1. Introductie tot het begrip type/typologie en morfologie
1.1 Typologie
De garage gaat terug op twee typologieën. Welke?
Voor de garage er was als vorm waren er twee voorgangers : stal + koetshuis
= +
Wat is TYPOLOGIE? (leer van typen)
Over dit begrip is doorheen de tijd nagedacht en het is geëvolueerd in de tijd :
- 18de eeuw : een theoretisch instrument voor de classificatie van begrippen
Plantenkunde : linnaes = classificatie van planten
Architectuur : classificatie op basis van morfologie (in architectuur gebeurt classificatie op
basis van morfologische en functionele kenmerken)
(deze brengt structuur in kennis en maakt inzicht in disciplines mogelijk)
DUS : 20ste eeuw : een ontwerpinstrument van waaruit mogelijke ontwerpbeslissingen zijn
te genereren
PHILIPPE PANERAI : generatieve typologie (= een reproduceerbaar stelsel van
samenhangede ontwerpkeuzes)
Hij beschrijft het ‘type’ als : een geheugenkoffer (1), een drager van ontwerpervaringen (2)
(met een gelijksoortig probleem) en een geijkte oplossing (3)
1.2 Ontwikkeling van het begrip “type”
Typos (Grieks) = vorm / patroon (model / matrijs / afdruk / mal …)
QUAUTREMERE de QUINCY : type als synoniem voor model maar er is een duidelijk verschil in
betekenis
TYPE MODEL
Object waarnaar iedereen werken kan Object dat als zodanig moet herhaald
concipiëren onderling die onderling niet worden
overeen hoeven te komen
Alles is min of meer vaag Alles is nauwkeurig en gegeven
Is de oorsprong, oorzaak, het idee van een
element dat het model tot richtlijn moet
dienen
Bv.: bij het ontwerpen van een arbeiderswoning : je hebt een idee, maar geen exact beeld. Je
weet bijvoorbeeld welke materialen maar niet hoe het eruit ziet
1
,Typologie in de antropologie van het wonen : (begrip typologie in verband met gebouwde
projecten)
Woningtypologieën worden gevormd in functie van beschikbare materialen en technieken
klimaat, reliëf, economische activiteit, sociale relaties, wereldbeeld en religie, … binnen een
bepaalde gemeenschap
Vergelijk : LE CORBUSIER (object type)
Vanzelfsprekende, gestandaardiseerde objecten waarvan vorm resultaat is van een
verfijningsproces in functie van een maximale gebruikswaarde en de noodzaak van een
economische productie.
(woningen moeten ook zo gestandaardiseerd worden als een auto.. bv. Citroën
QUATREMERE de QUINCY : type is het resultaat van een lange traditie
niets komt uit het niets voort
alles heeft een voorgeschiedenis
het basisprincipe is steeds waarneembaar
type kan veranderen (vormvariaties kunnen verder ontwikkelen)
type is een abstract begrip
DURAND : classificatiesysteem gericht op onderwijs en productie van architectuur.
De typologie staat volgens hem los van de oorspronkelijke context van de gebruikte vorm.
Hij ziet het type als een oplossing voor mogelijk voordoende ontwerpproblemen waarin
ontwerpen een kwestie werd van samenvoegen van bepaalde onderdelen.
CONCLUSIE : Durand = samenvoegen
Panerai = zelf nog na moeten denken
Quatremère = types
(zie kleine tekeningetjes ppt)
2
,1.3 Functionalisme (modernisten)
= het bestuderen van een functie, op basis van een functie nadenken hoe je een nieuw
object kan maken (het is een primaat van het “programma” / afwijzing van traditie)
= een functionele typologie (1)
= een model of standaard (een prototype en geen resultaat van historische
ontwikkeling) (2)
Bv.: PEVSNER (gebouwtypes bij elkaar), NEUFERT (minimummaten voor alles), ERNST MAY,
SHUTTE-LYHOTSKY (standaardtypes voor woningen : frankfurtkuche Lyhotsky)
PEVSNER (historie gebouwen types) NEUFERT (minimummaten voor alles)
MAY (Siedlung Römerstadt, Frankfurt am Main) SHUTTE-LYHOTZKY (Frankfurter Küche)
1.4 Typologie en morfologie (‘de Italiaanse school’)
= MURATORI, AYMONINO en ROSSI (Muratori doet aan morfo-typologisch stadonderzoek
met typologie als ANALYSE-INSTRUMENT)
= meer vanuit stadsontwerp, er wordt kritiek gegeven op het functionalisme /
modernisme. Ze willen een minder grote breuk met het verleden. Ze brengen
typologie op basis van vorm terug in de belangstelling. (morfo-typologisch stads-
onderzoek)
Vb1: amfitheater in Lucca omgevormd tot markt
3
, Vb2: binnen interieurarchitectuur ook : moderne meubelkunst wordt verder gewerkt op
principes van klassieke meubelkunst (modulor wordt rij van fibonacci in combinatie
met de gulden snede) Marie-José Van Hee werkt hier sterk mee
1.5 Morfo-typologisch onderzoek
= onderzoek op een concreet stedelijke vorm
= onderzoek op aanwezige, veel voorkomende elementen (bv.: woningen)
= zoekt een relatie tussen de vorm van de stad en de typologie van gebouwen
CONCLUSIES : Type ontwikkelt zijn specifieke kenmerken alleen in stedelijk weefsel (1)
Stedelijk weefsel ontwikkelt zijn specifieke kenmerken alleen binnen een
stedelijke structuur / context (2)
Stedelijke structuur is enkel begrijpelijk in een historisch dimensie (3)
ROSSI : meer gericht op het ontwerpen en de schaal van architectuur, het type zit diep
in de mens verankerd (1) en is een drager van culturele betekening (2)
architectonisch typen destilleren uit het stedelijk weefsel : oer-elementen
van de architectuur v/h verleden gebruiken die historisch onveranderbaar
zijn. Met de nadruk op de culturele betekenis van het type (elementaire
vormen) (
typische elementen van de traditionele stedelijke architectuur in een
vereenvoudigde vorm inbrengen in nieuwe gebouwen (kolom, galerij, fabriek)
Bv.: teatro del mondo (verwijzen naar de theaters aan het water) koffie- en suikerpot
Teatro Del Mondo
Gemeentehuis Borgorico appartement
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noadekeyser33. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.00. You're not tied to anything after your purchase.