100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kredietanalyse 5 $8.66   Add to cart

Summary

Samenvatting Kredietanalyse 5

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting kredietanalyse 5, derde jaar vastgoed aan de AP Hogeschool academiejaar .

Preview 4 out of 42  pages

  • January 2, 2023
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
KREDIETANALYSE 5 – 2021 - Johan Devos J.C.D.

DEEL 1 INLEIDING TOT HET KREDIET
Bank moet CKP altijd raadplegen.
Er is een positieve en een negatieve lijst bij het CKP.

“rommelkredieten”: kans op slechte afloop is groter. Banken lenen veel geld uit aan mensen die het
minder ruim hebben aan slechtere voorwaarden (voor de klant). → kredietcrisis 2007

Overbruggingskrediet: lening die de periode overbrugt tussen de koop van nieuwe huis en de
verkoop van het oude huis. Je betaalt hem af zodra je je oude huis verkocht hebt.

Ontleningscapaciteit:

Trap:

- Fiscaliteit
- Evolutie rentevoet
- Evolutie looptijd
- (ontleningscapaciteit)

= sterkste motor

Helling:

- Koopkracht
- Inflatie

= toekomstperspectief

Afschaffing woonbonus
Verlaging registratiekosten met 1% → is niet in verhouding

!! Variabele of vaste rentevoet?

Rente kan maximaal verdubbelen, variabele rentevoet kan voordelig zijn (zeker als je aan een lage
rentevoet begint).

Hypothecair krediet
→ kredietopening
→ hypothecaire lening
=> reeds afgeloste kapitaal kan ‘hernomen’ worden
=> geen nieuwe registratie/notaris/…kosten betalen
→ bulletkrediet (kapitaal pas op vervaldag terugbetalen, intrest wel periodiek betalen)
=> meer risico voor de bank
=> maximale termijnen (15-20 jaar)
=> max ongeveer 70% van te lenen bedrag ‘vrijstellen’ via bulletkrediet

,H1 HET ONTSTAAN VAN KREDIET

Oudheid

❖ Priesters waren de eerste bankiers, Codex van Hammurabi: normen voor bankverrichtingen
❖ Grieken
- Van één munt per stad tot één munt voor de Middellandse zeebekken
- Handelaar werden bankiers: zij ontvingen geld en verstekten hiermee kredieten
- Romeinen namen dit Grieks systeem over: ontstaan van private en openbare banken
NU verstrenging ‘loan to value’ normen

- Buy to let = investeringsvastgoed, kan je maar 80% lenen van waarde woning
- “run to the banks’ men gaat het geld van de bank halen, men gelooft niet meer in de bank
- Toezicht door NBB

De middeleeuwen

❖ Weinig nood aan krediet
❖ Iedereen begint rond eigen kasteel eigen munten te kloppen (in het West-Romeinse deel)
→ vermoeilijkt handel
❖ Val Romeinse Rijk
- West-Romeinse deel: feodale samenleving
 Weinig nood aan krediet
 Veel verschillende munten
- Oost-Romeinse deel: banken floreerden dankzij Syriërs (oosterse handelaars)
 Uitlenen van geld tegen intrest
 “geldwisselaars”
- Karel De Grote en Kerk: Verbod om geld tegen intrest te lenen
 Syriërs verdwenen
 Krediet voornamelijk door Joden (tegen onderpand ipv intrest) en kloosters (tegen
geldwaarborg of deel van de winst)
 Eerste vorm van hypotheken
❖ Pandjeshuizen
- NU ‘openbare kas van lening’ → Je krijgt ongeveer 70% van de waarde van wat je in
onderpand geeft.
- Verlengbare periodes van 180 dagen.
- Schuld aflossen (+ intrest) om pand terug te krijgen. = Duur
- Bij ieder krediet dat je afsluit vraagt bank vaak een loonafstand indien je niet kan betalen.
- Bank kan aandelen aanvaarden als onderpand (+ aangroei of niet).
- Lombard = bankier/geldwisselaar/woekeraar
= Italiaanse zeevaarders die wisselkantoren vestigden in Midden-Europa
- Lommerd = pandjeshuizen
Renaissance
❖ Heropkomst van openbare banken: financierde de steden door uitgeven van leningen
❖ Verspreiding privébanken
❖ Onderscheid van bank en beurs ontstaat

,17E en 18e Eeuw
❖ Vanaf 17e eeuw namen veel steden de banken in eigen beheer door zelf een ‘Bank van lening’
oprichten. Daarmee gingen de lambarden en andere private pandjeshuizen een steeds kleinere
rol spelen.
❖ Stilzwijgend akkoord dat lenen tegen intrest niet indruiste tegen de wet
❖ Uitgifte van certificaten voor iedere deponent = primitieve vorm van bancair geld dat op een
termijn een volwaardig betaalmiddel werd naast metaalgeld
❖ Biljetten komen in omloop
19e en 20e eeuw

