100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting biologie hoofdstuk 4 VWO5 DNA $6.77   Add to cart

Summary

Samenvatting biologie hoofdstuk 4 VWO5 DNA

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van Hoofstuk 4 voor VWO5. Het thema is DNA. De samenvatting bevat de paragrafen 4.1 - 4.7.

Preview 2 out of 6  pages

  • December 30, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting Bio H4
4.1 De bouw en functie van DNA

DNA bepaald de functie van een cel en zorgt voor de aanmaak van eiwitten door ribosomen, voorbeelden
zijn eiwitten voor oogkleur of huidskleur. Het geheel van erfelijke informatie in een cel noem je het
genoom. Bij eukaryoten komt het genoom voor in het DNA in de kern (kernDNA), of in de mitochondriën
(mtDNA) en chloroplasten, deze functioneren onafhankelijk van de rest van de cel. Bij prokaryoten
(eencellige) vormt al het DNA in het cytoplasma het genoom, ook hebben ze circulair DNA en soms
plasmiden (korte stukjes circulair DNA).

Een DNA-molecuul is een nucleïnezuur. DNA is opgebouwd uit 2 ketens aan elkaar gekoppelde
nucleotiden, dit bestaat uit desoxyribose (een suiker), een fosfaatgroep en een stikstofbase (A-T, G-C),
adenine, thymine, guanine en cytosine. De nucleotiden zijn gerangschikt (DNA-sequentie), een gen is een
deel van het DNA dat de sequentie bevat om eiwitten te kunnen synthetiseren door ribosomen.

De uiteinden van een nucleotideketen worden aangegeven met 3’ en 5’. Aan het 3’ bevind zich een OH-
groep. Aan het 5’ een fosfaatgroep. Door basenparing kunnen twee DNA-nucleotideketens aan elkaar
verbinden waarbij elke stikstofbase zijn vaste bindingspartner heeft. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
een enkelstrengs DNA-molecuul en een dubbelstrengs DNA-molecuul, laatstgenoemde heeft een
helixstructuur.

Bij eukaryoten bestaat een chromosoom uit één lang DNA-molecuul met eiwitten. Dubbelstrengs DNA is
rond histonen (eiwitten) gewikkeld. Een aantal histonen met DNA vormt een nucleosoom.

Maar een klein deel van het DNA bestaat uit genen, de rest wordt niet-coderend DNA genoemd. Dit DNA
maakt geen eiwitten aan maar kan wel coderen voor moleculen die de eiwitsynthese reguleren. Ook een
deel van dit DNA is repetitief DNA, stukjes herhalingen van nucleotidensequenties, en ook genen die hun
functie zijn verloren zoals eigeel bij zoogdieren.

4.2 DNA-replicatie

DNA-replicatie is het kopiëren van DNA, dit vind plaats tijdens de S-fase van de celcyclus:

1. Het begint bij het replicatiestartpunt hier begint het ‘unzippen’
van de dubbele helixstructuur van het DNA-molecuul. Dit wordt
uitgevoerd door helicase, dit breekt de waterstofbruggen af.
2. De scheiding van de twee enkele DNA-strengen creëert een ‘Y’-
vorm, hier ontstaat een replicatiebel. Hier binden ook Single-strand
DNA-binding proteins aan de strengen zodat de waterstofbruggen
niet opnieuw binden.
3. Een kort stukje RNA, een primer (gemaakt door primase) komt langs en bindt aan het einde van de
volgende streng (er is geen primer in de leidende streng). Dit is een tijdelijke oplossing i.p.v nucleotiden,
wat ervoor zorgt dat DNA-polymerase ook plaats kan vinden in de volgende streng.
4. Dan komt DNA-polymerase waarin dATP, dTTP, dCTP en dGTP uit het kernplasma wordt gehaald en
gebonden aan de vrijgekomen stikstofbasen, in de leidende streng gaat dit erg makkelijk, maar in de
volgende streng gaat dit in stukjes, er worden Okazaki-fragmenten gevormd DNA-polymerase leest af van
de 3' naar de 5' kant (afleesrichting), de nieuwe streng begint dus bij een 5' kant.

, 5. Wanneer alle basenparen zijn gematched, verdwijnen de primers en ze worden vervangen door DNA-
nucleotiden. De nieuwe streng wordt nagelezen,
door DNA-polymerase om zeker te zijn dat er geen
fouten in de nieuwe DNA-sequentie zitten.
6. Uiteindelijk komt een enzym genaamd DNA-
ligase dat de Okazaki-fragmenten aan elkaar
koppelt.
7. Na replicatie slingert het nieuwe DNA
automatisch weer terug in een dubbele helix.
Een DNA-streng wordt kleiner doordat de plek waar
een primer bindt (aan het uiteinde van de streng)
niet gerepliceerd wordt, hier tegen zijn er
telomeren. Dit bestaat uit niet-coderend DNA
ingekapseld door beschermende eiwitten. Deze zijn
heel erg lang, maar na elke celdeling wordt het ook
korter waardoor de cel na een bepaalde tijd
doodgaat.

Door PCR (Polymerase Chain Reaction)kan een deel van het DNA gekopieerd worden tot er genoeg is voor
onderzoek. Hiervoor zijn 2 verschillende primers nodig, voor elke DNA streng. Ook zijn er nucleotiden en
DNA-polymerase nodig. Het DNA wordt verhit tot de strengen uit elkaar gaan en dan iets kouder gemaakt
zodat de primers kunnen binden. Vervolgens worden de stappen van de DNA-replicatie herhaald tot er
genoeg DNA is.

Het bepalen van de nucleotidenvolgorde heet sequensen, hiervoor moet PCR miljoenen keren zijn
uitgevoerd. Eerst worden er didesoxynucleotiden toegvoegd (gewone nucleotiden die zorgen voor het
stoppen van replicatie) aan de basen hiervan zijn kleuren bevestigd, en dan komt gelelektroforese, een
scheidingstechniek die moleculen onder invloed van een elektrisch veld laat bewegen in een gel. Dit zorgt
voor een scheiding van nucleotiden, dan bewegen de negatief geladen DNA-fragmenten naar de positieve
pool, hierna kan de sequentie worden afgelezen in een computer. Het nadeel van deze techniek is dat het
veel tijd kost. Ook is het duurder dan nieuwe technieken.

Een DNA-fingerprint is het unieke DNA-profiel van een persoon.
Repetitief DNA = Herhalingen van korte DNA-sequenties. Het aantal herhalingen verschilt per persoon.
Bijvoorbeeld: CACACACACA.
Met restrictie-enzymen worden de loci met repeats uit het DNA geknipt. Hoe groter het aantal repeats,
hoe groter het DNA-fragment dat ontstaat.




4.3 Transcriptie

Transcriptie is de vorming van mRNA (RNA dat info overbrengt voor de maak van eiwitten) door een
afschrift van een deel van het DNA te maken. De RNA-streng is complementair aan het DNA dat de
informatie bevat voor de vorming van het RNA-molecuul. RNA is ook een nucleïnezuur maar in
tegenstelling tot DNA is het enkelstrengs, het bevat ribose en uracil (ipv thymine).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxholswilder. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.77
  • (0)
  Add to cart