Definitie vermogen Art. 3.35. BW : alle goederen, rechten en plichten die aan een persoon op een
bepaald moment toebehoren, en in geld waardeerbaar zijn. Elke natuurlijke persoon of
rechtspersoon heeft een vermogen, en slechts één vermogen.
dat vermogen fluctueert
Vb. Ik kan vandaag een villa hebben in mijn vermogen, maar morgen kan dat weg
zijn.
Vermogensrechten:
Definitie vermogensrechten: vermogensrechten of patrimoniale rechten zijn de rechten die een
economische waarde hebben. Ze zijn in geld waardeerbaar, verdwijnen niet uit bij een overlijden
(want erfenis) en kunnen verhandeld worden.
• Wanneer een persoon overlijdt, dan gaat men kijken wie de erfgenamen zijn. Zij zullen alles
op hen krijgen; zowel activa (vb. een huis) maar ook passiva (schulden). Vb. de dode heeft
een lening van over 10 jaar, dan zullen de erfgenamen dit verder moeten afbetalen aan de
klant.
• Ook de openstaande vorderingen gaan de naar de erfgenamen. Vb. jouw overleden vader
heeft nog een vordering tegenover een klant. Dan kan jij naar die klant gaan en zeggen van:
jij moet nog zo veel geld.
Vermogensrechten vallen uiteen in zakelijke rechten, vorderingsrechten en intellectuele rechten.
1) Zakelijke rechten → recht op zaak of goed
Vb. het eigendomsrecht
2) Vorderingsrechten → recht ten aanzien van een persoon op een bepaalde prestatie
Vb. huurovereenkomst. De huurder heeft een vorderingsrecht tegenover de verhuurder,
namelijk dat hij het gehuurde goed mag bewonen. Omgekeerd heeft de verhuurder ook een
vorderingsrecht op de huurder, namelijk de betaling van de huurprijs.
3) Intellectuele rechten → recht op een idee
Vb. het auteursrecht, octrooirecht en het merkenrecht.
Extra-patrimoniale rechten:
• Tegenover de patrimoniale rechten staan de extra-patrimoniale rechten. Extra-patrimoniale
rechten hebben geen economische waarde, ze zijn niet verhandelbaar, niet in geld
waardeerbaar en eindigen wel bij overlijden.
• De persoonlijkheidsrechten en familierechten vallen onder de extra-patrimoniale rechten.
, Persoonlijkheidsrechten: recht op leven, recht op afbeelding en het recht op
privacy…
Familierechten: recht om te trouwen, het recht om te scheiden en het recht om een
kind te erkennen…
1. Zakelijke rechten
• Zakelijk recht: Zakelijk recht verleent de houder rechtstreekse zeggenschap over een
zaak (band persoon-zaak). → Horen thuis in het deel goederenrecht.
• De 3 belangrijkste zakelijke rechten zijn:
Het eigendomsrecht
Het vruchtgebruik
De erfdienstbaarheden
2. Vorderingsrechten
• Vorderingsrecht of persoonlijke recht: is een recht dat een persoon een verbintenis
heeft tegenover een andere persoon (schuldeiser-schuldenaar). Ze hebben aldus
betrekking op de verhouding tussen twee personen. Ze worden hoofdzakelijk
behandelt in het verbintenissenrecht.
• Vorderingsrechten kleven niet aan goederen. Zo kleeft, bijvoorbeeld, het huurrecht
niet aan het huurhuis. Als de verhuurder het huis verkoopt, moet de nieuwe
eigenaar, behalve bij huurregistratie, de huur niet respecteren.
• Zakelijk recht staat tegenover vorderingsrecht.
Onderscheid zakelijke- en vorderingsrechten
Aan het onderscheid zijn er 3 belangrijke gevolgen verboden:
1) Numerus clausus-beginsel VS wilsautonomie en contractvrijheid
• Zaklelijke rechten worden beheerst door het numerus clausus-beginsel: dit betekent
dat er geen zakelijke rechten zijn buiten de door de wetgever erkende zakelijke
rechten. Er is een gesloten lijst.
• Vorderingsrechten worden echter beheert door het principe van de wilsautonomie
en contractvrijheid. Dat betekent dat er een eindeloze variëteit aan mogelijke
vorderingsrechten kan bestaan.
2) Publiciteitsregels
• Zakelijke rechten moeten door iedereen gerespecteerd worden. Om die reden
gelden er publiciteitsregels voor zakelijke rechten.
Bij roerende goederen telt het bezit van het goed als titel, op voorwaarde
dat het bezit deugdelijk en ter goeder trouw is.
Zakelijke rechten op onroerende goederen moeten overgeschreven worden
bij het hypotheekkantoor. Pas na deze overschrijving is het zakelijk recht
tegenwerpelijk (bezwaar) aan de derden.
• Voor vorderingsrechten is er totaal geen registratiesyteem.
, 3) Verjaring
• Ook op het vlak van verjaring zijn er belangrijke verschilpunten tussen
vorderingsrechten en zakelijke rechten.
• Met verjaring bedoelt men dat men het recht om een rechtsvordering af te dwingen
verliest na verloop van een bepaalde termijn.
Zakelijke rechtsvorderingen verjaren na 30 jaar (art. 2262 BW).
Persoonlijke rechtsvorderingen verjaren na 10 jaar (art. 2262 bis BW)
Voorbeeld: Jan leent aan zijn buurvrouw Kelly 2500 euro. Ze zetten alles mooi op papier. Kelly moet
Jan voor het einde van het jaar terugbetalen. Kelly doet dit echter niet. Jan heeft, vanaf het einde van
het jaar (datum waarop de prestatie eisbaar is) 10 jaar de tijd om het geleende geld terug te eisen.
Doet hij dit niet (en wacht hij bijvoorbeeld 12 jaar), dan mag hij het geld niet meer terugvorderen. De
vordering is dan verjaard.
2 categorieën binnen het zakelijk recht:
1) Zelfstandige zakelijke rechten:
- geen noodzakelijke band met een ander recht
- zijn eigendomsrechten + afgeleide rechten (vruchtgebruik, erfdienstbaarheden, …)
2) Zakelijke zekerheidsrechten:
- zijn onzelfstandige rechten, want het is een bijkomend recht bij een vorderingsrecht (bv. uit
lening)
- zekerheid tot waarborg van een vorderingsrecht, bv. Hypotheek (waarborg op een
onroerend goed)
- steeds minstens 2 titularissen van een zakelijk zekerheidsrecht op hetzelfde goed (eigenaar
heeft eigendomsrecht en bank heeft hypotheekrecht)
Combinatie vorderingsrecht en zakelijk recht:
Hypotheek = Een kredietverstrekker wil er zeker van zijn
dat hij zijn geld met de afgesproken intrest er bovenop
volgens de planning tijdig terugkrijgt. Daartoe vraagt hij
vaak een waarborg. In het geval van een hypothecair
krediet is dat de woning die je koopt, bouwt of renoveert of
een ander vastgoed. In dat geval spreken we van een
hypotheek
Jan verkrijgt een eigendomsrecht bij het aankopen van het huis. Hij gaat hierbij een lening aan bij de
bank. De bank heeft dus vorderingsrechten tegenover Jan. De bank wil een zakelijke zekerheid en
legt een hypotheek op het huis (als waarborg voor de lening).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Atordeur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.