,Inhoud
1.Noodzaak van Ecodesign ................................................................................................................. 2
1.1.Problemen............................................................................................................................................................. 2
1.1.1.De explosieve toename van de wereldbevolking .................................................................................... 2
1.1.2.Aantasting van het ecosysteem ................................................................................................................. 2
1.1.3.Uitputting van grondstoffen ......................................................................................................................... 2
1.2.Grenzen aan de groei ......................................................................................................................................... 3
1.2.1.De ecologische voetafdruk.......................................................................................................................... 3
1.2.2.De alarmklok luidt reeds lang ! ................................................................................................................... 3
1.2.3.Oplossingen .................................................................................................................................................. 4
1.3.Principes van de circulaire economie ............................................................................................................... 5
1.3.1.Waarde in de lineaire economie ................................................................................................................ 6
1.3.2.Waarde in de circulaire economie ............................................................................................................. 6
1.3.3.Ketensamenwerking .................................................................................................................................... 7
1.3.4.De circulaire economie bouwt verder op Cradle to Cradle- concept (2002) ....................................... 7
2.Actoren in een duurzame maatschappij ......................................................................................... 8
2.1.Ecodesign: Levenscyclus denken (LCT) .......................................................................................................... 9
2.2.Het belang van ecodesign .................................................................................................................................. 9
2.3.Ecodesign aanpakken......................................................................................................................................... 9
2.3.1.Ecodesignvuistregels ................................................................................................................................... 9
2.3.2.Eco-design tools, LCT ............................................................................................................................... 13
Kwantitatieve tools ............................................................................................................................................... 13
Kwalitatieve tools .................................................................................................................................................. 18
3.Materiaalselectie in een circulaire economie ............................................................................... 22
3.1. Levensduur producten en componenten optimaliseren ............................................................................. 22
3.1.1. Schema analyse van diverse criteria ..................................................................................................... 22
3.1.2. Schema materiaalselectie ........................................................................................................................ 22
3.1.3. De gouden driehoek.................................................................................................................................. 23
3.2. Minimale milieu-impact over de volledige levenscyclus van het product ................................................. 23
3.2.1. Embodied energy ...................................................................................................................................... 23
3.2.2. Carbon Footprint........................................................................................................................................ 23
3.2.3. Gebruiksfase .............................................................................................................................................. 24
3.3. Recycleerbare materialen ............................................................................................................................... 24
3.3.1. Integratie ‘Design for Recycling’ vuistregels ......................................................................................... 24
3.3.2. Design for dissasembly ............................................................................................................................ 24
3.3.3. Kunststofafval ............................................................................................................................................ 25
3.3.4. Bio-based materialen ................................................................................................................................ 26
3.4.Besluit .................................................................................................................................................................. 26
1
,1. Noodzaak van Ecodesign
1.1. Problemen
1.1.1. De explosieve toename van de wereldbevolking
De tijdspanne waarin het bevolkingsaantal zich verdubbelt wordt steeds kleiner in de afgelopen
decennia.
Bijkomend aan deze explosieve bevolkingsgroei is de toenemende consumptie van de wereldburgers.
1.1.2. Aantasting van het ecosysteem
Als gevolg van onze huidige levensstandaard, worden we geconfronteerd met tal van milieuproblemen:
o Broeikaseffect
o Verdroging
o Ozonlaagaantasting
o Zomersmog
o Wintersmog
o Vermesting
o Verzuring
o Zware metalen
o Kankerverwekkende stoffen
o Plastic in de oceaan
1.1.3. Uitputting van grondstoffen
Rare earths:
o Relatief schaarse grondstoffen die een grote economische waarde hebben.
o Worden massaal gebruik in elektronica en smart phones (bevatten gemiddeld 8 verschillende rare
earths)
o Voorraad genoeg maar duur en vervuilend ontginningsproces (+ geografisch vermogen)
Volgens diverse voorspellingen en berekeningen streven we af op een dramatische uitputting van onze
grondstoffen als we het huidige productie- en consumptiepatroon blijven aanhouden.
2 scenario’s werden berekend:
1) De snelheid van produceren/ consumeren blijft evenredig toenemen.
