Zelf een 7,9 gehaald!
Dit document bevat alle informatie voor het tentamen strafrecht. Het boek 'straf (proces) recht', de lessen en kennisclips zijn samengevat. Daarnaast bevat de samenvatting voorbeelden en plaatjes om de theorie te verduidelijken.
Strafrecht = In het strafrecht gaat het om strafbare feiten die gepleegd worden door burgers
die opgespoord worden, vervolgd worden en bestraft worden door de overheid. Hierdoor
valt Strafrecht onder het publiekrecht. Strafrecht is een ruim begrip, waaronder
verschillende vormen van straf- en strafprocesrecht onder vallen. Het strafrecht bestaat uit
formele en materiele bepalingen. Deze bepalingen staan opgenomen in het commune en
bijzondere strafrecht.
Materiaal strafrecht = Alle regels die bepalen wat wel en niet strafbaar is. Ziet met name op
de vraag welke menselijke gedragingen strafbaar zijn en welke sancties op het plegen van
een bepaald strafbaar gesteld gedrag dienen te volgen.
Formeel strafrecht = Regelt hoe de strafprocedure is in Nederland. Welke regels moeten
gevolgd worden om strafbare feiten op te sporen, te vervolgen en te bestraffen? Bevat
voorschriften die omschrijven hoe de strafrechtelijke procedure dient plaats te vinden. We
noemen dit ook wel strafprocesrecht.
De belangrijkste bronnen zijn het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering;
noemen we ook wel het algemene straf- en strafprocesrecht of ‘commuun strafrecht’.
In het wetboek van strafrecht treffen we vooral materiele bepalingen aan.
Het wetboek van strafvordering bevat alleen formeel strafrecht.
Bijzonder strafrecht = Strafrechtelijke bepalingen die over heel specifieke onderwerpen
gaan. Zijn in aparte wetten opgenomen. Komt veel materieel recht in voor. Af en toe ook
formeel recht.
,Het doel van strafrecht is het door middel van sancties handhaven van normen die uit
strafrechtelijke bepalingen voortvloeien. Het houdt zich alleen maar bezig met handhaving.
Deze handhaving is gericht op het afdwingen van normconform gedrag.
Het strafrecht is niet normstellend, maar sanctioneert enkel gedrag dat in strijd is met
bepaalde rechtsnormen.
Verschillende normen:
- Dergelijke normen; Ook wel gedragsnormen. Zeggen iets over ons gedrag. De ene is
dwingender dan de andere.
- Rechtsnorm: Het opschrijven van een gedragsnorm.
Alleen gedragen die in strijd zijn met rechtsnormen kunnen in beginsel tot strafbaar feit
verworden. Het gaat dan om gedrag dat niet in overeenstemming is met de geldende
rechtsnorm.
Strafbaar feit = Schending rechtsnorm + geschreven reactie in het wetboek van strafrecht of
in andere strafbepaling. De opgeschreven negatieve reactie van de schending van een
rechtsnorm.
Voorkomen moet worden dat de samenleving zichzelf schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Over de rechtvaardiging / legitimering, van het toevoegen van leed aan anderen bestaan
verschillende theorieën:
➔ Vergeldingstheorie;
- Gaat uit van de gedachte dat de overheid wraak moet nemen op degene die onrecht
pleegde.
- Het steunt de gedachte dat door een strafbaar feit een inbreuk wordt gemaakt op de
zogenoemde ‘wereldlijke juridische orde’.
- De inbreuk wordt hersteld doordat dezelfde straf wordt opgelegd als de strafbare
handeling oorspronkelijk inhield.
- Staat in verbinding met de ‘oog om oog, tand om tand’- gedachte; wie onrecht is
aangedaan, mag dit zelf vergelden, wraak nemen voor onrecht dat je is aangedaan,
door de dader precies hetzelfde aan te doen.
- Is een absolute strafrechtstheorie.
➔ Preventie theorie;
- Met het straffen van personen wordt voorkomen dat anderen strafbare feiten zullen
plegen.
