Samenvatting Genetische epidemiologie
Hoofdstuk 1: Introductie
Zie dia4: kennen/kunnen voor examen --> je krijgt een publicatie van een genetisch-
epidemiologische studie en deze moeten we dan kritisch kunnen bespreken,
interpreteren,...
1.1. Wat is genetische epidemiologie
Vraag: hoe kan het gen opgespoord worden dat het verschil in lengte verklaart
tussen deze mannen?
o Deze 2 mensen op zich hebben veel genetische verschillen --> MAAR: hoeveel
en welke van deze verschillen dragen dan juist bij aan het verschil in lengte -->
dit kunnen we dus niet weten obv deze 2 personen alleen
o DUS: er zijn veel grotere groepen nodig van grote mannen en kleine mannen
--> dan kunnen we zoeken naar factoren/genetische varianten die aanwezig is
in de groep van de lange mannen, maar afwezig is in de groep van de kleine
mannen OF we zouden ook een familiestudie/koppelingsstudie doen bij beide
personen om zo de afwijking/factor/mutatie binnen de familie te vinden (vb.
bij lange man kijken of die in familie ook lange mannen heeft --> dan via
koppelingsanalyse mutatie in familie gaan opsporen
Opm. mensen hebben een verschillende etnische achtergrond die ook
bijdraagt aan genetische verschillen die niets met lichaamslengte te
maken hebben --> dit moeten we in rekening brengen in de genetische
epidemiologie
Wat vind je van de uitspraak ‘slecht rijden zit in de genen’
o Omschrijving studie: Sommige mensen kunnen nooit een goede chauffeur
worden, omdat er een foutje in hun genen zit. Dat ontdekten Amerikaanse
wetenschappers. Die mensen zouden volgens een studie tot twintig procent
slechter presteren achter het stuur. Drie op tien is het slachtoffer van dit
gen…
Welke studie werd uitgevoerd: Wetenschappers lieten 29 mensen
enkele rondjes rijden op een circuit met moeilijke bochten. Enkele
dagen later werd de test herhaald. Zeven deelnemers hadden de
genetische afwijking en ze presteerden in beide gevallen het slechtst.
De tweede keer herinnerden ze zich ook het minst van het traject.”
o Bespreking: we kunnen op een groep van 29 mensen eigenlijk nooit een
genetische studie doen want dan kunnen het gewoon puur
toevalsbevindingen zijn
MAAR: het komt wel in de pers --> mensen geloven dat dan en wijten
hun slechte rijgedrag dan aan hun genen, terwijl de studie eigenlijk
niet echt representatief is
DUS: we moeten zorgen dat juiste en representatieve studies worden
opgezet waarbij de informatie van de studie op correcte manier
, meegedeeld wordt --> dit is ook de taak van de genetische
epidemiologie
Definities genetische epidemiologie:
o Een wetenschap die gaat over de etiologie (ontstaan), distributie en controle
van ziekte in groepen van verwanten/relatives en gaat ook over overerfbare
oorzaken van ziekte in populaties (in meerdere populaties gaan kijken)
o Andere: de studie van genetische componenten in complexe biologische
fenomenen/aandoeningen
Opm. complex = meerdere genetische factoren veroorzaken de
aandoening, in combinatie met omgevingsfactoren <-> monogene
ziekte: 1 mutatie is oorzaak van de ziekte
o Wat zijn de doelen van de genetische epidemiologie:
Een beter inzicht verkrijgen in de etiologie/ontstaan/oorzaken van
complexe aandoeningen
Bij te dragen aan het vertalen van genetische bevindingen naar
zinvolle handelingen ter verbetering van de gezondheid
Omdat we weten hoe de ziekte ontstaat kunnen we op zoek
gaan naar preventieve middelen, diagnostische merkers,
therapieën ontwikkelen,...
o Figuur over ziekte van Alzheimer:
Een deel van de ziekte is monogeen overerfbaar: 3 genen gevonden en
als je in 1 hiervan een mutatie draagt, krijg je bijna met 100%
zekerheid de ziekte
Er zijn ook verschillende genetische risicofactoren (vb. APOE,...)
