100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Traumatologie (Metsemakers) blokwijzer + lessen: samenvatting $10.89   Add to cart

Summary

Traumatologie (Metsemakers) blokwijzer + lessen: samenvatting

 66 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting die de blokwijzer en lessen van prof Metsemakers samenvat. Er is in de samenvatting gewerkt met kleurtjes, tabellen, puntjes, schema's om het memoriseren veel makkelijker te maken dan de doorlopende tekst in de blokwijzer / de lessen. Er is nadruk gelegd op wat hij in de les...

[Show more]

Preview 9 out of 48  pages

  • January 2, 2023
  • 48
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
traumatologie: 3. fractuurheling

wet van Wolf
Bot is een levend weefsel dat zich continu omvormt, om zich optimaal aan belasting aan te
passen.

directe (of primaire) fractuurheling
→ enkel wanneer een absolute stabiliteit w uitgevoerd (operatief)
- er is geen ‘gap’ tss de fragmenten
- geen callusvorming

indirecte (of secundaire) fractuurheling
- een kleine gap tss de botfragmenten
- wel callusvorming
- 4 fasen: inflammatie, vorming van zachte callus, vorming van harde callus,
remodellering

Verplaatsen vh slachtoffer zonder spalken veroorzaakt bijkomende verplaatsing van
fragmenten en vergroot initiële schade.

Een stabiele fractuur is een fractuur die zich niet zichtbaar verplaatst onder fysiologische
belasting.




niet-operatieve behandeling van fracturen:
→ botfragmenten aligneren (ligamentotaxis)
→ uitwendig splinten/spalken:
- schaft fracturen: het gewricht proximaal en distaal van de fractuur immobiliseren
- gewrichts fracturen: de schaft proximaal en distaal van de fractuur immobiliseren

operatief behandelen
verschillen tussen absoluut en relatief stabiele fixatie
absoluut stabiele fixatie relatief stabiele fixatie

● geen enkele beweging in de fractuur bij ● ‘elastische’ verplaatsing bij belasting: na het
fysiologische belasting opheffen vd belasting keert de fractuur terug in
● geen ‘gap’ zijn oorspronkelijk gefixeerde positie
● directe heling, zonder callusvorming ● er is microbeweging in de fractuur
● er kan een kleine ‘gap’ z
→ gewrichtsfracturen w op deze manier behandeld ● indirecte heling, met callusvorming

bv. compressie schroeven, plaatosteosynthese → schaft fracturen w op deze manier behandeld

bv. intramedullaire nagel, externe fixateur



Wanneer de fixatie te rigide is of juist onvoldoende stabiel is, kan dit leiden tot een gestoorde
fractuurheling: non-union

,interne fixatie
➢ percutane interne fixatie m.b.v. Kirschner-pinnen of schroeven
➢ schroefosteosynthese: interfragmentaire compressieschroeven (gewrichtsfracturen)
➢ intramedullaire nageling
➢ plaatosteosynthese
→ hoekstabiele systemen (locking)*
→ niet-hoekstabiele systemen (non-locking)**

*hoekstabiele (locking) plaatosteosynthese:
- gedraagt zich als een externe fixator maar dan niet extern. → w een ‘interne fixator’
genoemd
- bij het vastdraaien van de schroef in de plaat, trekt men de plaat niet tegen het bot →
voorkomt schade aan het periost (en dus ook aan de bevloeiing)
- kan ook grotere krachten weerstaan dan conventionele osteosynthese → w dus ook
veel gebruikt bij osteoporotische fracturen
- communitieve fracturen: hoekstabiele plaatosteosynthese om de fractuur te
overbruggen (bridging plate). relatieve instabiliteit en dus indirecte botheling.


externe fixatie
➢ immobiliserend materiaal ligt buiten de patiënt:
- ernstig gecompliceerde fracturen
- fracturen met ernstig begeleidend weke delen letsel
- als er in de loop vd fractuurbehandeling een infectie optreedt




basisprincipes van fractuurbehandeling
gewrichtsfracturen ❖ perfecte anatomische reductie
❖ absoluut stabiele fixatie (geen callusvorming, trage heling)
❖ vroegtijdige mobilisatie (oefenstabiel)
❖ niet belastingsstabiel

schaftfracturen ❖ herstel lengte, as en rotatie
❖ relatief stabiele fixatie (callusvorming, snelle heling)
❖ vroegtijdige mobilisatie (oefenstabiel)
❖ bij voorkeur belastingsstabiel

metafysaire fracturen ❖ in metafyse gebeurt heling zonder callusvorming
❖ vaak hoekstabiele platen gebruikt:
vaak op een overbruggende manier toegepast (‘bridging’)
(door beperkte aanwezigheid van corticaal bot, vooral spongieus bot, is
intramedullaire fixatie soms moeilijk)

intracapsulaire omdat de kop (bv. femurkop) vaak zijn doorbloeding krijgt vanuit de
kop-halsfracturen hals, is er hier bij verplaatste fracturen een kans op vertraagde heling
en avasculaire necrose.
❖ oudere pt: meteen gewrichtsprothese
❖ kinderen: toch osteosynthese doen

avulsiefractuur = aanhechtingsplaatsen voor spieren die afbreken + verplaatsing
(bv. tubercula, epicondylen) o.i.v de kracht van de aanhechtende spier
❖ operatief fixeren

