100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting praktisch staatsrecht 5e druk. Windesheim Zwolle. 8.1 gehaald $4.74   Add to cart

Summary

Samenvatting praktisch staatsrecht 5e druk. Windesheim Zwolle. 8.1 gehaald

15 reviews
 494 views  73 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het boek praktisch staatsrecht 5e druk. Van hoofdstuk 8 alleen de paragrafen 8.2.4, 8.2.5 en 8.3 samengevat. En van hoofdstuk 6 ook een klein gedeelte niet samengevat. Voor de rest alle hoofdstukken samengevat. Dit vak wordt in de 2e periode van het eerste leerjaar gegev...

[Show more]
Last document update: 1 year ago

Preview 6 out of 41  pages

  • No
  • Alle hoofdstukken volledig, behalve hoofdstuk 6 en 8 (die gedeeltelijk).
  • January 2, 2023
  • January 20, 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Summary

15  reviews

review-writer-avatar

By: ilseserkei • 3 weeks ago

review-writer-avatar

By: shayelparsa • 2 months ago

review-writer-avatar

By: lovelyilanga • 1 month ago

review-writer-avatar

By: ellavdbrink5 • 10 months ago

review-writer-avatar

By: omaymaelasri2 • 9 months ago

review-writer-avatar

By: mey • 10 months ago

review-writer-avatar

By: annerie26 • 11 months ago

Show more reviews  
avatar-seller
SAMENVATTING
STAATSRECHT
Periode 2, 2022/2023




Windesheim Zwolle
HBO-Rechten

,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 de nederlandse staat en zijn bewoners.......................................................................................3

paragraaf 1.1 de nederlandse staat.....................................................................................................................3

paragraaf 1.2 nederlanders en vreemdelingen....................................................................................................4

paragraaf 1.3 bronnen van staatsrecht................................................................................................................6

Hoofdstuk 3 de organisatie van de Nederlandse staat en het Koninkrijk.........................................................8

paragraaf 3.1 van statenbond tot gedecentraliseerde eenheidsstaat.................................................................8

paragraaf 3.2 scheiding en spreiding van macht..................................................................................................9

paragraaf 3.3 staatshoofd en koninklijk huis.....................................................................................................10

Hoofdstuk 4: regering en parlement............................................................................................................. 12

paragraaf 4.1 ontwikkeling van de parlementaire constitutionele monarchie..................................................12

paragraaf 4.2 kiesstelsel.....................................................................................................................................13

paragraaf 4.3 regering........................................................................................................................................14

paragraaf 4.4 parlement.....................................................................................................................................16

Paragraaf 4.5 adviescolleges..............................................................................................................................17

Hoofdstuk 5 wet- en regelgeving.................................................................................................................. 19

paragraaf 5.1 wetten in formele en materiële zin..............................................................................................19

paragraaf 5.2 totstandkoming van een wet in formele zin................................................................................19

Paragraaf 5.3 procedure van de grondwet en begrotingswetten......................................................................20

paragraaf 5.4 delegatie van regelgeving............................................................................................................22
paragraaf 5.5 burgerparticipatie........................................................................................................................22

Hoofdstuk 6 bestuur en beleid..................................................................................................................... 24

Paragraaf 6.1 bestuurstaken..............................................................................................................................24

paragraaf 6.2 organisatie van het openbaar bestuur........................................................................................26

paragraaf 6.3 instrumenten van het openbaar bestuur (BLz. 153 en 154)........................................................27

Hoofdstuk 7 decentralisatie......................................................................................................................... 28

paragraaf 7.1 oorsprong en doel van decentralisatie........................................................................................28

paragraaf 7.2 provincies, gemeenten en waterschappen..................................................................................28
provincies:.......................................................................................................................................................28
gemeenten:.....................................................................................................................................................29
waterschappen:...............................................................................................................................................30

paragraaf 7.3 overige decentrale openbare lichamen.......................................................................................31

paragraaf 7.4 decentralisatie en de eenheid van de staat.................................................................................31


