Dieetleer samenvatting, leerjaar 2 periode 2, Voeding en diëtetiek.
10 views 0 purchase
Course
Dieetleer
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Samenvatting Dieetleer, leerjaar 2 periode 2, Voeding en diëtetiek. Samenvatting betreft de aangewezen bronnen uit de opdrachten (onder andere de dieetbehandelingsrichtlijnen) en gemaakte vragen uit de opdrachten. Onder andere; vochtbalans, hypertensie en oedeem. Diabetes mellitus type 2. Darmprob...
SAMENVATTING DIEETLEER
Voeding en diëtetiek
Leerjaar 2 periode 2
Geschreven door: Eva Stolwijk
,INHOUDSOPGAVE
Thema: Thema Cardiovasculair risicomanagement. ............................................................................... 2
Thema: Diabetes mellitus type 2 ........................................................................................................... 14
Thema: de buik. ..................................................................................................................................... 20
Darmproblemen bij kinderen .............................................................................................................. 20
darmproblemen bij volwassenen. ...................................................................................................... 27
Medicamenteuze behandeling ....................................................................................................... 33
Lactose intolerantie ............................................................................................................................ 33
1
,THEMA: THEMA CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT.
Leerdoelen. De DIO:
• Kent de multidisciplinaire richtlijn bij CVRM.
• Kent de meest voorkomende interventies op het gebied van CVRM en kan deze plaatsen in
verschillende stepped-care modellen.
• Kent de dieetbehandelingsrichtlijnen bij hypertensie en hyperlipidemie en kan deze
toepassen.
Bij wie wordt het risico op hart- en vaatziekten geschat?
De meeste richtlijnen kiezen voor een combinatie van opportunistische screening en systematische
screening. Deze richtlijn houdt dat ook aan. Het precies schatten van het risico op hart- en vaatziekten
bij personen met een laag risico op hart- en vaatziekten is niet nuttig.
• Stel een cardiovasculair risicoprofiel op bij patiënten met:
➢ Eerder vastgestelde hart- en vaatziekten
➢ Diabetes mellitus
➢ Chronische nierschade (eGFR <60 ml/min/1,73 m2 en/of albumine-creatinineratio ≥ 3
mg/mmol)
➢ Belaste familieanamnese voor premature hart- en vaatziekten (eerstegraads man ≤
55 jaar of vrouw ≤ 65 jaar)
➢ Vermoeden van erfelijke dyslipidemie (zie NHG-Standpunt Familiaire
hypercholesterolemie)
➢ Risicofactoren, zoals roken, obesitas (BMI ≥ 30 kg/m2), verhoogde bloeddruk of
cholesterol
➢ COPD
➢ Reumatoïde artritis
• Herhaal de schatting van het risico op hart- en vaatziekten, bijvoorbeeld elke vijf jaar of vaker
indien het geschatte risico dicht bij een behandelgrens ligt.
• Een inschatting van het risico op hart- en vaatziekten kan overwogen worden bij mannen ≥ 40
jaar en postmenopauzale vrouwen of vrouwen ≥ 50 jaar.
• Zie af van systematische schatting van het risico op hart- en vaatziekten bij mannen < 40 jaar
en vrouwen < 50 jaar zonder bekende risicofactoren.
Opstellen van een cardiovasculair risicoprofiel.
Het cardiovasculair risicoprofiel is een overzicht van de volgende factoren, die worden vastgesteld
door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek:
1. Anamnese. Vraag naar:
• Roken, voeding, alcoholgebruik en lichamelijke activiteit
• Bekende hart- en vaatziekten, diabetes mellitus of chronische nierschade
• Belaste familieanamnese voor premature hart- en vaatziekten
• Psychosociale risicofactoren zoals lage sociaal-economische status, werk- en
familiestress, sociale isolatie, psychiatrische aandoening
• Aanwijzingen voor secundaire hypertensie: zout, drop, NSAID’s, orale anticonceptiva,
drugs (amfetamine, cocaïne), slaapapneusyndroom.
