Dit is een samenvatting van het gehele blok ZHB1. Alle hoorcolleges, werkgroepen, MTE's, practica etc. zijn uitgewerkt en samengebundeld tot een mooi geheel met duidelijke uitleg en plaatjes. Wanneer dit goed geleerd wordt is de kans op het halen van de toets groot! Ik heb al mijn toetsen in 1x geh...
Samenvatting ZHB1:
Samenvatting Week 1:
Hoorcollege 1:
Zenuwstelsel:
• Centraal zenuwstelsel:
- hersenen (encephalon)
- ruggenmerg (myelum)
• Perifeer zenuwstelsel:
- hersenzenuwen (nervi craniales, 12 paar)
- ruggenmergszenuwen (nervi spinales, 31 paar)
à sensibele ganglia: cellen die van receptoren buiten de wervelkolom, gevoel, waarneming
à autonome ganglia: neuronen voor aansturing van de organen (viscera)
Termen:
• Afferent= aanvoerende informatie in de richting van het centrale zenuwstelsel vb.
Sensibele informatie à gevoel, zien, vanuit organen
• Efferent= wegvoerende informatie in de richting van het centrale zenuwstelsel af. Vb.
Motorisch à vanuit CZS à in richting van skeletspieren (= somatisch), ook klieren,
en gladdespierweefsel (= autonome/ viscerale vezels)
• Somatisch= willekeurig, zelf aansturen (denk ik) vb. informatie van je huid
• Autonoom/visceraal= onwillekeurig, informatie vanuit de organen kan sensibel zijn
Centrale zenuwstelsel:
• Cerebrale hemisfeer= de helft van de grote hersenen, je hebt er 2
• Diencephalon= tussen 2 helften hersenen
• Mesencephalon= midden hersenen
• Pons + cerebellum= kleine hersenen
• Medulla= deel hersenstam
• ruggenmerg
à hersenstam= mesencephalon, pons en medulla
Hersenvliezen/ meningen:
• dura mater= harde hersenvlies
• arachnoidea= spinnenweb vlies
• pia mater= zachte hersenvlies
à ruggenmerg en hersenen
à vanaf nu alleen hersenvliezen rondom de hersenen
Dura mater:
• buitenste harde vlies
• komt uit mesoderm
• Gevasculariseerd door: a. Meningea à Meningea media= grootste arterie
• Arterie komt schedel binnen à bij afdrukken in de schedel bij je slaap à schedel is
zwakker à vier schedel botten komen bij elkaar
• Klap op je hoofd à bloeding in je schedel à bloed ophoping tussen dura en
schedelbot à je krijgt ovaal vormige bloeding (ovaal door: durat mater zitten
bepaalde plekken vast dus dat stukje bloed heeft kan het niet verder)à compressie
van de hersenen à hersenen naar achter gedrukt à druk op de hersenstam (=
ademhalingscentrum en bloeddruk regeling à coma = epidurale bloeding /epiduraal
hematoom = arteriële bloeding
• Bestaande uit:
- endostale blad= het botvlies à helemaal vergroeid met meningeale blad
- meningeale blad= er is dus geen onderscheiding ze zijn vergroeid à op enkele
, plekken zijn de twee plekken wel uit elkaar, in die ruimte lopen grote afvoerende
bloedvaten van de hersenen= veneuze sinus ß ligt intraduraal
Arachnoidea:
• Vlies tegen dura mater aan
• Zorgt ervoor dat er geen subdrale ruimte is
Arachnoidea en pia :
• Strengetjes verbonden met piamater = spinnenweb vlies
• Pia volgt precies alle contouren hersenen
• Ruimte tussen arachnoid en pia= subarachnoidale ruimte:
- vloeistof (hersenvloeistof)= liquor cerebrospeinalis
- oppervlakkige vaten zitten in subarachnoidale ruimte à liggen boven op de pia
Subdurale bloeding= bloeding onder de dura
• Ruptuur in ankervenen
• Veneuze sinus= grote afvoersysteem hersenen
• Oppervlakkige venen in de veneuze sinus
draineren
• Venen in veneuze sinus= ankervenen ß prikken in
de dura
• Trauma à schudding à venen scheuren precies
onder dura à subdurale bloeding
• Effect subdurale bloeding= zelfde effect als
epidurale bloeding à inclamming van de hersenen,
maar dit duurt langer! = veneuze bloeding
Veneuze sinussen:
• In de dura
• Sinus sagittalis superior=
• Sinus sagittalis inferior=
• Sinus rectus= bloed verzameld
• Confluens sinuum= samenstroomgebied van sinus saggitalis sueperior en sinus
sagittalis inferior
• Sninus transversus= zowel naar links als rechts
• Sinus sigmoideus= s-bocht bloed kan schedel verlaten
• Sinus cavernosus= aan weerszijde van hypofyse (turkszadel)
• Sinus petrosus superior= venen die over het
rotsbeen loopt à loopt aan bovenrand à loopt op
sinus sigmoideus
Anastomosen= verbinding met andere venen:
