Samenvattingen van het boek 'De Diagnostische Cyclus'(ISBN: 2987) en de teksten uit de boeken 'Diagnostiek bij Kinderen, Jongeren en Gezinnen die gelezen moesten worden voor academiejaar voor het vak Diagnostiek en Interventies voor Orthopedagogische hulpverlening.
DE DIAGNOSTISCHE CYCLUS
De Bruyn, Ruijssenaars, Pameijer en Van Aarle
2. Uitgangspunten
2.1. Wetenschappelijke diagnostiek
Wetenschappelijke diagnostiek Algemene menselijke grondstructuur van het
probleemoplossend omgaan met persoonlijkheids- en gedragsproblemen ondersteunen met
wetenschappelijk-empirische kennis.
- Systeem De Groot: Psychodiagnostische cyclus waarin de diagnosticus algemene
denkschema’s van inductie, deductie en toetsing toepast
- Diagnostiek kan in de praktijk niet altijd voldoen aan alle eisen die aan wetenschappelijk
handelen worden gesteld. Maar:
o Enerzijds: Toepassingsgebied van de gedragswetenschap
o Anderzijds: Onderdeel van de hulpverlening
o Vraagt een aantal denk- en doe-activiteiten die een wetenschappelijke
onderzoeker ook doet
- Diagnosticus is wetenschappelijker naarmate hij (Van Strien, 1984)
o Explicieter werkt met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met
elkaar in verband brengt;
o Er zich bewust rekenschap van geeft in welke gevallen hij wel en in welke
gevallen hij niet voor een bepaalde theorie kiest;
o Duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies;
o Onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor de problemen waar ze
betrekking op hebben en naar het effect van de ingrepen;
o De resultaten van het eigen werk uitwisselt met collega’s.
2.2. Verschillende foutenbronnen
Vanaf de eerste ontmoeting met de cliënt begint voor de diagnosticus een complex proces van
verzamelen, interpreteren en afwegen van informatie met het oog op het nemen van een
beslissing of er iets (en zo ja, wat) gedaan kan worden ten aanzien van de klacht van de cliënt
Hierin kunnen gemakkelijk vergissingen gemaakt worden.
3 bronnen die het belang van foutenbronnenonderzoek voor de diagnostische praktijk illustreren:
- Het schatten, afwegen en herzien van de kansen
o Het complexe beoordelingsproces begint met de keuze welk soort gegevens de
diagnosticus wil verzamelen om een onderscheid te kunnen maken tussen de
mogelijkheid van een ontwikkelingsstoornis of van protestgedrag.
Het is niet uitzonderlijk dat de diagnosticus de kansen subjectief moet
inschatten.
o Zelfs in gevallen dat de persoon over alle relevante informatie beschikt, verloopt
het proces van het herzien van kansen in het licht van nieuwe informatie niet
optimaal en hebben mensen doorgaans meer vertrouwen in hun schattingen dan
logisch-statistisch te verantwoorden is.
- Cognitieve vuistregels en heuristieken
o = zoekstrategieën die tot oplossingen kúnnen leiden
Zijn in het dagelijks leven vaak adequaat, maar kunnen tot vertekening
leiden bij kansschattingen in een gecontroleerde laboratoriumomgeving
Pagina | 1
, Mensen hebben de neiging de kans op het optreden van een
verschijnsel hoger in te schatten naarmate ze minder moeite
hebben om er voorbeelden van te bedenken (
Beschikbaarheidsheuristiek)
Mensen hebben ook de neiging vooral informatie op te zoeken die
de eigen opvatting ondersteunt
- Kwaliteit van het professionele oordeel
o Fouten en vertekeningen komen in alle fasen van de diagnostische
besluitvorming voor.
o Het leren van fouten is geen probleem, het negeren ervan wel.
2.3. Besliskundige ondersteuning
- Beslissingsprobleem Keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende
consequenties hebben met betrekking tot het doel.
- Foutenonderzoek (2.2.) is beschrijvend van aard Hoe verloopt het oordelen en
beslissen feitelijk, niet hoe het dan zou moeten verlopen.
