Groei:
In de eerste levensweek vallen alle pasgeborene kinderen af doordat ze nog weinig
voeding krijgen en vocht verliezen. Tien tot veertien dagen na de geboorte horen ze
weer op het geboortegewicht te zitten.
In de eerste maanden neemt het gewicht met 150-200 gram per weer toe. Na
ongeveer vier maanden is het gewicht verdubbeld en weegt de zuigeling ongeveer 6
kilo. In de rest van het eerste jaar neemt de groeisnelheid geleidelijk af tot 100-150
gram per week.
Als de zuigeling een jaar oud is weegt hij ongeveer 10 kilo.
Bij ziekte verloopt de groei minder snel.
Twee andere maten van de groei zijn de lengte en de schedelomtrek. Bij de lengte
wordt het kind op een meetlat gelegd. Bij de geboorte is de lengte ongeveer 50 cm.
In het eerste kwartaal neemt de lengte ongeveer 3.5 centimeter per maand toe.
Daarna neemt de groeisnelheid af naar 1á 2 cm per maand. Na een jaar is de lengte
ongeveer 75 cm.
De groei van het hoofd wordt gemeten via de schedelomtrek. Bij de geboorte is deze
ongeveer 35 cm. In het eerste jaar groeit de schedelomtrek 11 tot 12 cm. De
schedelomtrek wordt gemeten op de plaats waar de het grootst is fronto-occipitale
omtrek.
Het is van belang de groei van een zuigeling goed te volgen, omdat afwijkingen in de
groei een aanwijzing kunnen zijn voor een ziekte of stoornis.
Mictie en ontlasting:
Observatiepunten bij urine
- Hoeveel plast het kind
- Welke kleur heeft de urine
- Hoe is de geur
- Plast het druppelsgewijs of met een straal
- Komt de urine centraal uit de penis of niet
Bij de ontlasting is het belangrijk om te kijken naar ontlasting. Dit is verschillend, dit
ligt aan de soort voeding.
Borstvoeding luiers= ontlasting ziet geelgroen, is dun of korrelig en ruikt licht zuur.
Frequentie varieert van 6xper dag tot 1x per week
Flesvoeding luiers= geel van kleur en meer gevormd of zalvig , frequentie is 1 á 2
keer per dag.
Slaap
In de eerste maanden slaap een zuigeling zo’n 16 uur per dag. Hij wordt wakker voor
de voeding.
Na drie tot 4 maanden slaapt het kind ’s nachts vaak door.
Vanaf 6 maanden slaapt het kind overdag 2 keer
, Op de leeftijd van een jaar slaapt het kind gemiddeld ongeveer 13 uur, waarvan
tweemaal overdag.
In vergelijking met een volwassenen heeft een zuigeling een korte slaapcyclus
waardoor hij lichter slaapt en gemakkelijker wakker wordt.
Huilen
Een zuigeling huilt omdat hij zich niet prettig voelt. Dit kan zijn omdat hij honger
heeft, een vieze luier heeft of hij wil aandacht.
Rond de leeftijd van 6 weken is er een piek in het aantal huil uren. Een gezonde
baby huilt gemiddeld 3 uur per dag daarna neemt het weer af tot ongeveer 1 uur.
Tanden
De eerste tanden komen door op de leeftijd van 5 tot 7 maanden. Bij het doorkomen
van ee nieuwe tand bijten kinderen meer op hun bijtring, speeltjes of handjes. Ook
neemt de speeksel productie flink toe, waardoor ze veel kwijlen. In deze periode is
de ontlasting wat dunner en slijmerig, of heeft het kind last van rode billen.
Fontanellen en schedelmaten.
De schedel van een zuigeling bestaat uit een aantal schedelbeenderen die door
kraakbeen met elkaar verbonden zijn. Deze verbindingen zijn uitwendig voelbaar.
Sutura sagittilis/ pijlnaad= een schedelnaad van voor naar achteren deze eindigt
achter in een Y-splitsing = sutura lambdoida. Ter hoogte van het oor wordt de
pijlnaad gekruist door een andere schedelnaad = sutura coronalis/ kransnaad. Op de
kruising van de pijl- en de kransnaad bevindt zich de grote fontanel. De kleine
fontanel zit ter plaatsen van de splitsing van de pijlnaad in de lambdanaad.
De kleine fontanel is 6 weken na de geboorte niet meer te voelen. De grote fontanel
sluit meestal tussen het eerste en tweede levensjaar.
Normale psychosociale en motorische ontwikkeling:
Om te kunnen beoordelen of de ontwikkeling normaal verloopt zijn verschillende
ontwikkelingsschema’s opgesteld. In Nederlandse consultatiebureaus wordt gebruik
gemaakt van het Van wiechenonderzoek. De ontwikkelingsvelden zijn:
- Grove en fijne motoriek, grove heeft betrekking op de ontwikkeling van de
musculatuur van de romp, armen en benen. De fijne motoriek van de handen
en vingers.
- Adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag: Adaptatie=wijze waarop het
kind motoriek in de praktijk toepast. Persoonlijkheid is eigen wil. En sociaal
gedrag is de mogelijkheid om te communiceren en zich aan de omgeven aan
te passen.
- Communicatie= spraak en taalontwikkeling en alle andere manier die het kind
heeft om te communiceren, geluiden maken, fronsen
Grove motoriek:
Bij een pasgeborene kunnen enkele karakteristieke bewegingspatronen gezien
worden, primitieve reflexen. De belangrijkste zijn mororeflex (schrikreactie), de
asymmetrische tonisch nekreflex (hoofd naar een kant die kan zijn armen en benen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyjanssen4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.