Hier kan u een volledige en uitgebreide begrippenlijst vinden van de te kennen definities op zowel de powerpoint als in het boek. Deze begrippen zijn duidelijk opgelijst en te kennen voor het examen.
Ik behaalde een 16/20 voor het examen door deze begrippenlijst vanbuiten te leren!!
BEGRIP BETEKENIS
Economie Twee betekenissen
1. De economie = het economische gebeuren:
Nu is economie een complex systeem van productie en
consumptie met beperkte middelen, waarin gezinnen,
bedrijven en overheid een rol spelen.
- Private bedrijven produceren goederen en diensten en
zorgen voor tewerkstelling
- Overheden voorzien aanbod van publieke goederen en
diensten, kopen aan bij bedrijven en stellen werknemers te
werk; zij reguleren de economie
- Gezinnen kopen goederen en diensten aan, betalen
belastingen en vormen het menselijk kapitaal dat de
economie doet draaien
2. Economische wetenschappen = studiedomein dat
economisch gebeuren bestudeert
- Inhoudelijke focus op welvaart.
- Methodologische focus op het rationele handelen van
mensen in situaties van schaarste.
Het maakt de economische wetenschappen tot een toolbox om
beslissingen te analyseren en gevolgen in te schatten.
Een middel (arbeid, kapitaal of milieu) is schaars wanneer de
Schaarste
mogelijke aanwendingen van een middel de beschikbaarheid van
dat middel overstijgen.
Gevolg: de maatschappij kan niet alle goederen en diensten
produceren die de mensen wensen omdat de hoeveelheid
middelen schaars is.
Schaars is niet hetzelfde als zeldzaam.
Mate waarin behoeften binnen maatschappij worden bevredigd via
Welvaart
schaarse middelen.
Welzijn De mate waarin behoeften worden bevredigd via schaarse en niet-
schaarse middelen.
Bruto binnenlands product Optelsom van alle goederen en diensten die in een jaar
geproduceerd worden binnen de landsgrenzen en niet als input
gebruikt worden om verder afgewerkte goederen mee te maken.
BBP per hoofd: BBP gedeeld door het aantal inwoners in land.
, Wordt gekenmerkt door
Kapitalisme 1. Productie binnen bedrijven
2. Ruil van producten via markten
Private eigendom kapitaalgoederen
Allocatie Doordachte inzet/toewijzing
Ontmoeting van kopers en verkopers. Kopers bepalen de vraag
(bereidheid tot kopen), verkopers het aanbod (bereidheid tot
verkopen).
Markt Zij verhogen hun behoeftebevrediging via ruil.
Voorbeeld: arbeidsmarkt, kapitaalmarkt en mileumarkt. Markten
voor geproduceerde goederen en diensten.
Vraag Bereidheid tot kopen.
Bepaalt dat, ceteris paribus, de gevraagde hoeveelheid van een
goed of dienst daalt indien de prijs stijgt.
Wet van de vraag
Negatieve relatie; voorgesteld in het prijs-hoeveelheidsvlak door
de vraagcurve.
Veelgebruikte assumptie in economie die onderstelt dat alle
Ceteris Paribus
andere grootheden hetzelfde blijven (ongewijzigde
omstandigheden).
Vraagtoename
Vraagcurve
Vraagafname
Substitutiegoederen Wanneer prijsdaling van goed A leidt tot daling vraag naar goed B
Complementaire goederen Wanneer prijsdaling van goed A leidt tot toename vraag naar goed
B
Aanbod Bereidheid tot verkopen.
Bepaalt dat, ceteris paribus, de aangeboden hoeveelheid van een
Wet van het aanbod goed of dienst stijgt indien de prijs stijgt.
Positieve relatie; voorgesteld in het prijs-hoeveelheidsvlak door de
aanbodcurve.
Situatie waarin de aangeboden hoeveelheid en de gevraagde
hoeveelheid gelijk zijn.
Marktevenwicht Op dat moment voelen noch kopers noch verkopers een stimulans
om iets te veranderen (iedereen die wil kopen of verkopen kan dat
doen tegen de prijs).
Prijs die aangeboden en gevraagde hoeveelheid in evenwicht
Evenwichtsprijs brengt.
Grafisch: prijs waar vraag- en aanbodcurve elkaar snijden.
Evenwichtshoeveelheid Gevraagde en aangeboden hoeveelheid bij evenwichtsprijs.
Grafisch: hoeveelheid waar vraag- een aanbodcurve elkaar snijden.
Markten zijn zelfregulerend; automatische naar utopie streven,
Zelfregulerend wanneer de overheid geen beperking zou opleggen (verschillende
meningen).
2
, ECONOMISCHE TOOLBOX:
SCHAARSTE EN MODELLEN
BEGRIP BETEKENIS
Afruil (trade-off) Meer van het ene impliceert minder van het andere.
Doet zich zowel voor bij consumptie (besteding van geld aan
verschillende goederen) als bij productie (inzet productiefactoren
voor verschillende te produceren goederen).
Alternatieve kost van een besteding, wat je opgeeft bij een
Opportuniteitskost besteding
De niet-gerealiseerde opbrengst van het best mogelijke alternatief
voor de gemaakte keuze.
Marginale baten Bijkomende baten voor het opvoeren van een activiteit (met één
eenheid).
Marginale kosten Bijkomende kosten voor het opvoeren van een activiteit (met één
eenheid; met inbegrip van opportuniteitskosten).
Activiteit moet uitgebreid worden zolang marginale baten groter
zijn dan marginale kosten.
Marginaal beslissen - Marginale baten < marginale kosten: activiteit inkrimpen
- Marginale baten > marginale kosten: activiteit uitbreiden
Marginale baten = marginale kost: activiteitsniveau optimaal
Structurele beslissing Zijn de totale baten minstens even hoog als de totale kosten voor
het optimale activiteitsniveau?
Modellen Geven verband weer tussen bepaalde (economische) grootheden
(variabelen).
Economische modellen Deze zijn erop gericht de werkelijkheid te begrijpen zodat beleid
kan ontwikkeld worden dat welvaart in de maatschappij versterkt.
Deductie
Nieuwe hypothese (veronderstelde relaties tussen economische
variabelen) afleiden uit bestaande. Dit is theorievorming.
Inductie
Verzamelen en analyseren van gegevens om de hypothesen te
testen en indien nodig bij te stellen. Dit is empirisch werk.
Visueel model van hoe geldstromen en reële stromen tussen
gezinnen en bedrijven op markten lopen.
Economische kringloop - Ecosysteem: als gezinnen voldoende inkomen hebben, zullen
bedrijven niks moeten produceren.
Ecosysteem: als te hoge lonen worden opgelegd, zal er geen
tewerkstelling en dus geen consumptie zijn.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yoranblommers1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.24. You're not tied to anything after your purchase.