100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting onderzoek en statistiek toetsdoelen en formules uitgelegd $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting onderzoek en statistiek toetsdoelen en formules uitgelegd

1 review
 274 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

dit is een samenvatting van onderzoek en statistiek met uitgebreide uitleg. ook bevat deze de formules met uitleg en rekenstappen

Preview 4 out of 13  pages

  • Yes
  • April 2, 2016
  • 13
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jamielandman • 7 year ago

avatar-seller
Onderzoek en statistiek

Week 1:
zuiver onderzoek  het is een zuiver onderzoek als het onderzoek in de 1e plaats ten
dienste staat van de ontwikkeling van de wetenschap.
De eisen die aan een wetenschappelijk onderzoek worden gesteld:
- Algemene uitspraken  onderzoek dat op basis van waarnemingen probeert
ware en algemene uitspraken te doen. Het gat over onderzoek naar de
waarneembare werkelijkheid, ook wel empirie genoemd.
- Objectiviteit  de eis van de objectiviteit hangt samen met het doel van het
onderzoek: tot ware uitspraken komen. De onderzoeker lat de werkelijkheid zelf
spreken en accepteert die zoals die zich aan hem voordoet. Objectiviteit houd ook
in dat je onderwerpen en uitkomsten open onder ogen durft te zien. helemaal
objectief zijn lukt zelden, maar je kunt ernaar streven dor je resultaten ter
discussie te stellen.
- Controleerbaarheid  wie volledig transparant te werk gaat voldoet aan de eis
van contoleerbaarheid. (alle stappen die je neemt kan iedereen zien)
- Herhaalbaarheid  een onderzoek moet zo opgezet zijn dat andere het in
principe ook kunnen overdoen en daarmee kunnen nagaan of de resultaten gelijk
zijn.
- Systematiek  ‘onderzoekers doen nu weer eens dit, dan weer eens dat.’
Onderzoekers proberen consequent te zijn en houden de samenhang in de gaten
van alles waarmee ze bezig zijn.

Wetenschappelijke probleemstelling formuleren, onderzoeksvraag.
- altijd in vraagvorm
- duidelijke onderscheid tussen probleem en doel stelling  de doelstelling
heeft te maken met het waarom (verhoging van de efficiency van het afrekenen
bij supermarkten) en de probleemstelling heeft te maken met het wat van het
onderzoek (Hoe vaak mislukt het scannen van een streepjescode bij de kassa in
de supermarkt?).
- open of gesloten  of je het een of ander kiest, open of een gesloten (ja of
nee), hangt ervan af wat je wilt weten, waarom je het wilt weten en waarvoor de
resultaten gebruikt gaan worden.
- Probleemstelling moet concreet, scherp en ondubbelzinnig worden
geformuleerd.
- Duidelijk maken wat je echt wilt weten
- Geen oordelen of voorschriften
- Waarom en waardoor  het is mogelijk om te onderzoeken of een bepaalde
mogelijke oorzaak of reden al of niet van belang is. wanneer onderzoek direct het
gedrag, de behoefte, motieven of dergelijke van mensen betreft, zijn waarom en
waardoor vragen dikwijls mogelijk.
- Opsplitsing in logisch gestructureerde deelvragen


Objecten  personen, huizen, pubers etc.
Afhankelijke variabelen  deze variabele word beïnvloed door een andere variabele
Onafhankelijke variabelen  deze variabele beïnvloed de andere variabele
Meetwaarden  concrete eigenschappen van de afzonderlijke, individuele objecten.
Data matrix  worden genoteerd in een rechthoekig blok, de data matrix. Alle
gegevens van 1 object vormen daarbij een rij en de kolommen de gegevens van alle
objecten.
Object 1 Variabele 1 Variabele 2 Variabele 3
Object 2 Variabele 1 Variabele 2 Variabele 3
Object 3 Variabele 1 Variabele 2 Variabele 3
Links naar rechts= rij
Boven naar beneden= kolommen

,Staafdiagram 

Bestaat uit elkaar gescheiden staven.




Histogram 


Staven sluiten op elkaar aan.




Polygoon 


een soort van staafdiagram alleen wordt i.p.v. een staaf
een punt op het hoogste punt gebruikt en er loopt een
lijn tussen deze punten (als het een vloeiende lijn is, is
het een curve)




Stapeldiagram

, de staven zijn op elkaar geplaatst.