Er zijn ook niet-genetische risicofactoren zoals opleidingsniveau,
hoofdtrauma (bij soldaten of boksers) --> deze zaken kunnen leiden
tot schade die later tot de ziekte van Alzheimer kan leiden
--> dit pallet van monogene oorzaak tot omgevingsgebonden
risicofactoren moet in rekening gebracht worden in de genetische
epidemiologie
De genetisch-epidemiologische strategie --> bestaat uit 3 stappen:
o Stap 1: is er eigenlijk een genetische component? --> zoniet: dan moet je
geen genetische studie gaan doen
Hiervoor is een goede definitie van het fenotype/ziekte nodig
We kunnen deze componenten achterhalen via beschrijvende familie-
en populatie studies
Dit hoofdstuk handelt hierover
o Stap 2: analytische studies
Opsporen en identificeren van de genetische component via
Koppeling versus associatie-analyse
Familie versus populatie studies
o Stap 3: verdere karakterisatie
, Mutatiefrequentie, genotype‐fenotype correlaties binnen de ziekte,
modificerende factoren, bijdrage component aan het voorkomen van
de ziekte, …
1.2. Het bepalen van een genetische component
Is de ziekte (of eigenschap) genetisch bepaald?
o Er zijn meerdere patiënten in meerdere
generaties --> het zou dus kunnen dat het
genetische bepaald is --> MAAR: het zou ook
kunnen dat het niet genetische bepaald is
o DUS: aan stamboom kunnen we afleiden dat
ziekte clustert in de familie, maar je moet voor
aanvang van de studie verschillende zaken weten: welke ziekte,
omgevingsfactoren, prevalentiecijfers van de ziekte (hoe frequent komt ziekte
voor), aanvangsleeftijden van de ziekte bij de mensen, bestaat er een kans op
phenocopies (mensen die zelfde ziekte hebben door een andere oorzaak -->
vb. ene persoon heeft Alzheimer door autosomaal dominante mutatie en
andere persoon heeft het door combinatie van genetische en
omgevingsrisicofactoren), aanwijzingen voor een bepaald genetisch
overervingsmodel (recessief, X-gebonden, de novo mutatie,...), uitgebreidere
genealogie/stambomen…
Aan stamboom alleen zouden we kunnen zeggen dat het bijvoorbeeld
griep kan zijn --> maar dan is er helemaal geen genetische component
nodig
Dus bovenstaande informatie moeten we in rekening houden bij het
bestuderen bij een stamboom
Is de ziekte (of eigenschap) genetisch bepaald?
o 1 persoon (persoon 19) heeft de ziekte
--> het zou genetische kunnen zijn, bv.
de novo mutatie, ziekte die te maken
heeft met aantal copynumbers waarbij
enkel persoon 19 het aantal copy
numbers heeft dat de threshold
overschrijdt om de ziekte te hebben,
het zou ook een compound heterozygote mutatie kunnen zijn waarbij beide
ouders drager waren en het kind de ziekte kan krijgen
o In dit geval blijkt persoon 19 drager te zijn van een autosomaal dominante
mutatie
o Welke info hebben we nodig in genealogisch (stamboom) onderzoek:
Iedereen in hogere generatie is overleden --> belangrijk om te weten
op welke leeftijd ze overleden zijn en wat de doodsoorzaak was (vb.
een zelfde mutatie kan leiden tot een hersenbloeding een tot
Alzheimer --> dus dan zou je misschien zeggen dat de overleden
, mensen geen Alzheimer hebben, ook al hebben ze we dezelfde
mutatie als persoon 19)
We moeten rekening houden met gereduceerde penetrantie:
personen die overleden zijn voordat de ziekte tot expressie is
gekomen
o Stamboom: op eerste gezicht geen aanwijzingen voor een genetische
component --> bij nader onderzoek toch een genetische component
Het blijkt een autosomaal dominante overerving te zijn --> er moeten
dus vele individuen drager zijn geweest van de mutatie, maar de ziekte
niet hebben gekregen (omdat ziekte pas op latere leeftijd aanvangt) =
gereduceerde penetrantie: hierdoor lijkt het alsof er geen genetische
component zou zijn
Welke observationele studies kunnen we uitvoeren in genetische epidemiologie om
te kijken of er een genetische component is:
o Je kan in families gaan kijken en waarnemen of ziekte clustert in de familie (bij
broers, zussen, ouders voorkomt,...) --> er zijn ook 3 specifieke studie designs
om het effect van genetica en omgevingsfactoren van elkaar te
onderscheiden
Tweelingen studies
Adoptie studies
Migratie studies
o Tweelingen studies:
Er bestaan databanken van tweelingen die aan onderzoek meedoen
en die worden gevolgd door de tijd en dan wordt er gekeken of er
bepaalde ziekten/kenmerken zijn die de tweelingen delen en dan
kunnen we concordantie proporties berekenen en deze kunnen we
vergelijken tussen mono- en dizygote tweelingen
Monozygote tweelingen: (bijna) 100% van hun genetisch
materiaal wordt gedeeld
Dizygote tweelingen: delen maximaal 50% van hun genetisch
materiaal
Hoe concordantie proporties berekenen:
Concordantie: de aanwezigheid van dezelfde eigenschap in
beide leden van een tweelingpaar of anders gezegd: de
waarschijnlijkheid dat een paar individuen beiden een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller driesluyten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.86. You're not tied to anything after your purchase.