100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Theoretische Criminologie en Victimologie $13.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Theoretische Criminologie en Victimologie

 40 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting inhoud hoorcolleges

Preview 4 out of 83  pages

  • December 29, 2022
  • 83
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Theoretische
criminologie en
victimologie
Inleiding
Examen:
- Multiple choice vragen + 1 casus + vraag over literatuuropdracht
o Open vragen: casussen
o Zoals opdrachten uit WPO
 Opdracht: Station Eleven van Emily St. John Mandel (2014) lezen als
criminoloog (wat is de relevantie van de criminoloog)
 Opdracht mag je alleen maken of in groep (max 5 studenten)
 Pass/fail, als je het niet indient mag je niet deelnemen aan het examen
 Er komen nog vragen online, zoals bv. zoek een personage in de roman die
binnen een criminologisch perspectief als een criminologisch personage kan
getypeerd worden (dader/ slachtoffer/ ordehandhaver/ maatschappelijke
reactie…)
o Namen goed kennen
o Weten hoe de perspectieven zich in de tijd ontwikkeld hebben en waarom (wat er in
de maatschappij speelden op dat moment, welke kritiek is op de vorige)


1 Criminologisch wetenschappelijk denken
- De criminologie is een wetenschap die juist de relaties tussen verschillende personages in
‘het criminologische theaterstuk’ bestudeert. Daarin bestaan veel linken.
- Criminologisch wetenschappelijk denken zou een betere naam zijn voor dit vak
- Criminaliteit <-> criminologie
o Criminaliteit is deel van criminologie
o Een historisch criminologisch perspectief
 Criminaliteit en bestraffing doorheen de tijd = geschiedenis van de
menselijke samenleving
 Criminaliteit heeft altijd bestaan, hier zijn dus ook altijd gedachten/
ideeën over geweest
 Bv. heksenvervolgingen
 Politieke ontwikkeling (politieke macht!)


1

,  Laatste 1000 jaar is er veel veranderd (deze verandering in de
samenleving is essentieel, die is politiek, economisch en intellectueel
of cultureel)
 Bv. van private afhandeling van conflicten naar publieke
afhandeling (strafrecht)
֍ Hangt samen met een publieke evolutie
 Maatschappelijke (sociaal/economisch) ontwikkelingen
o Historiciteit van “fenomeen” criminaliteit & bestraffing
 Het onderzoeken hiervan zegt iets over de samenleving van toen, de
economie, de politiek, de cultuur
o Criminologisch wetenschappelijk denken is niet van alle tijden
 Denken over criminaliteit en bestraffing wel
 Criminologie is opgekomen in de 19de eeuw
 De aanspraak op wetenschappelijkheid ontstaat in deze tijd (dat je
kan zeggen dat iets wetenschappelijk is)
 De rol van wetenschap krijgt echt zijn plaats in de
samenleving, de politiek en in maatschappelijke discussies
en kwesties
 Ook institutionalisering: opleidingen aan de universiteit
 Belangrijk onderscheid maar ook belangrijke connectie
- Wat is wetenschap?
o Wetenschappelijk denken:
 Wetenschap is zoekend = “observeren”
 En meten
 Als selectieprincipe (!), zoeklicht theorie (Popper)
 Op een bepaalde manier naar iets specifiek kijken
 En dus ook “tunnel” perspectief
 Vraagstelling wordt afgebakend
 Heeft altijd een focus
 En dus ook een stuk waar niet naar gekeken wordt
 Is vaak een vraag op het examen bij casus: (1) je krijgt 2
theorieën die je moet toepassen (2) wat leggen deze
theorieën niet uit?
 De focus bepaalt de uitkomst van het onderzoek mee
 Wat is de vraag? Waar kijkt men naar
 En waar kijkt men niet naar
 Bv. Lombrozo keek naar daders, meten die op (uiterlijke kenmerken) en
verklaarde op basis daarvan crimineel gedrag van mensen. Hij keek enkel
naar mensen in de gevangenis en niet naar andere mensen die zich in de
maatschappij bevinden.
 Subjectiviteit van de onderzoeker beïnvloed ook het onderzoek
 Iedereen ziet alles op een andere manier
o Klassieke visie en premissen wetenschap = positivisme
 Ligt aan de basis van de opkomst van alle wetenschappelijke disciplines (dus
ook criminologie)