- Normatieve besliskunde Verzameling van modellen en procedures die aangeven hoe
de beslisser in verschillende stappen van het beslissingsproces het best kan handelen
met het oog op het te bereiken doel.
2.4. Prescriptieve diagnostiek
- Waarom ‘prescriptief’? Voorschriften garanderen niet dat het onderzoek ook feitelijk tot
de oplossing van het onderzoeksprobleem bijdraagt, maar door het volgen van de
voorschriften wordt op termijn de kans op het leveren van een bijdrage aan de oplossing
verhoogd.
o Prescriptief in plaats van normatief
Normatief heeft bij Westmeyer een algoritmische en niet een heuristieke
betekenis
Normatief wordt in de besliskunde ook in algoritmische zin gebruikt.
Prescriptief wordt gebruikt voor de beslissingsondersteuning in complexe,
naturalistische situaties.
- Normatieve diagnostiek Houdt zich bezig met funderen, formuleren en onderzoeken
van diagnostische regels en procedures
- Specifieke prescriptieve diagnostiek De fundering van de spelregels wordt gezocht in
het analyseren en blootleggen van de grondkenmerken van het professionele
diagnostisch proces.
o In feite is er dus sprake van prescriptieve modellen
3. De diagnostische cyclus
3.1. Van hulpvraag tot cyclus
3.1.1. Hulpvraag, vraagstelling, onderzoeksvraag en type
diagnostisch onderzoek
- Start diagnostisch proces Rechtstreeks/Via een verwijzer aanmelden met één of
meerdere hulpvragen
o Niet elke hulpvraag is een diagnostische hulpvraag
- Diagnostische hulpvraag Gezamenlijk herformuleren tot een vraagstelling
o Vraagstelling opvatten als onderzoeksvraag Verbinding tussen type
vraagstelling en type onderzoek
o Hulpvraag (C) Type diagnostische hulpvraag (D) Type vraagstelling (C en
D) Type onderzoek (D)
D = diagnosticus
C = cliënt
Pagina | 2
, - Belangrijk voordeel onderscheid Controle wordt mogelijk op de mate waarin het
diagnostisch onderzoek aansluit bij de hulpvraag
Prototype Type vraagstelling Type onderzoek Code
diagnostische
hulpvraag
Hoe moet ik Verheldering Verhelderend VHD
verwoorden wat ik ten
opzichte van mij/dit
kind ervaar?
Wat is er met mij/dit Onderkenning Onderkennend ODK
kind aan de hand?
Waarom is dit met Verklaring Verklarend VKR
mij/dit kind aan de
hand?
Hoe kan ik/dit kind Indicatie Indicerend IDC
het best geholpen
worden?
3.1.2. Diagnostische hulpvraag en diagnostische cyclus
- Combinatie van vragen Combinatie van onderzoekstypen
- Doel diagnostisch onderzoek Optimaal antwoord geven op de vraag van de cliënt
- Diagnostisch scenario Intrinsiek noodzakelijke volgorde van diverse typen onderzoek
o Verhelderend onderzoek is de gepaste aanvangsstap in een diagnostisch
scenario.
Het is niet uitgesloten dat de diagnosticus na verhelderend onderzoek met
de cliënt tot de conclusie komt dat verder onderzoek niet nodig is.
o Scenario: Verheldering van de klacht levert kennis op die bijdraagt tot een goede
onderkenning van het probleem. Hierna kan een verklaring worden gegeven.
Voor de indicatie van de interventie moeten we beschikken over de antwoorden
bij de eerdere vraagstellingen uit de gevolgde sequentie.
3.1.3. Verschillende typen van diagnose en typen diagnostische
hypothese
- Diagnose kent 2 betekenissen
o Onderkenning van een stoornis
o Verklaring voor het probleem/de stoornis
- Hypothesen Voorlopige uitspraken die nog aan (nieuw) feitenmateriaal getoetst
moeten worden.