❖ Veralgemening gebruik
❖ Onderscheid metaalgeld (munten), chartaal geld (biljetten) en giraal geld (zichtrekeningen), in
20e eeuw meer gewicht naar giraal geld
❖ Monopolisatie uitgifte-instellingen van bankbiljetten, 20ste eeuw: de uiteindelijke centrale
banken
❖ Staat treedt meer en meer controlerend op
❖ Geleidelijk loslaten van nationale munteenheid → EURO
❖ Oprichting Europese Centrale Bank en EMU (Economische Monetaire Unie)

Nu: Kredietreclameregels



H2 SITUERING VAN HET KREDIET IN DE MAATSCHAPPIJ

JKP ≠ rentvoet = jaarlijkse kosten percentage

- Debetrente is onderdeel van JKP
- Zitten alle kosten in inbegrepen

Verschillende soorten leningen: Consumentenkredieten

- Kredietopeningen: onder nul kunnen gaan
- Leningen op afbetaling: gericht doel
- Verkoop op afbetaling: je gaat naar verkoper, niet naar bank

Bij een persoonlijke lening moet doel niet gekend zijn → hoger risico voor de bank dus hoger krediet.
Kredietwaardigheid verplicht te controleren.

Belang van krediet: ieder krediet dat je terugbetaald is + intresten
‘Gratis’ lenen mag niet → enkel als JKP 0% is.

In de VS kan je je volledig loon ontlenen aan krediet, dat kan in BE niet!
Goedkoopste rentevoet is niet altijd beste lening.
Schuldsaldoverzekeringen doen allemaal hetzelfde, moet niet bij dezelfde bank zijn als je lening

Overbruggingskrediet: bedoeld wanneer men tijdelijk financiële middelen tekort komt maar die wel
in het vooruitzicht heeft. Terugbetaling kan in 1 keer of in delen gebeuren. Enkel voor korte periodes
aangegaan (hooguit 1 -2 jaar).

Overnamekrediet: = herfinancieringskrediet: krediet waarbij het ontleende kapitaal gebruikt wordt
om in één keer het kapitaal van een bestaand krediet terug te betalen. (kan interessant zijn wanneer
intrestvoeten voor leningen sterk dalen), komen veel kosten bij kijken!

, Voorschot op polis: tegen betaling van een intrest kan men een voorschot krijgen op de verzekerde
som (bv. bij een levensverzekering). De polis loopt ondertussen wel gewoon door.

Onderhandse lening: wanneer de kredietgever geen instelling is maar een privépersoon



H3 DE ROL VAN HET KREDIET

Maak je dromen waar → de sociale rol

Je kan aankoop en betaling van elkaar loskoppelen.
krediet is GEEN bijkomende bron van inkomsten!! Altijd zien dat je het geld kan terugbetalen!

Vb. overbruggingskrediet

Waarom beroep doen op krediet?

❖ De verwezenlijking van een concreet project
❖ De verbetering van de leefomgeving: vb. zonnepanelen
❖ Wanneer zich bepaalde gebeurtenissen voordoen: vb. huwelijk, verkeersongeluk
❖ Opbouw van een reserve aan beschikbaar geld: vb. kredietkaart

Bijdrage tot BBP → economische rol
Krediet is motor van de economie

❖ Vergemakkelijkt de toegang tot consumptiegoederen → maakt massaproductie mogelijk →
daling van de verkoopprijzen → betaalbaardere goederen
❖ Krediet afsluiten bij de bank, wat vraagt de bank?
- Loonfiche
- Waarborg
- Heb je al ergens anders een lening openstaan?


H4 KREDIETVERLENERS

Waar kan je een krediet afsluiten? Banken zijn kredietgevers, er zijn ook nog kredietbemiddelaars.
Vroeger moesten kredietbemiddelaars dezelfde vragen stellen als de verleners.

!! Verschillende soorten kredietbemiddelaars:

❖ Kredietagent: verkoopt enkel product van 1 verlener/gever, zijn verbonden aan die verlener
❖ Kredietmakelaar: verkoop product van verschillende kredietgevers, werkt onder eigen naam
❖ Verkopers: verkopen van goederen en diensten, werken samen met kredietgever

Verplichtingen kredietbemiddelaar:

- Helpen aan een krediet aangepast aan uw noden
- Lenen doorgaans niet zelf geld uit
- Bemiddelen enkel met erkende kredietgevers
- Verlenen de kredietgever de nodige gegevens mbt financiële kredietwaardigheid
- Mag geen dossierkosten of andere kosten aanrekenen
- Moet zijn hoedanigheid precies lagen weten

Wie betaalt commissie van de bemiddelaar? Wordt betaald door de bank/kredietgever. In de
kostprijs van je lening zit nooit expliciet de commissie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jazmin98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.66
  • (0)
  Add to cart