,traumatologie: 4. polytrauma




ATLS-concept: Advanced Trauma Life Support

het eerste uur na het ongeval = het gouden uur


een eerste beoordeling (primary survey) volgens het ABCDE-principe
A Airway vrije ademweg, met stabilisatie vd cervicale wervelkolom

B Breathing oxygenatie en ventilatie (gaswisseling in de longen)

C Circulation (and hemorrhage control) stelping van ernstige bloedingen

D Disability kort neurologisch onderzoek

E Environment / waarneembare afwijkingen
Exposure


“treat first what kills first”

Breathing: directe levensbedreigende thoraxletsels:
- tracheobronchiaal letsel
- spanningspneumothorax
- open pneumothorax
- massale hemothorax
- harttamponade

Circulation and hemorrhage control
DE vraag: is de patiënt in shock of niet?
→ systolische BD onder de 100, tachycardie boven de 100
→ soort shock bij trauma: meestal hypovolemische shock op basis van bloedverlies
‘blood on the floor plus four more’
de bloeding kan externe oorzaak h, en/of interne oorzaak vanuit 4 regio’s:
- thorax
- abdomen
- pelvis / retroperitoneum (bekkenfracturen z de silent killers)
- (grote) lange pijpbeenderen

,Disability
neurologisch onderzoek tijdens primary survey
- bewustzijn → Glasgow Coma Scale (GCS)
- pupilgrootte en -reactie
- lateralisatie (blijft één lichaamshelft motorisch achter?)
TBI = traumatic brain injury = hoofdtrauma
→ primaire doel: preventie van secundaire hersenschade
→ voorkomen van hypovolemie (behoud hersenperfusie) en hypoxie


Environment / exposure
patiënt helemaal uitkleden
let op de omgevingstemperatuur en voorkom hypothermie (warmtedekens)


aanvullende onderzoeken tijdens de primary survey: RX thorax of bekken, EFAST
→ wel altijd ten dienste van het opsporen van levensbedreigende aandoeningen
(CT enkel als de primary survey is afgerond en de pt hemodynamisch stabiel is)

na stabilisatie van de vitale functies → zorgvuldig onderzoek ‘van kop tot teen’
= secondary survey


damage control surgery (DCS)

vroeger: definitieve vroegtijdige fixatie van alle fracturen (Early Total Care = ETC)
nu: damage control surgery

hemodynamisch instabiele patiënten met een hoge ISS

fase 1) levensreddende procedures, op spoedgevallen
fase 2) operatieve ingreep, enkel de hoogstnoodzakelijke dingen
fase 3) verder monitoring op intensieve zorgen
fase 4) definitieve chirurgische behandeling

De optimale timing vd definitieve behandeling voor musculoskeletale (!) letsels:
tussen dag 5 en 10 = window of opportunity
ervoor: hyperinflammatie → zorgt voor een slechtere outcome
erna: immunosuppressie → risico op infectie

first hit: het initiële trauma
second hit: eigenlijke operatieve ingreep

the lethal triad (geïnitieerd door de hypovolemische shock t.g.v. het trauma):
● hypothermie (< 35°C)
● metabole acidose (pH < 7.2 of lactaat > 5 mmol/L)
● coagulopathie

,(ETC heeft wel nog steeds de voorkeur wanneer de patiënt stabiel is)

,traumatologie: 5. open fracturen

Open fractuur = een fractuur waarbij er communicatie is tss de fractuur en de buitenwereld
t.g.v. een onderbreking in de huid


FRI = fractuur gerelateerde infectie

Gustilo-Anderson (GA) classificatie




→ GA-classificatie is gerelateerd aan de ernst vh letsel:
hoe ernstiger het type open fractuur, hoe groter het risico op infectie




behandeling (ter preventie van FRI)
⭒ systemische antibioticaprofylaxe
- snel na het trauma
- algemeen w meestal cephalosporines gebruikt, voor ernstige open fracturen w dit
gecombineerd met aminoglycosiden
- niet langer dan 72 uur

⭒ fractuurstabilisatie
- fractuurstabilisatie is cruciaal zowel voor heling vd fractuur als voor infectiepreventie!!
- vroegtijdige fixatie vd fractuur

⭒ lokale antibiotica
- d.m.v. ‘carriers’: botcement, collageenspons, coating, gel

⭒ wekedelenbedekking
- Bij GA-type I en II kan de huid meestal primair gesloten w. Bij type III is dit niet meer
mogelijk: binnen de 72u een bedekking voorzien, en zeker niet later dan 7 dagen.

