de grondslag van het vermogens en ondernemingsrecht
fontys
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Financial Service Management
Ondernemingsrecht
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
amberhoebeke
Reviews received
Content preview
Ondernemingsrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding ondernemingsrecht
1.1 Beroep, bedrijf en onderneming
In het ondernemingsrecht zijn 3 begrippen belangrijk:
Beroep: Iedere maatschappelijke werkkring waarmee de desbetreffende persoon
inkomen verwerft. De beroepsbeoefenaar heeft dus een vaste werkkring en werkt
regelmatig tegen betaling. Kan zelfstandig (onderneming) en in dienst van een
ander (arbeidsverhouding).
Bedrijf: Iemand die een bedrijf uitoefent, treedt zelfstandig, regelmatig en
openlijk in een zekere kwaliteit op. Een bedrijf heeft een winstoogmerk. Als
beoefenaar van een bedrijf moet die persoon dus zelfstandig optreden, dus niet
in dienst van een ander.
Onderneming: Is sprake van als er een voldoende zelfstandig optredende
organisatorische eenheid van een of meer personen bestaat waarin door
voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van derden diensten of
goederen worden geleverd of werken worden tot stand gebracht met het
oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen (art. 2 lid 1
Handelsregisterbesluit).
Er is geen sprake van een onderneming als er naar het oordeel van de KvK
onvoldoende omvang van activiteiten of omzet is (art. 2 lid 2 Hrb).
Criteria die KvK gebruikt ter beoordeling of er sprake is van een onderneming:
1. Er moet sprake zijn van het leveren van goederen of diensten;
2. Er wordt een vergoeding betaald: dus geen vrijwilligerswerk;
3. Het regelmatige deelnemen aan het normale economische verkeer;
4. Het hebben van meer dan één opdrachtgever;
5. Het naar eigen inzicht kunnen uitvoeren van werkzaamheden.
Verder moeten de werkzaamheden gemiddeld meer dan 15 uur per week zijn.
Uitzondering: Stille maatschap die niet aan die criteria voldoet, maar waarvan de
omzet meerdere jaren hoger is dan €10.000 = substance-begrip.
Artikel 5 Handelsregisterwet (Hrgw) welke ondernemingen in Handelsregister
moeten worden ingeschreven.
Begrip tussenpersoon staat in artikel 62 Wvk.
1.2 Rechtsvorm van de onderneming
Rechtsvormen:
- eenmanszaak;
- openbare maatschap;
- vennootschap onder firma (vof) en commanditaire vennootschap
(cv);
- coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij (owm);
- naamloze en besloten vennootschap (nv en bv).
Een stille maatschap, vereniging en stichting voeren in regel geen onderneming.
Wanneer zij dit wel doen, zijn de voorschriften die voor ondernemingen gelden
ook voor hen van toepassing als zij aan bepaalde in de wet vermelde vereisten
voldoen (art. 2 lid 2 Hrb & art. 2:360 lid 3 BW).
1
, Je kan na het kiezen van een ondernemingsvorm altijd nog kiezen voor een ander
vorm. Je moet dan natuurlijk wel voldoen aan alle eisen die door de wet zijn
gesteld (art. 2:175 lid 2 BW).
1.3 Handelsnaam
Handelsnaam: Is de naam waaronder een onderneming wordt gedreven.
Het recht op een handelsnaam ontstaat door het gebruik van de naam. De
ondernemer die de desbetreffende handelsnaam het eerst gebruikt, heeft dus
recht op deze handelsnaam.
Het recht op handelsnaam is een vermogensrecht omdat het overdraagbaar is.
Dit recht kan ook onder algemene titel (erfopvolging) overgaan. Zowel overgang
onder algemene als bijzondere titel (overdracht) kan alleen maar plaatsvinden
samen met de onderneming (2 HNW). Het recht op handelsnaam kan dus nooit
los van de onderneming overgaan.
Verbodsbepalingen (3 tot 5b HNW). Het is verboden een handelsnaam te voeren:
- die in strijd met de waarheid aanduidt dat de onderneming aan een
ander toebehoort (3 HNW);
- die een verkeerde indruk geeft omtrent de rechtsvorm waarin de
onderneming wordt uitgevoerd (4 HNW). Uitzondering voor een
persoon die een handelsnaam voert die afkomstig is van een vof of
cv (4 lid 3 HNW);
- die eerder reeds rechtmatig door een ander wordt gevoerd (5 HNW);
- die in strijd komt met het merk van een andere onderneming (5a
HNW);
- die een onjuiste indruk geeft van de onder die naam gedreven
onderneming (5b HNW). Bijvoorbeeld een suggestie dat de
onderneming dat het een buitenlands bedrijf is.
Eenzelfde woord kan als handelsnaam en merk gebruikt worden, ze lopen dan in
elkaar over. Het recht van merk moet onderscheidt worden van de waren van een
onderneming van die van anderen. Als individueel merk worden beschouwd:
- benamingen
- tekeningen
- afdrukken
- stempels
- letters
- cijfers
- vormen van waren of van verpakking
- alle andere tekens die dienen om de waren van een onderneming te
onderscheiden.
Als iemand een onjuiste handelsnaam voert kan de ondernemer zelf een civiele
actie instellen. Hij kan dan vervolgens:
1. Een actie ondernemen uit onrechtmatige daad (6:162 BW). De ondernemer
die zich benadeeld voelt omdat zijn concurrent een handelsnaam voert die
met de zijne overeenkomt of die om andere redenen ontoelaatbaar is, al
dan niet in combinatie met een eis tot schadevergoeding (6:162 BW). Een
verbodsactie zal doorgaans in kort geding aanhangig worden gemaakt;
2. Zich bij verzoekschrift tot de kantonrechter wenden (6 lid 1 HNW). De
belanghebbende kan zich tot de kantonrechter richten met verzoek
degene die de verboden handelsnaam voert, te veroordelen. Met een door
de rechter te bepalen wijziging aan te brengen dat de gestelde
onrechtmatigheid wordt opgeheven, met veroordeling tevens van de
wederpartij tot een dwangsom in het geval van overtreding van het bevel
van de rechter (6 lid 1 HNW).
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberhoebeke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.