1

,Hoofdstuk 2 grondrechten in Nederland....................................................................................................... 33

paragraaf 2.1 grondrechten...............................................................................................................................33

paragraaf 2.2 klassieke grondrechten................................................................................................................34

paragraaf 2.3 sociale grondrechten...................................................................................................................35

paragraaf 2.4 toezicht op de naleving van grondrechten..................................................................................35

hoofdstuk 8 rechtsbescherming en rechtspraak............................................................................................36

paragraaf 8.2.4 tuchtrechtspraak.......................................................................................................................36

paragraaf 8.2.5 internationale gerechten..........................................................................................................36

paragraaf 8.3 toetsing van de rechter................................................................................................................36

Hoofdstuk 9 volkenrecht en europees gemeenschapsrecht...........................................................................37

paragraaf 9.1 verdragen.....................................................................................................................................37

paragraaf 9.2 intergouvernementele organisaties.............................................................................................38

paragraaf 9.3 europese unie...............................................................................................................................39




2

,HOOFDSTUK 1 DE NEDERLANDSE STAAT EN ZIJN BEWONERS

PARAGRAAF 1.1 DE NEDERLANDSE STAAT
Er bestaan in een samenleving individuele belangen en collectieve belangen. Er is een ordening in de
samenleving nodig om deze verschillende belangen in evenwicht te brengen.

Kenmerken van een staat:
1. Gemeenschap van mensen
2. Bepaald grondgebied
3. Organisatie heeft de hoogste macht (gezag)

Grondgebied = territorium.
 De grenzen zijn vastgelegd in een verdrag.
 Het luchtruim boven het land en de territoriale zone horen hierbij.

Gemeenschap: mensen die daarbij horen vanwege afstamming of die op eigen verzoek de
nationaliteit hebben gekregen.
 De verbondenheid uit zich in nationale symbolen.

Gezag: het scheppen en handhaven van orde en recht.
 Geweldsmonopolie

Twee betekenissen van staat: het grondgebied met bevolking of de overheid.
De staat is soeverein. De staat is zelfstandig drager van rechten en plichten.
Het land en het gezag.
- Artikel 2:1 BW.

Erkenning van een staat door andere staten wordt als 4 e kenmerk van een staat beschouwd.

Algemeen belang handhaven: datgene wat in het belang van de meeste burgers en van de staat als
geheel is.
Het hoogste gezag is onderverdeeld/gespreid in/over verschillende organen.

Taken van de staat:
1. Bescherming van de burgers
2. Wetgever
3. Bestuur
4. Rechtspraak

Publiekrecht  burgerlijk recht  staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Staatsrecht:
- Totstandkoming van wetten en regelingen.
- Gebondenheid aan deze wetten/regelingen.
- Bescherming van burgers tegen optreden van de staat.
- Handhaving van individuele vrijheden van burgers.
- Verdeling van bevoegdheden binnen de staat.

Nederland maakt deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden.
 Nederlands-Indië, Suriname en de 6 eilanden van de Nederlandse Antillen.
o Indonesië en Suriname zijn onafhankelijk staten geworden in 1945 en 1975.

3

,Vanaf het moment dat Aruba een zelfstandige staat werd (1986), maar wel bij het Koninkrijk wilde
blijven horen  Koninkrijk der Nederlanden werd een staatsrechtelijk samenwerkingsverband
tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba.

Later zijn de Nederlandse Antillen opgeheven en Curaçao en Sint-Maarten zijn zelfstandig geworden.
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn een soort overzeese gemeenten geworden.

Het Statuut is een staatsregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge verhoudingen
in het Koninkrijk en de samenwerking.
- De preambule (aanhef)
- Wetten die van toepassing zijn op het gehele Koninkrijk heten rijkswetten.

Het Koninkrijk der Nederlanden:
Nederland, BES-eilanden, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.


PARAGRAAF 1.2 NEDERLANDERS EN VREEMDELINGEN
Burgers die bij een bepaalde staat horen, hebben dan ook de nationaliteit van die staat. Dat is een
voordeel t.o.v. vreemdelingen.

Burgers van het Koninkrijk der Nederlanden bezitten het Nederlanderschap.
Rechtsgevolgen:
1. Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven.
2. Het Wetboek Sr is ook van toepassing op Nederlanders die buiten het territorium bepaalde
misdrijven hebben gepleegd (Artikel 5 Sr)  exterritoriale werking.
3. Diplomatieke bescherming: de Nederlander wordt gevangengenomen in het buitenland. Er
wordt gezorgd dat hij door de buitenlandse staat goed wordt behandeld.
4. Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd, als niet zeker is dat zij na hun
veroordeling hun straf mogen uitzitten in Nederland.
5. Nederlanders mogen o.a. de leden van de Tweede Kamer kiezen en kunnen Nederlanders
ook zelf gekozen worden als Kamerlid (actief en passief kiesrecht).
6. Sommige openbare functies kunnen alleen door Nederlanders worden vervuld
(burgermeester of rechter).
7. Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen.

