Biologische aspecten
2. Erfelijkheidsleer: hoe gebeurt overerving van genen?
2.1 Omgeving en genen: twee factoren
-> aangeboren kenmerken en individuele verschillen
Definities:
Erfelijkheid: verschijnsel dat eigenschappen van voorouders bij nakomelingen worden
teruggevonden
Gen: drager van erfelijke eigenschappen in de celkern, kleinste lichamelijke stukje
Genoom: het geheel van alle genen van de chromosomen van een individu
Genotype: genetische opmaak van een organisme (biologisch bouwplan), verzameling genen
van één bepaald individu
Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken van een organisme (fysieke bouwwerk),
uiterlijke verschijnselen van een organisme, je kan het in de spiegel waarnemen
-> organisme: levend wezen
Fenotype wordt bepaald door de omgeving en het genotype
Omgeving (=milieu) + genotype = fenotype
2.2 De genetica
Menselijk lichaam = verzameling van cellen
Zygote: versmelting van twee geslachtscellen (2 gameten)
eicel + zaadcel = zygote (n+n->2n)
Daarna opeenvolging van mitoses
= groei: vorming van een nieuw menselijk leven
2.2.5 Verandering door foutjes of mutatie
Mutatie
= toevallig foutje in een gen
o bv. oogafwijking, huidziekte, …
heeft vaak geen invloed
soms voordelig (bv. scherper zicht)
wij zijn allemaal mutanten
Oorsprong van variatie (Lamarck) :
Eigenschappen, vb: giraffen
- verworven door individu - hebben lange nek
- genetisch naar volgende - doordat voorouders steeds hoog moesten reiken om
generatie aan blaadjes te kunnen, en hun nek dus getraind werd
Rechtstreeks invloed van -> foute redenering!
omgeving op het genotype
3
, 2.3 Kruisingsschema’s
Gregor Johann Mendel (1822-1884): tuinierende monnik
overerving van eigenschappen van erwten
hij vertrok van ‘zuivere lijnen’ met binnen elke lijn identieke erwten
De erwten van Mendel
2 zuivere lijnen
o Kruising van zuivere lijnen => F1
o Kruising van F1 => F2
Elke erwt 2 deeltjes, die code bevatten vorm
Glad = dominant (overheerst),
Gerimpeld = recessief
-> vanaf 1 gladde = glad,
bij 2 gerimpelde = gerimpeld
Elke ouder (P) geeft 1 deeltje aan nageslacht (F1)
o In dit geval: 1 gerimpeld deeltje + 1 glad deeltje
o Kruising van gekruiste planten => 4 mogelijkheden
P-generatie = generatie van de ouders (P staat voor ‘Parental’)
F1-generatie = nakomelingen van de P-generatie (F staat voor ‘Filial’)
F2-generatie = nakomelingen van de F1-generatie
F3-generatie = de nakomelinge van de F2-generatie
! weten wat kruisingsschema’s zijn en waarvoor ze dien maar niet kunnen opstellen vanuit een
gegeven casus. Begrippen die voorkomen bij de kruisingsschema’s (homozygoot, heterozygoot,
allelen, gameten, P-generatie, F1-generatie, enz.) moet je wel kennen
a
B aB
A Aa Aa
a aa aa
k k
b Bb Bb k kk kk
b Bb bb K Kk Kk
3. Aangeboren aandoeningen
3.1 Aangeboren versus erfelijk
Ieder ouderpaar: 5% kans op kind met aangeboren aandoening
Aangeboren aandoening Erfelijke aandoening
- kan erfelijk zijn - opgeslagen in erfelijk materiaal (chromosomen en genen)
- kan niet erfelijk zijn - vanaf het begin van de ontwikkeling
* zwangere vrouw besmet met - daarom altijd aangeboren
rode hond (virus) => kans op
aangeboren afwijkingen bij kind - niets steeds zichtbaar of merkbaar vanaf de geboorte
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martevanmieghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.65. You're not tied to anything after your purchase.