Wij, masterstudent Geneeskunde (4e jaars) en bachelor student Geneeskunde (1e jaars), hebben een grote oefenbundel gemaakt voor de decentrale selectie van Geneeskunde 2023 in Utrecht. De oefenbundel bestaat uit 2 delen, namelijk Anatomie en Fysiologie, met totaal 300+ oefenvragen. Deze oefenvragen ...
Wij, masterstudent Geneeskunde (4e jaars) en bachelor student
Geneeskunde (1e jaars), hebben een grote oefenbundel gemaakt voor de
decentrale selectie van Geneeskunde 2023 in Utrecht. De oefenbundel
bestaat uit 2 delen, namelijk Anatomie en Fysiologie, met totaal 300+
oefenvragen. Deze oefenvragen zijn per hoofdstuk vermeld, zodat je gericht
kan oefenen per onderdeel van de leerstof. Daarnaast hebben we ook een
complete samenvattingsbundel online staan op ons Stuvia account. Deze
samenvatting geeft de volledige leerstof op een overzichtelijke manier weer.
Neem vooral een kijkje als het je fijn lijkt om met een Nederlandse samenvatting te leren.
De oefenvragen kan je handig gebruiken om te testen hoe goed je de leerstof kent. Door het oefenen
kom je erachter welke onderdelen van de leerstof je wellicht nog wat beter moet leren, zodat je
optimaal voorbereid kan deelnemen aan de selectiedag. Bijgevoegd in dit document is een
antwoordmodel met toelichting waarom welk antwoord goed is. Op deze manier is het oefenen veel
leerzamer voor jullie. Doordat wij veel ervaring hebben met de selecties en tentamens van
Geneeskunde, zal de oefenbundel representatief zijn voor de daadwerkelijke selectie.
Volg ook zeker ons insta-account (@decentralegeneeskundeutrecht) voor extra
gratis oefenvragen en tips!
Het is verboden om deze oefenbundel te delen met andere mensen, wegens copyright. Het
delen of kopiëren van de inhoud wordt dan ook streng gestraft door Stuvia. Daarnaast gaan we
er natuurlijk vanuit dat jullie strijden voor je eigen rangnummer en niet die van een ander.
Wij wensen jullie héél veel succes met de voorbereiding! Onthoud goed: Laat je niet gek maken door
andere mensen en focus op je eigen leerproces! We raden aan een planning te maken en denk hierbij
aan het inplannen van herhalingsmomenten. Naast het leren is het ook erg belangrijk om te oefenen.
Copyright 2022 OTGU 2
, Inhoudsopgave
Oefenvragen – Hoofdstuk 1: Grondbeginselen van de fysiologie 4
Antwoorden - Hoofdstuk 1: Grondbeginselen van de fysiologie 6
Oefenvragen - Hoofdstuk 5: Transport van opgeloste stoffen en water 7
Antwoorden - Hoofdstuk 5: Transport van opgeloste stoffen en water 12
Oefenvragen - Hoofdstuk 38: Urineconcentratie en verdunning 15
Antwoorden - Hoofdstuk 38: Urineconcentratie en verdunning 19
Oefenvragen - Hoofdstuk 40: Integratie van zout- en waterhuishouding 21
Antwoorden - Hoofdstuk 40: Integratie van zout- en waterhuishouding 27
Oefenvragen - Hoofdstuk 50: De Bijnier 30
Antwoorden - Hoofdstuk 50: De Bijnier 35
Copyright 2022 OTGU 3
, Oefenvragen - Hoofdstuk 1: Grondbeginselen van de fysiologie
1. Welke onderstaande stelling(en) is/zijn juist?
I. Vrijwel altijd gebeurt de communicatie tussen cellen en organen met behulp van complexe
chemische stoffen.
II. Hormonen kunnen door transport via de systemische circulatie een wijdverspreid effect
bewerkstelligen.
A. Stelling l is juist, stelling ll is onjuist
B. Stelling l is onjuist, stelling ll is juist
C. Stelling l en ll zijn juist
D. Stelling l en ll zijn onjuist
2. Hoe heten de signaalstoffen die zenuwcellen via hun axonen gebruiken?
A. Hormonen
B. Neurotransmitters
C. Peptiden
D. Ionen
3. Wat behoort tot het alles overkoepelende systeem dat zorgt voor het functioneren van
het menselijk lichaam?
A. Het hart- en vaatstelsel
B. Medische fysiologie
C. Het zenuwstelsel
D. Het genoom
4. Wat behoort tot het interne milieu van een organisme?
A. Zweetkanalen
B. Inhoud maagdarmkanaal
C. Extracellulaire vloeistof
D. Niertubuli
5. Welk onderstaande antwoord is geen voorwaarde om te spreken van een levend
organisme?