Een vreemdeling heeft de eerste zes rechten niet. De laatste alleen als hij rechtmatig in Nederland
verblijft.
Een vreemdeling is hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit. (Artikel 1 lid 1 onder e RWN).

Het Nederlanderschap krijgen:
Nederlanderschap wordt doorgegeven door de ouders.
Kinderen van de derde generatie (de ouders zijn niet Nederlands, maar wonen wel in Nederland).
Minderjarigen die zijn geadopteerd door Nederlanders.

Vreemdelingen die aan de voorwaarden van artikel 6 RWN voldoen kunnen het Nederlanderschap
verkrijgen door optie. Een optieverklaring doen bij het gemeentehuis.

Een vreemdeling die niet voor optie in aanmerking komt, kan een verzoek tot naturalisatie indienen
bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Dit d.m.v. een naturalisatietoets. Hiermee ingestemd,
dan aan een naturalisatieceremonie deelnemen en daarbij een verklaring van verbondenheid
uitspreken.

4

, Er geldt een afstandsplicht = eigen nationaliteit kwijtraken.
O.a. Marokkanen krijgen een dubbele nationaliteit, want Marokko verbiedt deze afstandsplicht.

Het Nederlanderschap verliezen:
Veroordeeld wegens een misdrijf waarbij de essentiële belangen zijn geschaad. Bij een vreemde
krijgsdienst betrokken zijn die gevechtshandelingen uitvoeren tegen het Koninkrijk dan wel tegen
bondgenootschappen.
- Maar het internationaal recht verbiedt dat burgers stateloos gemaakt worden.

Artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht (Wid) geeft aan met welke documenten iemand zijn
identiteit kan aantonen.
- Paspoort, rijbewijs en vreemdelingen documenten (visum, verblijfsvergunning).

In het EU-verdrag staat dat burgers uit de EU-landen zich vrij door Europa mogen bewegen.
Verdrag van Schengen: de paspoortcontroles aan de binnengrenzen in Europa zijn afgeschaft.
Iedereen (Nederlanders en niet-Nederlanders) vanaf 14 jaar moet zich in Nederland kunnen
identificeren.

Rechten van vreemdelingen:
Voor vreemdelingen geldt het koppelingsbeginsel. Artikel 10 lid 1 Vreemdelingenwet (Vw).
 Een vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijft, kan geen aanspraak maken op
bijv. uitkeringen.
 De rechten van een vreemdeling zijn dus gekoppeld aan rechtmatig verblijf.
 De Nederlandse ambassade is een stukje Nederlands grondgebied in het buitenland.

Met een visum verleent Nederland toestemming aan een vreemdeling om gedurende een korte
periode in Nederland te verblijven.
- Maximaal 3 maanden.
- Voor langere tijd  machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen  verblijfsvergunning
regulier.
- Staatsburgers van de EU-landen gelden mindere strenge regels voor toegang en verblijf
(geen visumplicht, vrije termijn is 6 maanden).

Vluchtelingen:
Vreemdelingen die vluchten vanwege een bedreigende situatie of slechte economische
omstandigheden in hun eigen land.
Asielzoekers moeten een verblijfsvergunning asiel aanvragen.
- Asielprocedure: rust en voorbereidingstermijn van 6 dagen.
- Algemene procedure: maximaal 8 dagen.
- Verlengde procedure kan enkele maanden duren.

Asielzoeker met een gegronde vrees heet een (Verdrags)vluchteling (Vluchtelingenverdrag van
Genève).

Artikel 13 Vw: alleen een verblijfsvergunning verleend als:
 Nederland hiertoe verplicht is vanwege een verdrag.
 Met de aanwezigheid van de vreemdeling een Nederlands belang is gediend.
 Er redenen zijn van humanitaire aard (ziekte of hereniging van kind/partner).




5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamarabos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.74  73x  sold
  • (15)
  Buy now