2) De snelheid blijft vanaf 2010 constant.
De grafiek spreekt voor zich: wanneer iemand die in 2010 geboren is de pensioensleeftijd bereikt,
zijn reeds vele grondstoffen uitgeput.
Opmerking bij de grafiek: men gaat uit van bekende economische winbare hoeveelheden die
aanwezig zouden zijn in de aardkorst, maar we weten natuurlijk niet wat we nog niet ontdekt
hebben.
De aardkorst is als grondstofbron wél eindig, en de ontginning van grondstoffen heeft zijn impact op
lucht-, water- en bodemverontreiniging.
Zie bv. Zink: Ca 30 % van de staalplaatproductie wordt bekleed met Zn. Momenteel nog geen
alternatief
2
, Bijkomend probleem: de grondstofvoorraden bevinden zich buiten de grenzen van Europa.
Europa wil eerste continent zijn dat
energieneutraal is, en een leidende figuur van de
circulaire economie.
1.2. Grenzen aan de groei
1.2.1. De ecologische voetafdruk
Concept van Mathis Wackernagel en William Rees
De oppervlakte nodig om te voorzien in de
levensstijl van persoon, stad of land.
o De gemiddelde jaarlijkse consumptie van
voedsel, transport, woning,
consumentengoederen en diensten wordt
geschat. Vervolgens wordt het landoppervlak
nodig voor de productie en het opvangen van
de milieu-effecten van elk van deze aspecten
berekend en opgeteld.
o Het resultaat is het aantal ha per hoofd nodig
voor het jaarlijkse verbruik van goederen en
diensten.
Watervoetafdruk:
o Water wordt zeer schaars en slechts een paar procent van
het water op aarde is drinkbaar !
o De watervoetafdruk van de gemiddelde Belg anno 2010:
7400L per dag
70% daarvan is productie van voeding.
Golbale hectare (gha)= een hectare land-of zee-oppervlakte
met een gemiddelde biologische productiviteit.
Als alle bruikbare ruimte op aarde verdeeld
wordt over alle mensen en de natuur
voldoende ruimte krijgt om zichzelf te
herstellen, dan zou elke bewoner gemiddeld
recht hebben op 1,7 globale hectares.
De gemiddelde voetafdruk van een
wereldburger bedraagt echter 3,3 gha.
o Er is m.a.w. een ‘ecologische
overshoot’
Oplossing: Duurzame ontwikkeling Triple P-model
1.2.2. De alarmklok luidt reeds lang !
Ursula von der Leyen: “ The CE is the key for developing Europe’s future economic model”
Rachel Carson (1962): “Silent Spring”
o Stelde vast dat pesticiden insecten doet verdwijnen; is de dag van vandaag nog steeds hetzelfde.
Te limits to growth (1972): “There is no business on a dead planet”
o Voorspelling van hoe de wereld er over 50 jaar zal uitzien.
Mensen denken lineair, maar alle verschijningen zijn exponentieel.
3
, 1.2.3. Oplossingen
Oplossing: Duurzame ontwikkeling Triple P-model
People, Planet, Project = duurzame ontwikkeling
o VN commissie in 1987: Brundtland-rapport
o “We hebben onze planeet niet geërfd van onze
ouders, maar hebben ze in leen gekregen voor
onze kinderen”
o Dit model is opgedeeld in 17 SDG’S (= Sustainable development Goals) Examenvraag!!!
Als interieurarchitecten verdiepen wij ons
vooral in nr. 12.
Donut economie: Kate Raworth
o Criteria: zijn we goed bezig?
o We moeten onze maatschappij en economie
uitbreiden binnen de grenzen van deze donut:
Binnenste kring= sociale criteria
Buitenste kring= ecologische criteria
o Is eigenlijk een andere voorstelling van het triple P-
model:
Profit= groene band; Planet= buitenste kring;
People= binnenste kring
Circulaire economie:
o Transitie van de lineaire naar circulaire economie
Materialen worden in gesloten kringlopen gehouden,
hetzij via recycleren, hetzij via composteren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ranivanvlerken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.