Deze samenvatting bevat alle leerstof voor dit vak. Het werd opgesteld aan de hand van de notities bij de colleges en de powerpoint presentaties die hierbij gebruikt werden. De samenvatting volgt de structuur van het boek.
Begripsbepaling strafrecht + kenmerken
Strafrecht = het Ultimum Remedium (= het laatste redmiddel)
Strafrecht = Evolutieve rechtstak en is dus moeilijk te definiëren
Werkdefinitie:
Het strafrecht is het geheel van rechtsregels die bepaalde gedragingen strafbaar stellen en
sancties bepalen die op de daders toepasselijk zijn
3 sleutelbegrippen
§ Misdrijf = gedraging waarvan de wet zegt dat het een strafbaar feit is.
§ strafrechtelijke sanctie
§ dader
=> Misdrijf = Handeling beschreven in de wet waaraan een straf gekoppeld is.
-> Geen straf zonder wetsbepaling!
=> Misdrijf is een verzamelterm voor 3 types:
-> Overtredingen
-> Wanbedrijven
-> Misdaden
=> Deze termen zijn zeer belangrijk omdat er veel aan vasthangt. Bijvoorbeeld de
bevoegdheid van het rechtscollege, de verjaring van de strafvordering, …
=> Kwalificatie van de handeling: de bepaalde gedraging die gebeurd is vertalen in een
juridische term. Bv: diefstal, moord, … Dit is de opdracht van het Openbaar Ministerie.
=> Sanctie is gekoppeld aan een bepaalde gedraging. Je kan meerdere vormen hebben van
sancties, dit hoeft niet perse een straf te zijn.
=> Sanctie = het toevoegen van leed, maar toch ook het resocialiseren van de dader, … er
zijn verschillende doelstellingen van een sanctie. Het EHRM zegt dat er altijd een perspectief
geboden moet worden aan daders om ooit los te komen van een sanctie.
=> Dader = persoon die een handeling stelt en hiervoor bestraft kan worden. Je kan
natuurlijk enkel de dader zelf bestraffen. GEEN strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor
andermans daad!!
,=> Dit is wel iets anders dan een civielrechtelijke aansprakelijkheid (Bv: minderjarige begaat
misdrijf, ouders kunnen niet bestraft worden maar kunnen wel aansprakelijk gesteld worden
voor de schade die hieruit voortvloeit)
-> Dit kunnen natuurlijke personen zijn maar recent ook rechtspersonen. Vroeger
moest men gaan zoeken naar een natuurlijke persoon die met een rechtspersoon een
misdrijf gepleegd had maar nu kan de rechtspersoon zelf bestraft worden. Natuurlijk
zijn er heel wat handelingen die een rechtspersoon niet kan stellen (Bv: moord).
Maar slagen en verwondingen door een machine waarvan het onderhoud wordt
uitgesteld wel.
4 Kenmerken :
1. Sanctierecht : het gaat altijd om een sanctie die wordt opgelegd door een rechter. Bv een
administratieve sanctie is een bestuurlijke sanctie en valt hier dus niet onder omdat hier
geen rechter aan te pas komt!
-> Non bis in idem beginsel: je kan niet 2 keer voor hetzelfde feit gestraft worden.
-> Ook uit de rechtspraak van het EHRM kunnen positieve verplichtingen voortvloeien
die een land verplichten een zaak te onderzoeken en te bestraffen. De overheid moet
namelijk ook de burgers beschermen tegen misdrijven.
2. Legaal recht: legaliteitsbeginsel! Geen straf zonder wet (Nullum crimen sine lege, nullim
poena sine lege). Het moet in de wet staan op het moment dat een misdrijf gepleegd wordt!
-> Geen terugwerkende kracht van de strafwet. Niet enkel de strafbare handeling
maar ook de concrete straf moet in de wet staan. De wet moet ook voldoende
duidelijk zijn, en ook voldoende voorspelbaar, je moet het dus op voorhand kunnen
inschatten.
3. Publiek recht: Het gaat over wetgeving die geldt tussen overheid en particulieren. Het is
een proces tussen de maatschappij en de dader. Het slachtoffer zelf is hier niet de bestraffer,
dit is aan het Openbaar Ministerie. Het slachtoffer kan wel betrokken worden in de zaak als
procespartij voor een schadevergoeding.
-> Het strafrecht is namelijk van Openbare Orde, je kan er bv niet van afwijken in
overeenkomsten. Door deze OO speelt de toestemming van het slachtoffer eigenlijk
geen rol. Men is niet gebonden door een klacht van het slachtoffer om een zaak te
beginnen.
4. Autonome rechtstak: De strafrechter is vrij in zijn beoordeling van de zaak en is niet
gebonden door de uitleg gebonden aan termen in andere rechtstakken.
-> Bv: De roerende goederen die onroerend kunnen worden door bestemming, de
strafrechter is niet gebonden door deze zaken. Je kon een kast niet stelen want het
was onroerend geworden omdat het vaststond in de muur. De strafrechter kan dan
perfect zeggen dat de kast gewoon roerend goed was.