, traumatologie: 6. bovenste lidmaat


claviculafracturen

diagnose klinisch:
- pijn t.h.v. de clavicula (schouderregio) met zwelling en functio laesa
- patiënt ondersteunt meestal zijn arm om de pijn te verminderen
radiologisch:
- standaard Rx
- CT-scan enkel standaard bij mediale claviculafracturen

classificatie mediale 1/5e: mediale claviculafractuur
middelste 2/5e - 4/5e: midschaftfractuur
laterale 1/5e: laterale claviculafractuur

laterale claviculafracturen verder onderverdeeld volgens de Neer-classificatie:
❖ Neer-type 1: onverplaatst, coraco-claviculaire ligamenten z intact
❖ Neer-type 2: verplaatst, ligamenten gescheurd of lateraal van fractuur
❖ Neer-type 3: intra-articulaire fracturen

behandeling mediale claviculafractuur
meestal conservatief

claviculaschaftfractuur
conservatief operatief

onverplaatste fracturen eenvoudige fracturen:
& fracturen bij kinderen intramedullaire nagel (relatieve instabiliteit, indirecte heling)

(draagdoek) complexe, sterk verplaatste fracturen
plaatosteosynthese (bridge plating: relatieve instabiliteit,
indirecte heling)



laterale claviculafractuur
enkel Neer-type 2 letsels w chirurgisch behandeld (want grote kans op non-union)
groot lateraal botfragment:
- plaatosteosynthese
klein (of communitief) lateraal botfragment:
- haakplaatosteosynthese → duwt clavicula omlaag en haakt vast onder het acromion, zo k
je wel maar bewegen tot 90° dus plaat moet eruit na 3 maand (= nadeel)
- sutuurfixatie (tight rope) → reconstructie van de coraco-claviculaire ligamenten

nabehandeling conservatief
draagdoek 3 weken
vanaf 3 weken: mobiliseren
vanaf 6 weken: belasten

operatief
postoperatief meteen mobiliseren en belasten
haakplaat: verwijderen na 3 à 4 maanden, ervoor niet mobiliseren boven de 90° abductie

, scapulafracturen

inleiding vaak geassocieerde letsels want oorzaak is meestal een hoogenergetische impact

frequentste oorzaken:
- directe impact dorsaal op de scapula
- zijdelingse impact op de schouder
- schouderluxatie met fracturen van de glenoïdrand

diagnose klinisch:
- aspecifiek
- vaak gepaard met letsels van n. suprascapularis en n. axillaris
radiologie:
- standaard Rx
- CT-scan: voor gewrichtsfracturen (glenoïd) of om operatieve indicatie in te schatten

classificatie onderscheid tss fracturen van het…
corpus
glenoïdhals
glenoïd
uitsteeksels: spina scapulae, acromion, processus coracoideus
floating shoulder

behandeling conservatief: de meeste scapulafracturen
→ antalgisch ondersteunen met een draagdoek
→ vroegtijdig mobiliseren

indicaties van operatief
➢ glenoïdrandfracturen met geassocieerde instabiliteit
➢ verplaatste intra-articulaire (glenoïd)fracturen
➢ belangrijk verplaatste fracturen van de glenoïdhals / laterale scapulapijler
➢ volledig verplaatste fractuur van de uitsteeksels
➢ floating shoulder

glenoïd: perfect anatomisch herstel en absolute stabiliteit gewrichtsfractuur
glenoïdhals: anatomische reductie en plaatosteosynthese (bridging) metafysaire fractuur
uitsteeksels: anatomische reductie en (absoluut) stabiele fixatie

nabehandeling conservatief
draagdoek 2 à 3 weken
actief geassisteerd mobiliseren
tot 6 weken: geen belasting

operatief
postoperatief meteen mobiliseren
in geval van gewrichtsfracturen (hier: glenoïd): tot 6 weken postoperatief geen belasting

, proximale humerusfracturen

diagnose




classificatie
(verplaatsing van) 4 fragmenten:


1. kop (fractuurlijn t.h.v. collum anatomicum)
2. tuberculum minus
3. tuberculum majus
4. schaft (fractuurlijn t.h.v. collum chirurgicum)




behandeling conservatief
onverplaatste proximale humerusfracturen
of
fracturen waarvan de verplaatsing de levenskwaliteit niet beïnvloedt

→ ondersteund met draagdoek/adductieverband
+ vroeg starten met actief geassisteerd oefenen



operatief
wanneer anatomische reductie en stabiele fixatie bereikt kan worden
indicatie voor operatie: Wanneer het verlies van functie ten gevolge van de verplaatsing van
een of meerdere fragmenten leidt tot een verlies van levenskwaliteit.
tegenargument voor osteosynthese: hoog risico op avasculaire necrose bij oudere patiënten

- plaatosteosynthese (hoekstabiel)
- intramedullaire nagel
- stevige hechtdraden (voor tuberculum majus en minus fracturen, meestal
combinatie met bovenstaande implantaten)

- prothese:
→ bejaarde ptn
→ als er groot risico op avasculaire necrose is
→ of als anatomische reductie en stabiele fixatie niet realiseerbaar z
❖ reversed prothese: kunnen bewegen zonder functionerende rotator cuff,
wel beperktere beweeglijkheid
❖ anatomische hemiprothese: bij jongere pt, waarbij een reconstructie
onmogelijk blijkt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleuruyttersprot160402. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.89  2x  sold
  • (0)
  Add to cart