- Kan worden onderverdeeld in generale preventie en speciale preventie.
, ➔ Generale preventie;
De aanhangers van deze theorie willen dat anderen dan de misdadiger zien wat er
gebeurt als je een strafbaar feit pleegt. Wanneer een misdadiger wordt gestraft en
andere personen dat zien, schrikken ze daarvan. Ze leren als het ware van het feit dat
iemand anders wordt gestraft en vertonen niet langer dergelijk gedrag.
➔ Speciale preventie;
- De aanhangers van deze theorie beogen/ proberen te bereiken met het opleggen van
een straf de misdadiger zelf ervan te weerhouden in de toekomst misdaden te gaan
plegen. Na een opgelegde straf trekt een persoon lering uit zijn gedrag en wil hij niet
nog een keer een misdaad plegen. Het strafrecht moet zo de misdadiger van het
plegen van nieuwe strafbare feiten afhouden.
- Absolute preventiegedachte.
- Relatieve strafrechtstheorie; de straf wordt bedoeld om een bepaald doel te beogen
in plaats van vergelding.
- Het strafrecht werkt bij speciale preventie op 3 manieren/ wijzen;
1. Afschrikking voor de dader.
2. Verbetering on het gedrag van de dader.
3. De samenleving gaat erop vooruit nu de dader tijdelijk uit de samenleving is
verwijderd.
Wat is het doel van straffen?
- Generale- en speciale preventie.
- Vergelding; Hiermee wordt leedtoevoeging bedoeld. Iemand ondervindt
daadwerkelijk pijn of last van het feit dat hij een strafbare feit heeft gepleegd.
Bijvoorbeeld een vrijheidsontneming.
Het geweldsmonopolie ligt alleen bij de overheid. Als burgers elkaar onderling zouden
straffen, leidt dit tot willekeur binnen het strafrecht. Bovendien is de kans dat het proces op
een eerlijke wijze verloopt kleiner dan bij burgers onderling, juist omdat van de overheid
wordt verwacht dat zij iedereen als gelijke behandelt en alleen het algemene en publieke
belang dient.
Ultimum remedium = ‘Het laatste redmiddel’. Het strafrecht is iets dat wordt ingezet als alle
andere mogelijkheden al geprobeerd zijn.
,Legaliteitsbeginsel: Alles wat de overheid doet moet gebaseerd zijn op de wet.
- Geen strafbaar feit zonder wet; Slechts gedragingen die wettelijk strafbaar zijn
gesteld, kunnen door de rechter worden bestraft.
- Geen straf zonder wet; Een burger mag niet worden veroordeeld wanneer zijn
gedrag niet onder een bepaalde wettelijke strafbepaling valt.
- Geen terugwerkende kracht; Gedragingen kunnen een burger nooit met
terugwerkende kracht strafrechtelijk worden verweten (iemand iets kwalijk nemen).
Een burger kan alleen worden veroordeeld voor een handeling die in strijd is met een
wet die op dat moment al in werking is getreden.
- Geen analogische redeneringen; Het moet duidelijk zijn welke gedragingen strafbaar
zijn en wat de gedragingen inhouden. Als de gedragingen zelf niet uitdrukkelijk wordt
gesanctioneerd in een wettelijke bepaling, mogen we de gedraging niet ‘creatief’ in
deze bepaling mogen inlezen omdat het erop lijkt. De overheid kan dus alleen
gedragingen die letterlijk in de wet staan bestraffen. Zo weet de burger welk gedrag
wel en niet mag.
- Wetten moeten duidelijk genoeg zijn (lex certa); Als een bepaalde gedraging
schriftelijk in de wet strafbaar is gesteld, dan moet zij ook duidelijk genoeg worden
omschreven. Het mag niet te vaag of te algemeen worden omschreven.
Wanneer kan je spreken van strafbaarheid, voorwaarden?
- Menselijke gedraging; Een persoon verricht een gedraging.
- Wettelijke delictsomschrijving; Staat de gedraging zoals deze is begaan, ook
opgenomen in de wet als zijnde strafbare handeling. Dit heeft ook te maken met
het legaliteitsbeginsel.