A. Een levend organisme kan signalen uit omgeving ontvangen en hierop reageren.
B. Een levend organisme heeft een levenscyclus van groei en voortplanting.
C. Een levend organisme kan zich aanpassen aan veranderde omstandigheden.
D. Een levend organisme heeft een gastheer nodig om zich te vermenigvuldigen.
6. Welke onderstaande stelling(en) is/zijn juist?
I. Bij negatieve feedback heeft de output een inhiberende werking op het inputsignaal.
II. De werking van adrenaline en cortisol werken antagonerend in hun effect op de
bloedglucosespiegel.
A. Stelling l is juist, stelling ll is onjuist
B. Stelling l is onjuist, stelling ll is juist
C. Stelling l en ll zijn juist
D. Stelling l en ll zijn onjuist
Copyright 2022 OTGU 4
, 7. Zet de volgende stappen die horen bij negatieve feedback in de juiste volgorde.
I. Het output signaal moet in staat zijn om effector mechanismen te activeren.
II. Het systeem moet in staat zijn om het input signaal te vergelijken met een interne
referentiewaarde;
III. Het systeem moet in staat zijn om een vitale parameter te meten;
IV. Het systeem moet in staat zijn om te reageren met output signalen;
A. IV-lll-l-ll
B. lll-ll-IV-l
C. lll-IV-ll-l
D. IV-lll-ll-l
8. Vul de volgende stelling aan:
Insuline en glucagon zijn hormonen die ten opzichte van elkaar een …. werking hebben.
A. Synergistische
B. Inhiberende
C. Antagonerende
D. Exciterende
9. Welk begrip wordt omschreven met de onderstaande tekst?
Als één systeem uitvalt of tekortschiet, is er niet gelijk een grote verstoring van de waarde van de
parameter, doordat andere systemen ervoor zorgen dat homeostase behouden blijft.
A. Steady state
B. Adaptatie
C. Redundantie
D. Doelmatigheid
10. Welk begrip wordt omschreven met de onderstaande tekst?
Wanneer omgevingsfactoren veranderen kunnen feedback loops zich aanpassen aan de nieuwe
omstandigheden.
A. Steady state
B. Adaptatie
C. Redundantie
D. Doelmatigheid
Copyright 2022 OTGU 5
, Antwoorden - Hoofdstuk 1: Grondbeginselen van de fysiologie
Vraag Antwoord Toelichting
1 B Vrijwel altijd gebeurt de communicatie tussen cellen en organen op
moleculair niveau, met behulp van ionen als H+, K+ of Ca2+. De signalen
kunnen ook complexere chemische stoffen zijn. Een cel kan
signaalstoffen afgeven aan de bloedsomloop, waardoor een
wijdverspreid effect bewerkstelligd kan worden. Verder gelegen cellen
kunnen zo bereikt worden. Onder deze categorie vallen de hormonen.
2 B Zenuwcellen kunnen via korte of lange axonen efficiënt signalen
doorgeven via neurotransmitters.
3 D Het genoom is verantwoordelijk voor het functioneren van het menselijk
lichaam. Het genoom bestaat uit al het genetisch materiaal (DNA) bij
elkaar.
4 C De inhoud van het maagdarmkanaal, de zweetkanalen en de niertubuli
behoren tot het externe milieu. De extracellulaire vloeistof is onderdeel
van het interne milieu.
5 D D is fout, omdat levende organismen zelf in staat moeten zijn om zich te
vermenigvuldigen, zonder hulp van een gastheer.
6 A Het meest gebruikte mechanisme voor homeostase is negatieve
feedback. Hierbij heeft de output een remmende werking op het
inputsignaal. Adrenaline en cortisol werken synergistisch en zorgen
beide voor het verhogen van de bloedglucosespiegel.
7 B Op volgorde: meten (sensor) – input signaal vergelijken met setpoint –
reageren als input afwijkt van setpoint met outputsignalen –
outputsignaal activeert effector mechanismen
8 C Insuline en glucagon hebben een tegengestelde (=antagonerende)
werking. Insuline verlaagt de bloedglucosespiegel, terwijl glucagon de
bloedglucosespiegel verhoogt.
9 C Bij redundantie zorgen meerdere systemen in het lichaam voor de
regulatie van dezelfde parameter.
10 B
Copyright 2022 OTGU 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slotesmee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.52. You're not tied to anything after your purchase.