2

,  Enkele premisse (=vooronderstellingen) die aan deze basis liggen:
1. Orde en rationaliteit veronderstellen, wetmatigheden
 In de natuur, in het sociale fenomeen zoals criminaliteit en
de reactie erop, dat daar een bepaalde rationaliteit in zit
 Er zitten overal bepaalde regelmatigheden in
֍ Kettle: de ontwikkeling van sociale statistiek laat het
wiskundige denken van orde en ratio dat verstopt zit
in de menselijke natuur zien (gemiddelde, trends,…)
2. Mens is enig kennend wezen
 Wij mensen doen aan wetenschappen, wij produceren
kennis, wij zijn superieur in dit verhaal
3. De scheiding tussen subject en object
 Tussen de onderzoeker en wat er onderzocht wordt
 Is een problematisch gegeven in de sociale wetenschappen,
in de fysica bv. is dat makkelijker
֍ Mensen spreken over mensen
 Het denken mag zich niet onderwerpen …. behalve aan de feiten …
(Poincaré)
 Religies, vooroordelen, mogen geen invloed hebben
o Karakter en kenmeren:
 Wetenschapper actief op zoek naar iets, niet zomaar toevallige
waarnemingen
 I. Kant: Wetenschapper ondervraagt de natuur zoals een rechter een
getuige ondervraagt
 Wat zijn feiten? Wat wil je begrijpen? Wat wil je verklaren?
 Systematiek en gerichtheid (methode)
 Is uitgeschreven, transparant
 Wetenschapper plaats zich buiten gebeuren
 Controle & Toetsing
 Procedure en tests
 Intersubjectiviteit
 Falisificatieprincipe (Popper)
o Wetenschap en “objectiviteit”:
 Alle waarnemingen onvoorwaardelijk meenemen (ook al gaan ze niet in de
richting van de hypothese)
 Ordening demarche (=aanleiding onderzoek), analyse en interpretatie moet
logisch in elkaar zitten
 Moet je verantwoording over afleggen, mag niet zomaar random
 Classificatie, “labelling”
 (Making up people!)
 Kwalificatie
 Ordening = begrippen
 Beweringen controleerbaar voor/door anderen
 Vereenvoudiging (?): van particuliere naar algemene kennisinzichten
 De criminologische verbeelding (!) (C.Wright Mills)

3

, o Wetenschap is:
1. Voortbouwen op bestaande kennis
2. Vragende problematiserende houding ten aanzien van het onderzoeksobject =
Systematisch stellen van (juiste) vragen
3. Systematisch stellen van handelingen als oplossingsprocedure voor de gestelde
vragen
4. Verklaren  Begrijpen
 Spanningsveld: twee pijlers die altijd aanwezig zijn
5. Controverse  kennis
 Er is altijd controverse, zeker in de criminologie, is ook nood aan
tegenspraak, anders krijg je een dominant, verpletterend idee
6. Twijfel, consensus, controverse
 Een debat dat eigenlijk in elk onderzoek ook gevoerd moet worden
o Wetenschap is constant in beweging
 Is niet zo zwart wit, altijd twijfel en controverse
 Er zit beweging in de vooruitgang van de kennis
 Die dynamiek maakt het mogelijk om stappen te zetten, oude dingen
onderzoeken om nieuwe dingen te kunnen onderzoeken
o Andere beschrijving van de wetenschap dan het positivisme:
 R. Merton
 Normatieve structurerende principes over wetenschap (is
sociologischer)
 Bedoeling wetenschap = getoetste (robuuste) kennis
 Normen waaraan wetenschap moet voldoen (en die
wetenschappelijke kennis typeert):
1. Communisme = common good
 Wetenschappelijke kennis is niet privaat of geheim
 Resultaten zijn van iedereen, iedereen heeft hier toegang toe
2. Universalisme
 Kennis mag niet zomaar veralgemeend worden
 Westerse centristische kennis mag niet veralgemeend worden
3. Belangenloosheid
 Als onderzoeker mag je niet uit zijn op rijk worden, een rekening
vereffen, beroemd worden,…
4. Georganiseerde scepsis
 Sceptisch zijn tegenover het onderzoek van collega’s die hetzelfde
werk doen
o Wetenschappelijke kennis…:
 Een omschrijving: … Is abstracte kennis die op een systematische, objectieve
en logische wijze verkregen en getoetst werd of toetsbaar is, en die een zo
precies mogelijk omschreven deel van de werkelijkheid verklaart of tracht
te verklaren
 Getoets en toetsbaar wijzen op dit georganiseerd scepsis
 Zo kunnen onderzoeksresultaten gewogen worden
o Maar: diversiteit en pluraliteit aan wetenschappelijke praktijken:

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mashahoubrechts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.93  2x  sold
  • (0)
  Add to cart