- Wederrechtelijkheid; Wordt ook wel mee bedoeld ‘in strijd met het recht’.
- Schuld; ook wel ‘verwijtbaarheid’.
Bestanddelen: Zijn onderdeel van het delictsomschrijving.
- Onderdelen van de delictsomschrijving.
- Bestanddelen moeten worden bewezen.
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt als
schuldig aan moord gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogte
dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Bestanddelen.
Kwalificatie; Hoe je het delict noemt.
Strafmaat; Wat voor straf kan de dader krijgen voor het delict.
,Elementen:
• Elementen zijn niet in de delictsomschrijving opgenomen.
• Elementen hoeven niet te worden bewezen, maar worden verondersteld/
aangenomen aanwezig te zijn.
• Wederrechtelijkheid en schuld kunnen ook bestanddeel zijn.
Als schuld en wederrechtelijkheid opgenomen zijn in de delictsomschrijving zijn het
bestanddelen.
Het casusmodel: Met het behulp van dit model kan je juridische casussen oplossen.
Strafrecht week 2.
We onderscheiden typen strafprocesstelsels:
- Accusatoir proces; Kenmerkt zich door de strijd tussen twee gelijkwaardige partijen
ten overstaan van een rechter die zich passief opstelt; hij luister naar de partijen,
maar gaat zelf niet opzoek naar bewijsmiddelen of verweren. Dit proces doet denken
aan een civiele procedure waarin twee partijen de rechter proberen te overtuigen
van hun gelijk en de rechter enkel het wettelijke kader in de gaten moet houden.
- Inquisitoir proces; Kenmerkt zich door een rechter die zich actief bezighoudt met
waarheidsvinding, bijvoorbeeld door vragen te stellen aan de verdachte of getuige.
Hier zijn de partijen minder gelijkwaardig.
- Gematigd accusatoir = De verdachte heeft zoveel rechten dat het bijna gelijkwaardig
is aan een geschil in het privaatrecht.
Met het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel wordt het creëren van lokaal strafprocesrecht
voorkomen. Strafprocesrecht is namelijk geen lokaal maar nationaal recht.
De zittingszaal: Meervoudige kamer op deze foto.
, 2
8
4
9 1
3
5
7
6
1 = Officier van justitie; Leest het requisitoir voor, waar verdachte van verdacht wordt en
wat voor straf hij hierbij redelijk vindt
2 = Rechter.
3 = Rechter.
4 = Rechter.
5 = Griffier; Schrijft mee met wat er gebeurt ter terechtzitting in een proces-verbaal.
6 = Advocaat.
7 = De verdachte.
8 = Pakket politie
9 = Bode; Die roept de zitting uit en zorgt voor overige orde.
Overige mensen zijn publiek en pers. Als de zaak plaatsvindt met gesloten deuren mogen zij
niet aanwezig zijn.
Verdachte: (Art. 27 Sv)
- De belangrijkste hoofdrolspeler.
- Het centrale figuur in het wetboek van strafvordering.
- Alleen een verdachte kan worden berecht en uiteindelijk worden veroordeeld.
- Je zou kunnen zeggen dat het benoemen van een verdachte de toepassing van het
strafrecht pas van start kan gaan.
Wanneer word je als verdachte aangemerkt? Artikel 27 Sv.
- Er is sprake van enig strafbaar feit;
Iemand kan alleen verdachte zijn van een strafbaar feit wanneer hij een verboden
handeling pleegt. Wanneer iemand als verdachte eenmaal verboden handeling zou
hebben gepleegd, maakt het in beginsel niet uit welk strafbaar feit dat is. Vandaar ‘enig
strafbaar feit’. De vermoedelijke overtreding hoeft dan niet meteen worden aangegeven
op moment van verdenking. Dat feit kan namelijk pas worden vastgesteld na onderzoek
en er sprake is van een verdachte.
- Er is sprake van een redelijk vermoeden van schuld aan dit strafbare feit;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SeraKalisvaart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.