Taartdiagram 




- Methodologie  regels en technieken om wetenschappelijk verantwoord
onderzoek te doen, zodat dit leidt tot een ware, algemene uitspraak over de
werkelijkheid.
- Doelstelling  geeft aan welk doel je hebt met je onderzoek. (dit onderzoek
moet helpen om de dienstenverlening door de thuiszorg beter te laten aansluiten
bij de wensen van de cliënten.)
- Probleemstelling  geeft aan welke vraag he wilt beantwoorden met je
onderzoek (in hoeverre zijn cliënten van de thuiszorg tevreden zijn over de
verschillende soorten geleverde diensten?)



1. Motivatie en stoppen met roken.  geen vraag, is geen goed onderscheid
tussen probleem en doelstelling, niet concreet, er is niet duidelijk wat je wilt
weten.  hoeveel % van de Nederlandse bevolking heeft een intrinsieke motivatie
om te stoppen met roken?

2. Hoeveel vitamine C moet men dagelijks gebruiken?  vooroordeel(hoeveel
vitamine c, wie bepaald dat?)niet concreet  wat is de minimale hoeveelheid
vitamine c waarbij de doelden… en… door..% van de mensen bereikt worden?

3. Zijn boeken geschikt voor gehandicapten?  niet concreet  zijn leesboeken
van ……………..(schrijver) geschikt voor verstandelijk gehandicapten?

4. Hoeveel procent gebruikt wel eens een middeltje?  niet concreet 
hoeveel procent van de bevolking van Nederland gebruikt wel eens ………..?

, 5. Waarom wachten mensen met naar de dokter gaan?  niet concreet, moet
in deelvragen (financiële drempels, bang voor de dokter, etc.)




Week 2:
operationaliseren  hierbij maak je duidelijk wat je onder een variabele verstaat en
wat er moet gebeuren om deze te meten. (ze maken onderzoeksgegevens
interpreteerbaar, onderling vergelijkbaar en herhaalbaar (drieledig doel)
Gevoeligheid  de mate van precieze.
Betrouwbaarheid  mate waarin je hetzelfde resultaat krijgt als je de meting herhaalt
(ook in afronding en dergelijke)
Validiteit  meet je wat je wilt meten
Representativiteit  het vertegenwoordigen van een grote groep.

Toevallige meetfouten  ze vormen ‘ ruis’ in de meetgegevens, ze zijn altijd aanwezig,
ze heffen elkaar gemiddeld op, ze zijn onafhankelijk van de werkelijke waarde en ze
benadelen de betrouwbaarheid van een meting.
Systematische meetfouten  deze fouten tasten de validiteit aan , ze hoeven niet
aanwezig te zijn en ze vertekenen de meetwaarde in een bepaalde richting.

Meetniveau’ s:
Nominaal meetniveau  als de waarden van een variabele in feite alleen maar namen
zijn. De volgorde van meetwaarden zijn niet van belang. (categorieën, geen volgorde)
een dichotome schaal is er als er maar 2 meetvariabelen zijn.
Ordinaal meetniveau hierbij hebben de schaalwaarden wel een volgorde (mbo, hbo,
uni) (wel volgorde.)
Omdat meetwaarden van nominaal en ordinaal meetniveau als getal geen of nauwelijks
betekenis hebben, worden variabelen van deze meetniveaus samen wel kwalitatieve
variabelen genoemd.
Interval meetniveau  na een meting met een interval schaal kun je meetwaarden
van elkaar aftrekken en dat verschil vergelijken met andere verschillen tussen
meetwaarden. De schaal kent geen natuurlijk 0 punt. Tempratuur is op intervalniveau
gemeten.
Ratio meetniveau  wel 0 punt, gelijke afstanden. Meetwaarden op rationiveau zijn
normaal gesproken positieve getallen, inclusief 0, waarop alle rekenkundige bewerkingen
mogen gedaan worden toegepast. De meetwaarden van veel ratioschalen kennen een
eenheid. (bij uren kun je niet in de min)
Getallen op interval en ratio meetniveau hebben als getal wel een betekenis en worden
hierdoor kwantitatieve variabelen genoemd.
continue variabelen  oneindig veel meetwaarden
discrete variabelen  meetwaarden nemen stapsgewijs toe.

Centrummaten:
Modus  meest voorkomende waarde
gemiddelde  alles bij elkaar opgeteld gedeeld door het aantal bij elkaar opgetelde
cijfers.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyra-arwen98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added