,Historisch overzicht en theorieën van strafrecht
Klassieke leer vertrekt vanuit een zeer rationeel mensbeeld waarin men er vanuit gaat
dat de mens een vrije wil heeft om handelingen te stellen. Dit is een uitgangspunt dat ook in
vraag gesteld kan worden want is er wel sprake van een vrije wil?
-> (Bv: minderjarigen, geestesgestoorden, …) dit wordt opgelost door aparte regimes
te ontwikkelen voor dergelijke categorieën.
De moderne periode:
=> Positivisme: dit is het andere uiterste. Hier neemt men een deterministisch mensbeeld,
de mens is gedetermineerd om bepaalde handelingen te stellen. Dit is een gevaarlijk
mensbeeld.
=> Het sociaal verweer: de bescherming van de maatschappij is de voornaamste doelstelling
van het strafrecht, dus zoveel mogelijk vermijden dat misdrijven worden gepleegd. Hier is
vooral de preventie belangrijk. Algemene preventie door af te schrikken en ook bijzondere
preventie door de individuele dader uit de maatschappij te halen en recidivisme te
voorkomen.
-> Dit is onze hedendaagse visie in België voor het strafrecht. Ons strafwetboek
vertrekt wel uit de klassieke leer omdat het ontstond in 1867 wanneer deze leer zeer
actueel was. Er zijn wel heel wat complementaire wetten bijgekomen waarin de
nieuwere mensbeelden hun intrede deden.
Het strafwetboek
Twee boeken (1867)
§ Boek I: art. 1-99bis : algemene beginselen
§ Art. 100 (100bis + 100ter): scharnierartikellen tussen Boek 1 en 2.
§ Boek II: art. 101-566: misdrijven en hun bestraffing
Indeling van het materieel strafrecht
-> Algemeen deel (internationale verdragen, GW, Sw. – Boek I) >< Bijzonder deel (Sw. –
Boek II, bijzondere strafwetten)
-> Strafwetboek
-> Complementaire wetten
-> Bijzondere wetten
-> Artikel 100 Sw.: alle principes die we gaan zien zijn ook van toepassing op andere
strafbepalingen behalve het hoofdstuk over strafbare deelneming en artikel 85 over
verzachtende omstandigheden.
, Hoofdstuk 1: de strafwet
Legaliteitsbeginsel
Begripsbepaling
=> Strafrecht = legaal recht, legaliteitsbeginsel is zeer belangrijk in het strafrecht.
-> Legaliteitsbeginsel kent dan ook zijn oorsprong in het strafrecht. (Becaria)
=> Adagium: komt niet uit het Latijns recht, het is 19de eeuws.
-> Nullum Crimen sine lege: legt focus op het misdrijf. GEEN MISDRIJF ZONDER
WETSBEPALING. Als de wet een bepaalde gedraging niet als misdrijf ziet dan kan je
hiervoor niet gestraft worden.
-> Nulla poena sine lege: GEEN STRAF ZONDERS WETSBEPALING. Je kan geen straf
hebben als deze niet in de wet is vastgelegd. Niet enkel het type straf maar ook de
omvang van de straf moet in een wet vastgelegd zijn.
=> Belang Legaliteitsbeginsel: Je moet op voorhand weten als burger wat strafbaar is, dit
moet je ook op voorhand kunnen inschatten. Het moet dus ook voldoende DUIDELIJK zijn!
-> Dit is vandaag de evidentie zelve maar als we dit historisch bekijken is dit eigenlijk
een reactie tegen de willekeur die in het strafrecht aanwezig was. (Zie middeleeuwen
en daarvoor)
=> Verbod van terugwerkende kracht van de strafwet!
=> Historisch kunnen we het situeren rond de tweede helft van de 18 de eeuw. Niet elk
moreel verwerpelijk gedrag moet strafrechtelijk vervolgd worden. (Strafrecht = ULTIMUM
REMEDIUM!)
=> Je vindt het legaliteitsbeginsel niet enkel terug in nationaal recht (Gw. En Sw. Art. 2) maar
ook in INTERNATIONALE VERDRAGEN!
=> In de Belgische context hebben we meerdere mogelijkheden dan enkel een wettekst. Er is
namelijk niet enkel een federale wetgever in ons land.
=> De meeste wetten moeten ook strafbepalingen hebben opdat deze afdwingbaar worden.
-> Er zijn daarnaast ook Decreten, Ordonnanties, GAS-boetes (Gemeentelijke
Administratieve Sancties)
-> Het legaliteitsbeginsel vereist dus niet dat er een Federale Wet is!
=> Ook gemeenten
-> Straffen + bestuurlijke sancties voor overtredingen van gemeentelijke reglementen
of verordeningen
-> gedragingen m.b.t. openbare overlast, bepaalde verkeersinbreuken + gemengde
inbreuken (optioneel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quieran22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.