Hoofdstuk 1 Sportklimmen in onderwijs en klimcentra
1.1 Inleiding
Sportklimmen: het beklimmen van behaakte routes op kunstmatige of natuurlijke
wanden, waarbij het erom gaat, volgens bepaalde spelregels steeds moeilijkere
routes te klimmen.
- Het uitgangspunt is dat hulpmiddelen slechts mogen worden gebruikt voor de
beveiliging en niet voor de voortbeweging of om in uit te rusten.
Een route is alleen succesvol beklommen als de klimmer zonder te vallen
helemaal tot boven is geklommen, zonder aan zekeringspunten te hangen of
hierop te steunen.
Voorklimmen: bij voorklimmen brengt de klimmer het touw boven en wordt er
van beneden gezekerd. De voorklimmer beveiligt zich onderweg met behulp van
haken die op regelmatige afstanden in de rotswand of klimmuur zitten.
(Mocht de klimmer vallen, dan valt hij twee keer de afstand tot de haak, plus de
afstand die het touw nodig heeft om strak te komen te staan).
Naklimmen: bij naklimmen is het touw al boven en wordt de klimmer van
beneden gezekerd (topropezekering) of van boven vanaf een standplaats.
In de rotsen wordt meestal van boven gezekerd en op klimwanden van beneden.
1.2 Een korte historie
− In de 19e eeuw was het bergbeklimmen een zaak van de rijke mensen,
zoals de Engelse adel. Zij bereikten als eerste de hoogste Alpentoppen.
Rond de eeuwwisseling en in het begin van de twintigste eeuw waren het
de Duitsers en Oostenrijkers die moeilijkere beklimmingen deden in het
hooggebergte. Zij klommen met henneptouw, dat om het middel werd
vastgebonden.
− De eerste haken waren open staalhaken, die met een hamer in de rotsen
werden geslagen. Daarna kwamen de gesloten haken, waarbij de klimmers
zich onderweg moesten losknopen om het touw door de haak te steken.
− In de 20ste eeuw klom Paul Preuss zonder touw en zonder haken volledig op
eigen kracht naar boven. Hij overleefde één van zijn tochten niet en
overleed op jonge leeftijd.
− Later werd niet alleen het bereiken van de top belangrijk, maar ook de
route er naartoe.
− Toen alle moeilijke routes gedaan waren ging men zo recht mogelijke lijnen
zoeken die met kunstmatige hulpmiddelen geklommen werden (artificieel
klimmen). In 1945-1970 bloeide het artificieel klimmen. De manier waarop
maakte niet uit, als je maar boven kwam.
− Eind zestiger en begin zeventiger jaren gingen ze naar de oude routes toe
met haken en werd het een not done om uit te rusten aan de haken of je
eraan omhoog te werken. Ze dienden alleen als beveiliging. ‘Vrijklimmen’.
1.3 De wereld van sportklimmen
Sportklimmen is indoor en outdoor. In de natuur wordt sportklimmen gedaan als
rotsklimmen in het hooggebergte, middelgebergte en laaggebergte.
− De meest beoefende tak van klimmen in de natuur is het klimmen van
routes van 1 of meer touwlengtes in het laaggebergte. Daarnaast is het
boulderen steeds populairder geworden.
Eind jaren 80 werden de eerste kunstmatige klimwanden met
, verwisselbare grepen neergezet. In 2014 zijn er al 44 klimcentra en 7
boulderhallen in Nederland.
Tegenwoordig wordt bijna overal ter wereld de franse gradering gebruikt (Tabel
blz 18).
1 waardering voor de klimtechnische moeilijkheden en één voor de moeilijkheid
van de totale route.
Wedstrijdklimmen
− De eerste klimwedstrijden waren snelheidswedstrijden ‘Speedklimmen’.
− Leadklimmen: Het touw omhoog leiden.
− Tegenwoordig is het speedklimmen één van de 3 disciplines van het
wedstrijdklimmen.
Boulderwedstrijden
Het gaat om vijf boulders, waarvoor steeds maar maximaal 5 minuten de tijd
voor wordt gegeven. Hoeveel van deze 5 boulders worden er gehaald? Maar ook
belangrijk in hoeveel pogingen.
Er worden wedstrijden georganiseerd voor verschillende categorieën:
− Categorie senioren: > 20 jaar.
− Categorie junioren: 18/19 jaar.
− Categorie A: 16/17 jaar.
− Categorie B: 13/14 jaar.
− Categorie C: 13/14 jaar.
− Categorie D: < 12 jaar.
In Nederland worden categorie B en C samengevoegd bij nationale wedstrijden.
Er bestaan ook niveaucategorieën:
− Categorie A: niveau > 7a+
− Categorie B: niveau 6b – 6c.
− Categorie C: niveau 5b/c – 6a.
− Categorie D: 4-5a/b.
Bij nationale wedstrijden worden de deelnemers ingedeeld in de
leeftijdscategorieën en onderverdeeld in de jeugdcompetities en
seniorenwedstrijden.
Klimverenigingen
KNAV: Koninklijke Nederlandse Alpen Vereniging.
KBV: Nederlandse Bergsport vereniging.
Na een samenwerkingsperiode van NKBB naar NKBV:
NKBB: Nederlandse klim en bergsport bond.
NKBV: Nederlandse klim en bersport vereniging.
1.4 Sportklimmen op school
− Sportoriëntatie/lifetime sport.
− Bewegen regelen & Balanceren.
− Sportprestatie is meestal niet het uitgangspunt, maar de samenwerking
wel.
Redenen om klimmen te integreren in het bewegingsonderwijs
− Klimmen is een basisvorm van bewegen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ALOMilou. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.06. You're not tied to anything after your purchase.