- Verklarende diagnostiek = meest empirisch-wetenschappelijke onderdeel van de
diagnostische besluitvorming
3.2. De diagnostische cyclus
- Optimaal diagnostisch beslissingsproces Cyclisch
verloop
o Als iedere stap na de eerste uitvoering tot
voldoende zekerheid leidt, kan een eenmalig
doorlopen van de sequentie volstaan.
- Ononderbroken pijlen Grondfiguur van de
diagnostische cyclus
- Gestippelde lijnen Mogelijkheden die zich om geldige
redenen in de diagnostische praktijk kunnen voordoen.
- Iedere stap levert een conclusie op
Pagina | 3
, 3.2.1. Klachtanalyse
- Klachten vormen de ingang tot het diagnostisch proces
- Klachten weerspiegelen ervaringen en belevingen
- Diagnosticus Verzamelt klachten en gaat na of de verantwoording ervan door de cliënt
overeenkomt met wat die bedoelt. Nagaan welke diagnostische hulpvraag aan de
klachten tegemoet zou kunnen komen.
- Uitkomst Ordening van de klachten die door de cliënten onderschreven en herkend
worden en waarop diens hulpvragen betrekking hebben Verhelderende diagnose
3.2.2. Probleemanalyse
- Problemen Situaties/Gedragingen van de cliënt waarover de diagnosticus op
empirische of theoretische gronden kan aannemen dat er sprake is van een voor de cliënt
ongunstige toestand
- Diagnosticus Verbanden leggen tussen klachten en problemen, controleren van
correspondentie, groeperen en benoemen van problemen en ernst taxeren.
- Uitkomst Benoeming van het probleem/de problemen Onderkennende diagnose
3.2.3. Verklaringsanalyse
- Verklaringen Empirisch getoetste uitspraken over condities, die afzonderlijk of in
samenhang het probleem/de problemen hebben doen ontstaan dan wel instandhouden.
- Diagnosticus Genereren van hypothesen, empirisch toetsbare voorspellingen afleiden,
formuleren en toetsen en integratief beeld opstellen
- Uitkomst Samenhangend beeld, waarin één of meerdere condities met een bepaalde
mate van waarschijnlijkheid als verklaring voor het probleem gelden Verklarende
diagnose
3.2.4. Indicatieanalyse
- Indicaties Empirisch/Theoretisch onderbouwde aanbevelingen voor één of meerdere
interventies.
- Diagnosticus In overleg met de cliënt een interventiedoel formuleren, in aanmerking
komende typen interventie onderzoeken, in onderling overleg het nut van de mogelijke
alternatieven bepalen, onderzoeken van indicatiecriteria voor verschillende interventies,
kans van slagen inschatten en uiteindelijke aanbeveling formuleren.
- Uitkomst Lijst van indicaties in de zin van aanbevelingen voor mogelijke interventies
Indicerende diagnose
3.3. De diagnostische cyclus als onderdeel van de klinische
cyclus
- Klinische cyclus (KC) = Diagnostische cyclus (DC) + Therapeutische cyclus (TC)
o TC: Planning (PL), Uitvoering (UV) en beoordeling van het effect (BE).
o Diagnostische en therapeutische cyclus hebben de status van deelcycli
Boeten niet in aan identiteit of zelfstandigheid
Er zijn problemen waarvoor geen interventie bekend, beschikbaar
of nodig is of gevallen waarbij diagnostische informatie
ontbreekt/onbekend is 1 deelcyclus.
De ene deelcyclus vormt een controle op de andere
o De kans van slagen van een interventie is mede
afhankelijk is van de juistheid van de diagnostische
informatie.
o Het advies (de uitkomst van de diagnostische cyclus) heeft
de vorm van een voorwaardelijke voorspelling die middels
een correct uitgevoerde interventie op zijn geldigheid
getoetst kan worden.
o Koppeling van de diagnostische cyclus aan de therapeutische cyclus heeft
implicaties in de empirisch-analytische zin, maar is ook noodzakelijk om op
Pagina | 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalmichels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.