HC1 HC2
PHYSICAL LITERACY CLASSIFISEREN
Leren – ‘Een proces dat leidt tot relatief Fundamenteel – iets wat een bepaalde
duurzame veranderingen in het basis biedt voor specifieke
gedragspotentieel als gevolg van bewegingssituaties.
specifieke ervaringen met de omgeving’ Zoals; lopen, rennen, springen, werpen en
slaan.
• Dus er moet sprake zijn van een
relatief duurzame en stabiele Fundamentele motorische
toename van de prestatie als gevolg vaardigheden – heb je in 3 categorieën
van specifieke ervaring of oefening. • Locomotorische vaardigheden
• Leren verloopt niet lineair. o Verplaatsen van A naar B.
• Balansvaardigheden
Motorisch leren (ML) – De definitie van o Het lichaam in balans houden.
leren toegepast in een motorische • Manipulatieve vaardigheden
context. o Lichaam gebruiken om iets
4 CRITERIA MOTORISCH LEREN: met een object te doen, iets
1. Er is een duidelijk doel. onder controle krijgen/houden.
2. Lichaam en ledematen zijn nodig CLASSIFICEREN MET KLASSES:
om dat doel te bereiken.
Discreet: kort, duidelijk begin en eind,
3. Het zijn vrijwillige bewegingen
o Schoppen naar de bal
(reflectie zijn onvrijwillig).
Continue: Herhalend, er is geen begin
4. Motorische vaardigheden
en eind aan de beweging
ontwikkelen zich als gevolg van o Zwemmen
oefening. Serieel: aaneenschakeling van discrete
taken, iets langer.
Physical literacy / fysiek geletterdheid - o Grijs vlak
Dat je op een verantwoordelijke manier
deel uit kan maken van fysieke Grof: Grote bewegingen met grote
activiteiten in het leven. Dus dat je de spieren.
basisvaardigheden beheerst om goed Fijn: Kleine bewegingen met kleine
aan activiteiten deel te nemen. spieren.
Heeft 4 kernelementen: Open: Beweging wordt uitgevoerd in een
1. Motivatie om de eigen onvoorspelbare omgeving
‘motorische mogelijkheden’ o Voetballen
verder te ontwikkelen. Gesloten: Beweging wordt uitgevoerd in
2. De competentie (skills) om te een stabiele voorspelbare omgeving.
bewegen binnen een brede o Darten
variatie van uitdagende
Motorisch: Je hoeft niet lang na te
beweegsituaties.
denken over een actie.
3. Vertrouwen in de eigen o Voetballen
bewegingsmogelijkheden. Cognitieve skill: wanneer er meerdere
4. Kennis over de eigen stimuli alternatieven zijn wordt
bewegingsmogelijkheden. cognitief meer van de sporter gevraagd.
o Schaken
Bijsturen
• Shirley Beslissen
Alles loopt in een bepaalde volgorde,
een vast patroon dat je in een tijd Uitvoeren
doorloopt. Afhankelijk van leeftijd.
Motorische mijlpalen, motorische HC6
vaardigheden ontwikkelen zich in een WBU - Reactietijd
vast patroon. Stimulus - een prikkel die
• Pyramidemodel van Gallagher waargenomen wordt door één van de
Bestaat uit 2 soorten fundamentele zintuigen.
moto skills: Respons - Hoe je lichaam reageert op
1. Locomotorische vaardigheden. de prikkel. Hoe meer SR-alternatieven
2. Manipulatieve vaardigheden. hoe langer de reactietijd.
• Fasen volgens Wickstrom
Ontwikkeling binnen een Reactietijd - Tijd tussen begin externe
fundamentele vaardigheid. stimuli (startschot) en het
Minimale vorm (early) à volwassen waarneembare begin van de reactie
vorm: (proficient) met zo min mogelijk (beweging te zien met high
energie de beweging zo goed mogelijk
speedcamera).
uitvoeren. à Sportvorm (efficiënt)
Responstijd - De tijd vanaf de
• Fitts & Posner
presentatie van de stimuli tot en met
o Verbaal cognitief: Je bent vooral aan
het uitvoeren van de volledige
het nadenken, houterig.
respons.
o Motorisch associatief: Het gaat
soepeler en je hebt een algemener
beeld van de beweging. Hick’s law
o Autonome fase: Het gaat Als het aantal mogelijkheden
gedachteloos en automatisch. toeneemt, wordt de reactietijd langer.
Verzonnen door Hick.
HC5
WBU Compatibiliteit - De mate van
verenigbaarheid tussen S en R/hoe
Afferente zenuwbanen goed past deze reactie bij deze
Aanvoeren naar je hersenen. stimulus.
Afferente informatie = sensorische o Compatibiliteit is ver te zoeken bij bijv. zeilen. Daar
informatieve = stimuli. moet je namelijk naar links sturen om naar rechts te
gaan.
Zowel; informatie van buitenaf; zien, Interferentie - Eenduidigheid van
horen, voelen, etc. maar ook informatie sensorische informatie. Hoe minder de
van binnenuit; positie/beweging van sensorische informatie met elkaar
het lichaam. overeenkomen hoe lastiger te
Efferente zenuwbanen begrijpen/verwerken.
Afvoer naar je spieren. o Bijvoorbeeld bij commando pinkelen hol roepen en
bol doen met je handen.
Perceptie – Het herkennen van
sensorische stimuli
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christy2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.95. You're not tied to anything after your purchase.