2. lichamelijk onderzoek:
• Palpeer de pols: frequentie, regelmaat
• Meet de bloeddruk; gebruik voor de risicoschatting meerdere
spreekkamermetingen
• Bepaal de BMI
3. laboratoriumonderzoek:
• Bepaal voor de risicoschatting: lipidenprofiel (LDL-cholesterol, HDL-
cholesterol, totaal cholesterol, triglyceriden), glucose,
creatinine/eGFR, albumine-creatinineratio.
• Bepaal bij de start van een cholesterolverlager: LDL-cholesterol.
2
, • Bepaal bij de start van een diureticum, ACE-remmer of angiotensine
II-receptorantagonist (ARB): creatinine/eGFR, natrium en kalium.
Risicocategorieën. (Tabel 1)
Risicocategorie Personen die vallen in deze categorie
Zeer hoog risico • eerder vastgestelde hart- of vaatziekte, waaronder acuut coronair
syndroom, angina pectoris, coronaire revascularisatie, TIA of
beroerte, symptomatische aorta-iliofemorale atherosclerose, aorta-
aneurysma, claudicatio intermittens of perifere revascularisatie. Ten
aanzien van beeldvorming geldt alleen een aangetoonde athero-
sclerotische stenose of aangetoonde ischemie als ‘vastgestelde hart-
en vaatziekte’;
• diabetes mellitus met orgaanschade, zoals proteïnurie, of met een
belangrijke risicofactor, zoals roken of ernstige hypercholesterolemie
(totaal cholesterol > 8 mmol/l) dan wel ernstig verhoogde bloedruk (≥
180 mmHg);
• ernstige chronische nierschade: eGFR < 29 ml/min/1,73 m2, of eGFR
30-44 ml/min/1,73 m2 met ACR 3-30 mg/mmol, of eGFR 45-59
ml/min/1,73 m2 met ACR > 30 mg/mmol;
• een berekende SCORE ≥ 10%.
Hoog risico • ernstig verhoogde enkele risicofactor, in het bijzonder totaal
cholesterol > 8 mmol/l of bloeddruk ≥180 mmHg;
• de meeste andere personen met diabetes mellitus (met uitzondering
van jongeren met diabetes mellitus type 1 en zonder klassieke
risicofactoren, die een laag of matig risico kunnen hebben);
• matige chronische nierschade: eGFR 30-44 ml/min/1,73 m2 met ACR
< 3 mg/mmol, of eGFR 45-59 ml/min/1,73 m2 met ACR 3-30
mg/mmol, of eGFR ≥ 60 ml/min/1,73 m2 met ACR > 30 mg/mmol;
• een berekende SCORE ≥ 5% en < 10%
Laag tot matig • Een berekende SCORE < 5% voor tien jaar. Veel personen van
verhoogd risico middelbare leeftijd vallen in deze categorie.
GFR= glomerulaire filtrasnelheid; ACR: albumine-creatinineratio (in urine)
De interventies die in algemene zin bij de verschillende risicocategorieën worden aanbevolen kunnen
als volgt worden samengevat:
Risicocategorie Interventie
Zeer hoog risico Leefstijladvies aangewezen, medicamenteuze therapie meestal aangewezen;
Hoog risico Leefstijladvies aangewezen, overweeg medicamenteuze therapie. De
beslissing om medicamenteus te behandelen hangt onder andere af van:
• het risico op ziekte als gevolg van hart- en vaatziekten, dat fors kan
variëren bij vergelijkbare sterfterisico’s (zie SCORE-risicotabel);
• de mate waarin een effect van leefstijlveranderingen te verwachten
is.
Laag tot matig Leefstijladvies aanbevolen, medicamenteuze behandeling is in deze
risico risicocategorie zelden aangewezen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evastolwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.