevat de leerstof voor het opleidingsonderdeel Markt en Strategie gedoceerd
door Jan Bouckaert. Het gebruikte materiaal betreft de PowerPoint en de cursus ‘How Markets Work’
van Johan Stennek. In de inhoudsopgave vind je de behandelde hoofdstukken van deze
samenvatting.
,H22: Speltheorie.....................................................................................................................................1
1. Spel (game).....................................................................................................................................1
2. Dominante strategie.......................................................................................................................1
3. Games in normal forms..................................................................................................................3
4. Coördinatie spel.............................................................................................................................4
5. Chicken game.................................................................................................................................5
6. Stag hunt / Hertenjacht..................................................................................................................6
7. Voetbal penalty spel.......................................................................................................................7
H23: Dynamische spelen......................................................................................................................13
1. Game 1: War & Peace..................................................................................................................13
2. Game 2: Toetreding afschrikken...................................................................................................16
H5: Monopolie......................................................................................................................................19
1. Waarom bestuderen van een monopoly?....................................................................................19
2. Het monopolie model...................................................................................................................19
3. Welvaart en efficiëntie.................................................................................................................23
4. Price setting..................................................................................................................................24
5. Derdegraads prijs discriminatie....................................................................................................24
H6: Oligopolie.......................................................................................................................................26
1. Bertrand model............................................................................................................................26
2. Wat is prijsconcurrentie ?.............................................................................................................29
3. Cournot model.............................................................................................................................30
H11: Product differentiatie...................................................................................................................37
1. Horizontale differentiatie.............................................................................................................37
2. Verticale differentiatie..................................................................................................................45
H8: Veilingen........................................................................................................................................51
1. Waarom gebruiken we veilingen ?...............................................................................................51
2. Soorten veilingen.........................................................................................................................52
3. Bayesiaanse spel...........................................................................................................................56
4. Vergelijking van de auction ontwerpen (opbrengsten)................................................................57
5. Samenvoegen van informatie.......................................................................................................57
H7: Onderhandelen en bilaterale marktmacht.....................................................................................60
1. Bilaterale monopolie....................................................................................................................60
2. Uitgebreide vorm van onderhandelen.........................................................................................61
3. Implicaties voor bilaterale monopolie..........................................................................................65
4. Nash onderhandelen oplossing – een gereduceerde vorm van spel............................................65
H14: Identificatie van entry models......................................................................................................68
1. Basis idee......................................................................................................................................68
2. Identificatie..................................................................................................................................69
,
,H22: Speltheorie
1. Spel (game)
= een model met situaties van strategisch gedrag waarbij het resultaat voor één agent afhankelijk is
van zijn eigen acties evenals van de acties van andere agenten
Belangrijk om te weten welke prijzen producenten gebruiken om te concurreren
Weinig interactie met andere spelers => we maken gebruik van verwachtingen
o Hoe kunnen we verwachten dat spelers zich gedragen als de uitkomst afhangt van de
acties van meerdere spelers?
Bedrijven opereren daarom in een wereld van strategisch gedrag: een spel
2. Dominante strategie
Dominante strategie van een rationele speler
Een strategie is strik dominant als:
o Het strikt beter is dan alle andere strategieën
o Niet afhankelijk is van wat de anderen doen
Gaat niet uit van:
o rationaliteit van de andere spelers
o "pay-offs" van de andere spelers
Vertelt wat een speler kiest (is "informatief")
Robuuste strategie
Zeer veeleisende eigenschap om de optimale strategie van een speler te zijn: weinig spellen
hebben een dominante strategie
Prisoner’s dilemma 1
Politie arresteert twee verdachten
o Genoeg bewijs voor korte veroordeling (1 maand)
o Meer bewijs nodig voor lange veroordeling (10 maanden)
Kunnen de gevangen gedwongen worden om te bekennen?