• Orbitalo
• Hoofdhalsgebied heeft geen kleppen in de venen
à ligt van druk af hoe het bloed stroomt =
gevarezone = stoffen uit abces kunnen in de
richting van hersenen gaan à duits gezegde
Liquor circultie:
• Gemaakt in plexus choirdeus ß bevinden zich in: laterale, 3e en 4e ventrikel
• Ventrikel systeem: ruimte in hersenen
• Laterale ventrikel: cerebrale hemisferen 2 à lumen is laterale ventrikel, eerste en
tweede ventrikel
, • Derde ventrikel= Di-ensefalom
• Aquadutus cerebri= smal kanaaltje in mesencephalon,
vervoert vloeistof lijkt net water à verbindt 3e en 4e
ventrikel
• Vierde ventrikel= bij pons en medullaà hier zijn gaten=
foramina à liquor systeem verlaten in subarachnoidale
ruimte à rondom hersenen en ruggenmerg
• Centraal kanaal= in ruggenmerg, kanaaltje bij mensen
eig. dicht
à in deze ruimtes heb je speciaal vaatrijkweefsel= plexus
choroideus ß maakt hersenvloeistof (liquor aan) = overal met
de ventrikels
à liquor wordt afgevoerd in veneuze sinus
Arteriële systeem:
• Voorste systeem= a. Carotise interna à links als recht gaat door de foramen in de
schedel naar binnen
• Achterste systeem= a. Vertebralis à gaat in de vertebralis dus ruggengraat zit onder
de carotis interna, maar carotis interna zit voorin en vertebralis achterin.
à cirkel van Willis= gevormd door beide systemen: stel bloedpropje à normaal hele
voorzijde hersenen geen bloed à maar door communicerende takje toch bloed à practicum
leren welke takjes leren
à stel bloedingà bloed in de subaranchoidale ruimte à bloed komt rondom de hersenen ß
door aneurysma= grote uitstulpingen arteriën
Arteriële systeem 2 takken:
• Carotis interna
• Ceronimenia
• Perforerende takjes= takjes die direct hersensubstantie ingaan= centrale gedeelte
hersenen
• Oppervlakkige takjes= corticale takken, die gaan eerst naar oppervlakte, en daarna
naar binnen, maar voorzien oppervlakkige delen hersenen
Corticale takken/ oppervlakkige takken:
Verzorgingsgebieden:
• A. Cerebri anterior (paars)= voorziet midden en grote hersenen
• A. Cerebri media (rood)= voorziet het laterale, bolle zijde van bloed
• A. Cerebri posterior (groen)= voorziet onderzijde bloed
, Hoorcollege 2:
Blastocyst:
• Eicel na 4/5 dagen
• Hierin vormt zich met vocht opgevulde ruimte in het midden=
amnoinholte
• Bestaat uit 2 delen:
- embryoblast= inner cell mass
- trofoblast= outer cell mass
• Embryoblast bestaat uit 2 bladige kiemschijf:
- epiblast à hierin ontstaat primitiefstreep à er gaan cellen migreren
tussen de twee kiemlagen à vormen mesoderm à LET OP: nu is
epiblast ecotderm en hypoblast endoderm.
- hypoblast
Gastrulatie= het ontstaan van de 3 kiembladen:
• Ectoderm
• Mesoderm
• Endoderm
• Speelt zich voor implantatie in uterus plaats
Axiale mesoderm= chorda dorsalis
• Axiale mesoderm geeft signalen af aan ectoderm à ectoderm wordt het
neuro-ectoderm= neurale plaat
Paraxiale mesoderm:
• Vorming van somieten
• Cellen in de plaat gaan krommen en uiteinden van een buis gaan sluiten
• Vorming van de buis= neurulatie
• Ectoderm gaat over de buis heen
• Blokjes mesoderm wordt gevormd= somieten
• Neurale buis gaat als eerste sluiten in de eerst 5 gevormde somieten= ligging in de
hals
• Sluit zowel van caudaal naar craniaal
• Op dag 25 aan de voorzijde (=craniaal)
• Op dag 27 dicht aan achterzijde (=caudaal) (=helemaal neurale gesloten buis)
Neurulatie: neurale lijst cellen
• Ectoderm – neuraal weefsel – ectoderm
• Paarse randen= neurale lijstcellen
• Gaan weg als de neurale buis sluit
• Cellen in sensibile en autonome ganglia
• Perifere gliacellen
• Zachte hersenvliezen
Differentiatie somieten (ontwikkeling embryo):
• Sclerotoom= wervels
- ventraal deel sclerotoom= wervellichaam
- dorsaal deel scelrotoom= wervelboog à hierin ligt het wevelkanaal waar zich het
ruggenmerg bevindt (innerverend)
• Dermatoom= huid (dermis)
- de innervatie is gebaseerd op de segmentale organisatie van somieten
- elk dermatoom wordt geïnnerveerd door een spinale zenuw afkomstig uit het zelfde
niveau.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mettesandmann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.