Iedereen heeft agressie in zich, sommige kunnen dit gewoon beter onder controle houden dan anderen.
Definitie agressie: Agressie is gedrag, bewust of onbewust, dat schade of nadeel toebrengt op fysiek
en/of emotioneel vlak, aan anderen, zichzelf of aan materiaal.
GAM: GENERAL AGGRESSION MODEL
1. INPUT
Onderzoekt de belangrijke invloed die persoonsgebonden en
situationele inputvariabelen hebben op gedrag.
Vergroten of verkleinen de kans op agressief gedrag
door de huidige interne toestand van een individu te
beïnvloeden
Persoonsgebonden inputvariabelen = persoonlijke kenmerken,
die beïnvloeden hoe een individu reageert op een bepaalde
situatie, deze zijn stabiel in tijd aangezien een individu meestal
dezelfde schema’s en kennisstructuren behoudt.
Situationele inputvariabelen = belangrijke aspecten of attributen
in een situatie die de kans op agressief gedrag kunnen vergroten.
vb. aanwezigheid van wapens, sociale stress, huidige
stress, temperatuur, alcohol- of drugsgebruik, …
2. ROUTES
In deze fase wordt onderzocht hoe drie routes (affect, cognitie en opwinding) de huidige interne toestand van
een individu omvatten. Persoonsgebonden en situationele inputvariabelen beïnvloeden het gedrag via deze
routes.
De drie routes van iemands interne toestand beïnvloeden elkaar.
De huidige interne toestand stimuleert of ontmoedigt agressief gedrag door het besluitvormingsproces en de
beoordeling van een situatie door een individu, te beïnvloeden.
, 3. UITKOMSTEN
De uitkomst van de situatie (agressief of niet-agressief gedrag) berust op beoordelings- en
besluitvormingsprocessen. Deze processen beïnvloeden op hun beurt de situatie en de persoonsgebonden en
situationele factoren, waardoor de cyclus zich herhaalt en een mogelijk nieuw beoordelingsproces en een
nieuw besluitvormingsproces ontstaan.
Het beoordelingsproces verloopt automatisch en onbewust. De persoonsgebonden en situationele factoren
bepalen het beoordelingsproces door de huidige interne toestand te beïnvloeden.
Dit wordt gevolgd door het beslissingsproces. Dit proces berust op de beschikbare keuzes of middelen
waarover een individu beschikt. Als de middelen toereikend zijn, dan kan een situatie opnieuw worden
beoordeeld, waardoor de kans op niet-agressief gedrag toeneemt. Wanneer de middelen ontoereikend zijn,
dan is de kans groter dat impulsief en soms agressief gedrag optreedt.
4. DISTALE FACTOREN
De GAM stelt dat biologische en omgeving beïnvloedende factoren de proximale factoren beïnvloeden. Deze
factoren worden de distale factoren genoemd, en ze werken ook op elkaar in en beïnvloeden zo ook de
persoonlijkheid. Persoonlijkheid beïnvloed de inputvariabelen, de routes en de uitkomsten. Deze distale
factoren kunnen worden beschouwd als de biologische en sociale segmenten van het biopsychosociale model.
Er wordt ook een tweede distale factor beschreven in de GAM: omgevings- of sociale factoren.
De sociale factoren met betrekking tot agressie richten zich op de omgeving van het individu. Deze factoren
beïnvloeden hoe een individu denkt en wat hij of zij als normaal gedrag beschouwt. Dit kan observationeel
leren worden genoemd.
vb. opvoedingsstijl, cultuur, leeftijdsgenoten, sociaaleconomische status, buurt en onderwijs.
Vanuit een sociaal perspectief worden twee mechanismen gedefinieerd waarbij morele normen worden
uitgeschakeld, waardoor agressief gedrag mogelijk wordt: morele rechtvaardiging en ontmenselijking.
Morele rechtvaardiging = wanneer een individu zeker is van zijn of haar zaak, in de overtuiging dat
‘het voor het goede doel is’ of ‘zij dit verdienen’ kan leiden tot een agressieve omgeving
WINDOW OF TOLERANCE
In een normale situatie bevinden we ons in de
optimale arousel. Dit is bevindt zich tussen de
twee lijnen en is alles waar we redelijk goed mee
kunnen omgaan (= we kunnen het tolereren)
Wanneer de tolerantiegrens wordt overschreden,
komt men in de hyper arousel terecht. Dit is een
explosie aan emoties, het reptielenbrein neemt
over (fight, flight of freeze respons). Tijdens deze
fase heeft het praten met het individu geen zin
omdat het is zoals olie op vuur gooien.
Na de explosie volgt er vaak een hele grote daling van energie, men komt in de hypo arousel terecht. In deze
fase is het nuttig om in te grijpen als hulpverlener.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loredejongh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.