o Aanklager vraagt gedetineerden zelfstandig om te verraden
Plea bargain: pleiten voor strafvermindering, moet iets tegenover staan om
te praten
o Het aanbieden van een korting op de gevangenisstraf
o Straffen na kortingen:
Als beide zwijgen
Beide 1 maand
Als één persoon praat
Verrader gaat vrijuit
Ander krijgt 10 maanden
Als beide praten
Krijgen beide 4 maanden
Gevangen worden in aparte cellen gezet, maar beslissen gelijktijdig
Prisoner 2
Stil blijven (L2) Verraden (R2)
Prisoner 1 Stil blijven (L1) 1,1 10,0
Verraden (R1) 0,10 4,4
1
, Het dilemma kan gemakkelijk worden opgelost met behulp van het concept van een
"dominante strategie"
Beide spelers geven de voorkeur aan één strategie ten opzichte van de ander, onafhankelijk
van de keuze van de andere speler:
o Voor beide is het voordeliger om te verraden
Stelt veel economische instellingen voor, zoals vb. prijsconcurrentie
o Wanneer alle bedrijven hoge prijzen hanteren, profiteert de sector er als geheel van
(gemeenschappelijk belang)
o Elk individueel bedrijf heeft een dominante strategie om af te wijken naar een lagere
prijs, ongeacht de andere bedrijven (individueel belang)
Prisoners' dilemma 1: alternatieve benadering
We gaan letten op de prisoners' payoffs (of het nut / utility u)
o u=10−¿ months
Egoïstisch want gevangenen geven alleen om hun eigen straf
Prisoner 2
Stil blijven (L2) Verraden (R2)
Prisoner 1 Stil blijven (L1) 9,9 0,10
Verraden (R1) 10,0 6,6
We gaan ervanuit dat de 2 gevangenen hun payoffs willen maximaliseren
Prisoners' dilemma 1: grafische payoffs
Common good: hier clam, clam (stil blijven)
Dilemma in de sociale wetenschappen: het is voor de groep beter om te zwijgen, maar toch
gaan ze klikken => groepsbelang wordt overzien en men gaat uit van eigen belang
Best-reply function
= wat is mijn beste antwoord op elke mogelijke actie van de andere spelers
best-reply = maximale nutskeuze (utility) gegeven een gedrag van een ander
Evenwicht = niemand heeft belang om iets anders te doen
De beste antwoordenfunctie van speler 1
o ALS speler 2 clams, DAN is het beste antwoord van speler 1 rat
o ALS speler 2 rats, DAN is het beste antwoord van speler 1 om te ratten
Opmerking: rat is een strikt dominante strategie
De beste antwoordenfunctie van speler 2
o ALS speler 1 clams, DAN is het beste antwoord van speler 2: rat
o ALS speler 1 rats, DAN is het beste antwoord van speler 2: rat
2
, Conclusie: beiden kiezen to rat/verraden
Prisoners' dilemma 1: belangrijke inzichten
Conflict: privé aansporingen versus sociale efficiëntie
o Rationele keuze kan leiden tot slechte uitkomsten
Afspraken vooraf doen er niet toe, als het spel zich maar eenmalig voordoet
Dominantie
o Speel nooit een strikt gedomineerde strategie
o Soms bestaat er een strikt dominante strategie
Prisoners' dilemma 2
Speler 1 is een 'moreel persoon' denkt voor de groep en niet enkel aan zichtzelf
o u=20−Σ ¿ months
Payoff matrix (in termen van nut)
Prisoner 2
Stil blijven (L2) Verraden (R2)
Prisoner 1 Stil blijven (L1) 18,9 10,10
(moreelpersoon) Verraden (R1) 10,0 12,6
Heeft speler 1 een dominante strategie ?
