Samenvatting van het vak 'ondernemingsrecht'. Gemaakt met behulp van het handboek economisch recht en de notities van de les. Ook inclusief voorbeelden uit de les en de bijhorende wetsartikels.
HOOFDSTUK 1: BEGRIPPEN EN
ALGEMENE REGELEN
A. ONDERNEMINGSRECHT
Ondernemingsrecht: bestaat uit regels die de activiteiten van
ondernemingen regelen (zorgen dat de transacties tussen ondernemingen
dan soepeler verlopen)
Die regels zijn een aanvulling dan wel een afwijking op het burgerlijk recht
Aanvullend burgerlijk recht vs afwijking burgerlijk recht
- voorbeeld 1, waarbij ondernemingsrecht afwijkt van het burgerlijk recht:
de regel ‘hoofdelijkheid wordt niet vermoed’ staat in het
verbintenissenrecht, maar bij ondernemingsrecht is de regel dat als 2
handelaars zich samen verbinden voor een handelsschuld zijn ze, volgens
een gewoonterechtelijke regel, geacht zich hoofdelijk te hebben verbonden
- voorbeeld 2: uit het verbintenissenrecht weet je dat het bewijs
gereglementeerd is (basisregel: bij alle zaken boven de 3500 is er een
schriftelijk bewijs nodig via onderhandse akte), maar bij het
ondernemingsrecht zegt de wet dat het bewijs vrij is en kan geleverd
worden met alle middelen van recht)
Economisch recht: regels van publiek en privaat recht die de economische
activiteit organiseren
doel: economische ordening
doel: economisch sturingsbeleid
B. HANDELAARS EN ONDERNEMINGEN
Afschaffing van de oude begrippen koopman, handelaar en
handelsvennootschap
Koopman/handelaar (hetzelfde): zij die daden uitoefenen bij de Wet
Daden van Koophandel en het zoveel doen dat ze er hun beroep van
maken
Wat zijn daden van koophandel? Bv. elke aankoop van voedingsmiddelen
en koopwaren om die weder te verkopen of het gebruik ervan te verhuren,
elke verkoop die het gevolg is van zodanige aankoop, elke verhuring om
die een onderhuur te geven, … = dus altijd KOPEN OM TE VERKOPEN
Probleem: heel aantal mensen in het economisch verkeer vielen buiten
het veld van daden van koophandel en waren dus geen handelaar (nl. de
vrije beroepen)
bv. landbouwers, advocaten, notarissen, architecten, landmeters,
kunstenaars …
idee daarachter was dat zij geen winstoogmerk nastreefden, dus ze
waren geen handelaars
1
, Als oplossing werd dus een nieuw begrip ingevoerd, nl. onderneming
probleem hierbij: onderneming is een veel ruimer begrip, en dit kan een
impact hebben op de toepasselijkheid van bepaalde wetten
bv. de vroegere faillissementswet zei dat een handelaar failliet kan worden
verklaard als hij op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en zijn
krediet geschokt is (dus enkel een handelaar kon failliet verklaard worden
en al die vrije beroepen konden dus NIET failliet verklaard worden)
DUS als je dan zou zeggen ‘ik vervang handelaar overal door
onderneming’ dan genereert dat een enorme toevloed aan potentiële
zaken onderhevig aan insolventierecht
Handelsvennootschap: heeft hoedanigheid van handelaar
Er zijn wel nog enkele relicten (dingen die zijn overgebleven)
- Handelszaak, commerciële: bedrijven van handel (vroeger: handelsfonds)
- Samenwerkingsovereenkomst: bv. franchiseovereenkomst (bv. McDonalds:
allemaal onafhankelijke zelfstandige zaken die wel dezelfde handelsnaam
gebruiken) of (bv. advocatenkantoren die verschillende vestigingen hebben en
dezelfde naam dragen maar waaronder telkens een verschillende entiteit zit
die een eigen risico draagt)
Onderneming
= geen uniek ondernemingsbegrip
- Evolutief (veel definities)
- Verschillende definities per boek van het WER / wet
- Materieel (inhoudelijk) criterium vs formeel (vormelijk) criterium
Onderneming: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze
een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen art. I.1,1° WER
men kijkt hier naar een materieel criterium (niet de vorm)
- Duurzame / regelmatige verrichting (verrichtingen moeten duurzaam zijn
opdat er sprake is van een onderneming) vs occasionele / sporadische
verrichting (eenmalige handelingen of slechts sporadisch vallen ook niet
onder onderneming)
- Rechtsvorm is onbelangrijk
- Winst of geen winst is onbelangrijk
later NIEUWE DEFINITIE (die enkel belang hecht aan het formele criterium, om
meer rechtszekerheid te krijgen):
Onderneming = elk van de volgende ORGANISATIES:
a) Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
b) Iedere rechtspersoon
c) Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Belangrijk: ‘elk van de volgende ORGANISATIES’ dus je bent niet gewoon als
natuurlijke persoon direct een onderneming maar slechts als je een organisatie
bent (een samenbreng van middelen)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellavansprengel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.