Nederlands samenvatting literatuur Dautzenberg hoofdstuk 1 Middeleeuwen
0 purchase
Course
Nederlands
Level
VWO / Gymnasium
Nederlands samenvatting hoofdstuk 1: Middeleeuwen literatuurgeschiedenis en theorie Dautzenberg 4e druk. Elke paragraaf is samengevat met uitzondering van paragraaf 2.
Nederlands literatuur samenvatting De middeleeuwen
Paragraaf 1 Historische achtergrond (500-1500)
De Franken (Germaanse stam) werden in west-Europa steeds machtiger, andat in de 5 e eeuw
na christus het West-Romeinse Rijk in elkaar was gestort. Dit gebied werd bestuurt door
middel van het feodale stelsel of leenstelsel. De koning gaf delen van het rijk ‘in leen’ aan de
adel. Als tegenprestatie beloofden ze hem trouw en hielpen hem het rijk te verdedigen.
Het Frankische rijk was een verzameling van onafhankelijke staatjes. Die werden alleen door
het persoonlijke gezag van koning bijeenhouden. In de 9e eeuw viel het rijk uiteen in twee
delen. Het westelijke deel ontwikkelde zich in de 13e eeuw tot het centraal geregeerde
koninkrijk Frankrijk. Het oostelijke deel bleef tot aan het einde van de 19 e versnipperd in
kleine vorstendommen (samen het ‘Duitse Rijk’).
Het huidige Nederland en België bestonden in de Middeleeuwen uit diverse graafschappen
en hertogdommen (het meest behoorde tot het ‘Duitse Rijk’.
In de Vroege Middeleeuwen (500-1000) bouwden de Germanen op de restanten van het
veel hoger ontwikkelde Romeinse Rijk een nieuwe beschaving op. Hun bekering van het
Christendom speelde een grote rol (Romeinse cultuur bleef bewaard). De priesters waren de
enigen die konden lezen en schrijven (Latijn). De middeleeuwse cultuur wordt theocentrisch
(1) genoemd.
1. De priesters, de ‘geestelijke macht’.
2. De adel, de ‘wereldlijke macht’.
Het hoofdkenmerk van de middeleeuwse beschaving is haar ridderlijk karakter (2).
Onderwijs, kunst, wetgeving – alles was gericht op adel of de kerk.
In de Hoge Middeleeuwen (1000-1300) ontstonden de eerste steden, die kregen tegen
betaling een zekere mate van zelfstandigheid. Er kwam een derde stand tot ontwikkeling.
3. De burgerij, handel en nijverheid.
Uit deze tijd dateren de indrukwekkende gotische kathedralen en de eerste universiteiten.
De literatuurgeschiedenis begint. Verhalen en gedichten uit de Vroege Middeleeuwen zijn
namelijk amper bewaard gebleven.
In de Late Middeleeuwen (1300-1500) werd de burgerij steeds machtiger. De cultuur kreeeg
een derde hoofdkenmerk: het burgerlijke (3). In de Nederlanden kwam nu naast Vlaanderen
(Brugge, Gent) ook Brabant (Brussel, Antwerpen) naar voeren als economisch en cultureel
centrum. (Na de Middeleeuwen wordt Holland steeds belangrijker en wordt Vlaanderen en
Brabant verdrongen).
De drie standen maakten maar een klein deel van de maatschappij uit. De velen arbeiders en
boeren behoorden tot geen enkelen stand. Ze stonden buiten de wereld van kunst, cultuur
en onderwijs.
, Paragraaf 3 Literatuur en taal
Eerste werd er alleen in Latijn geschreven. Daarnaast bestond een literatuur in de volkstalen.
Vanaf het einde van de 11e eeuw begon men die teksten ook op te schrijven. Daarom begint
de West-Europese literatuurgeschiedenis rond 1100. De literatuur van 12e en 13e eeuw is
ridderlijk en theocentrisch. De genres, als de ridderroman en het heiligenleven werden
beoefend. Vanaf het einde van de 13e eeuw komt er steeds meer dictatorschap literatuur,
die nu ook op de weetgierige burgerij in de steden was gericht.
De middeleeuwe letterkunde was niet bedoeld om te lezen, maar om te beluisteren. De
schrijvers werden troubadours genoemd. Hun teksten werden ten gehore gebracht door
rondtrekkende jongleurs of minstrelen.. daarom was vrijwel alle literatuur rijmende poëzie
(makkelijker te leren dan proza).
Er bestonden weinig boeken vóór de uitvinding van de boekdrukkunst (1450 door Johannes
Gutenberg). Kloostermonniken moesten zo’n handschrift of codex met de hand, op
bestelling schrijven. Het werd geschreven op perkament en versierd met miniaturen.
Dankzij de boekdruk kon men tegen het einde van de Middeleeuwen makkelijk en goedkoop
boeken drukken. Ze konden het nu zelf lezen (ipv luisteren naar voordracht ervan). Poëzie
werd in proza omgezet. De boeken rond 1450 t/m 1500 werden wiegendrukken of
incunabelen genoemd.
Na 1500 gingen de boeken steeds meer lijken op de huidige. Perkament werd papier. Het
oudste gedrukte boek ter wereld is de ‘Gutenberg Bijbel’ uit 1455. In die tijd gingen schrijven
hun naam vermelden. Omdat ze dat eerder niet deden werd de middeleeuwse literatuur de
‘gemeenschappelijke kunst’ genoemd. Toen kon men teksten nog makkelijk overschrijven.
In de Middeleeuwen was er nog geen eenheidstaal (zoals ABN). Iedereen schreef in zijn
eigen dialect. Men gebruikte de term Diets als overkoepelend term voor alle verschillende
dialecten. De wetenschappelijke benaming is Middelnederlands. De oudste Nederlandse
tekst (1100) die men heeft gevonden, luidt:
‘“Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu?”
De teksten uit de Middeleeuwen wijken wel af van de huidige taal, maar zijn niet moeilijk te
begrijpen. Ij en ui werd uitgesproken als ie en uu. In veel oostelijke dialecten is deze
uitspraak bewaard gebleven. Een bijkomend probleem van de middeleeuwse teksten is dat
er geen uniforme spelling was. Hetzelfde woord werd op 10 verschillende manieren gespeld.
Paragraaf 4 De ridderroman
Ridderromans zijn geschreven in rijm en in de volkstaal. De thema’s zijn vaak moed, trouw
en liefde. Er bestaan twee verschillende soorten: Arthurromans en Karelromans. Het genre
ontstond in Noord-Frankrijk aan het einde van de 11e eeuw (1001-1100) en verspreidde zich
door heel Europa, omdat men ze vertaalde en ook nieuwe teksten uitbracht.
De bekendste voorbeelden uit de Nederlanden (BeNeLux + delen van Frankrijk) zijn:
- Het Roelantslied (1200), een bewerking van La chanson de Roland (1100)
- Karel ende Elegast (1200)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kirstenkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.