o Stel 2 zwijgt, dan zwijg je best ook
o Stel 2 klikt, dan klik je best ook
o GEEN dominante strategie: speler 2 gaat sws klikken (geen groepsbelang) dus speler
1 klikt best
Toepassing: als concurrent een hoge prijs zet, dan doe ik dat best ook en visa versa
3. Games in normal forms
Een normal form specifieert
o Wie de spelers zijn
o Wat hun strategieën zijn
o Hun payoffs voor alle mogelijke combinaties van strategieën
Ze kiezen hun strategie zonder te weten welke strategie de andere kiest
Si = (clam, rat) => dit is de manier waarop men de mogelijke strategieën van speler i
weergeeft
Een specifieke strategie wordt weergeven met kleine s i
Strategie profiel = een lijst met strategieën, een voor elke speler
o Vb. (rat, rat), (rat, clam), (clam, rat), (clam, clam)
Statische spellen met complete informatie
= wanneer de spelers de playoffs van de andere weten
Nash evenwicht
= Een strategieprofiel, een situatie waarbij elke speler zijn nut maximaliseert gegeven wat de
andere doet, en niemand heeft belang om af te wijken
In het 2 speler, simultane-bewegingen spel zijn de acties (s 1*, s2*) een Nash-evenwicht als s1*
een beste reactie is voor speler 1 bij s2* en s2* is een beste reactie voor speler 2 bij s1*
s1* moet aan u1(s1*, s2*) u1(s1, s2*) voldoen voor elke s1 in S1
s2* moet aan u2(s1*, s2*) u2(s1*, s2) voldoen voor elke s2 in S2
3
, Waarom verwachten we dat mensen het Nash-evenwicht volgen ?
We verwachten dat
o Mensen rationeel zijn
= ze maximaliseren hun nut, gegeven hun verwachtingen van wat anderen
zullen doen
o Alle mensen 'weten' wat er zal gebeuren voordat ze hun keuzes maken = coördinatie
Dan zouden mensen zich moeten gedragen volgens het evenwicht
Verwacht het omgekeerde
o Alle mensen zijn rationeel en alle mensen 'weten' wat er zal gebeuren
o MAAR, hun gedrag is niet een Nash-evenwicht (bv: clam, clam)
Dan zullen we een tegenspraak afleiden
o Omdat het gedrag niet een Nash-evenwicht is, is er minstens 1 persoon dat
verondersteld wordt te spelen naar 'best-reply'
o Dan is er minstens 1 persoon dat zal afwijken van de vooronderstelling, omdat hij
rationeel is
o Dan wist men immers niet wat er ging gebeuren
=> EEN TEGENSPRAAK !!
Formeel Nash-evenwicht
¿
o Rationaliteit: u1 ( s 1 , E 1 s2 ) ≥u 1 ( s1 , E1 s2 ) voor alle s 1 ¿ S1
¿
o Coordination: E1 s 2=s2 (spelers hebben een juiste verwachting van wat de andere
zullen doen)
o Rationaliteit en coordination geven samen het evenwicht
Wanneer moeten we evenwichtsanalyse gebruiken om gedrag te voorspellen?
In een situatie waar het logisch is om te verwachten dat
o Mensen rationeel zijn => indien niet, dan kunnen we niet voorspellen wat er gaat
gebeuren
o Mensen verstand
hebben van wat de
uitkomst zal zijn
OEFENING (zie extra uitleg + oef.
cursus p 441-442)
'korting' => aantal minder
maanden in de cel
r1 staat voor de 'korting' als
de ene 'rats' en de andere
'clams'
r2 staat voor de 'korting' als
de ene 'clams'
4. Coördinatie spel
Situatie:
o 2 auto's komen elkaar tegen op de weg
o Als ze beide rechts (of links) aanhouden kunnen ze passeren, anders zullen ze botsen
o Soms zijn de keuzes simultaan; gelijktijdig gemaakt
Deze situatie als een spel
o Spelers: chauffeur 1 en 2
o Strategie set voor chauffeur i = (rechts, links)
o Payoff function (en uitkomsten)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evypijnenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.