Samenvatting van het vak Juridische Togaberoepen I, gegeven in de Togaminor van de UvA. De samenvatting is gebaseerd op het boek Togadragers in de rechtsstaat, de aantekeningen van de hoorcolleges en de verplichte aanvullende literatuur en jurisprudentie.
Samenvatting van boek, literatuur en hoorcolleges 1
Juridische togaberoepen I
Samenvatting week 1 boek
Hoofdstuk 1 Togadragers in de rechtsstaat
1.1 Inleiding en historie
Rechtsstaat
In een rechtsstaat wordt de macht van de staat gereguleerd en dus beperkt door het recht. Iedereen (burger &
overheid) is gebonden aan het recht. Ook wel het primaat van het recht.
Historie
Uitgangspunt voor de nieuwe staatstheorieën in de verlichting (Hume, Locke, Montesquieu, Rousseau en Voltaire)
was de menselijke rede, de ratio. John Locke stelde dat iedere mens van nature vrij was en aan geen gezag
onderworpen is. Alle mensen zijn aangeboren met onvervreemdbare rechten en dienen door de staatsmacht
beschermd te worden. Dit vormde basis voor Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring (4 juli 1776).
Verlichtingsdenkers vonden dat de legitimiteit van het staatsgezag aan de rede moest worden getoetst. Rousseau
geeft aan dat de legitimiteit van de staatsmacht een vrijwillig ‘contract’ tussen vorst en onderdanen nodig is.
Montesquieu met machtenscheiding. Het recht werd beschouwd als een instrument voor het aan banden leggen van
de staatsmacht, ter voorkoming van willekeur en ter bevordering van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.
1.2 Rechtsstaattheorieëen
Rechtsstaattheorieën onder te verdelen in twee categorieën:
1. Formele of rechtspositivistische rechtsstaattheorieën
Een staat is een rechtsstaat indien het overheidshandelen aan algemene regels (wetten) is
gebonden en deze wetten aan een aantal formele vereisten voldoen.
Minimumeisen volgens Israëlische rechtsfilosoof Joseph Raz waaraan een rechtsstaat in formele zin
moet voldoen:
Wetten moeten duidelijk zijn en mogen geen terugwerkende kracht hebben
Wetten moeten (relatief) stabiel zijn
Algemene regels moeten voor iedereen gelden
Er moet een onafhankelijke rechterlijke macht bestaan
Iedereen moet toegang hebben tot de rechter
Geschillen moeten op basis van onpartijdigheid worden beslist, waarbij hoor en wederhoor
moet worden toegepast
De hoogste rechter moet wetgeving mogen toetsen
Ook bij bestrijding van misdrijven mogen algemene rechtsregels niet misbruikt worden.
Kenmerkend voor deze rechtsstaat is dat wetten op de juiste wijze in stand moet zijn gebracht en
aan bepaalde formele eisen voldoen. Materiële inhoud speelt geen rol.
2. Materiële of substantiële rechtstaattheorie
In materiële rechtsstaattheorieën worden de beginselen van de formele rechtsstaattheorie
aangevuld met de eis dat wetten ook materieel-inhoudelijk aan bepaalde eisen moeten voldoen.
Hierbij wordt met name gesteld dat de individuele vrijheidsrechten de basis voor de
rechtsstatelijkheidstoets moeten vormen. Bescherming van fundamentele rechten en vrijheden is
een onmisbaar element van de rechtsstaat.
1.3 De moderne democratische rechtsstaat
De Nederlandse rechtsstaat zijn de in de Gw vastgelegde vrijheidsrechten van alle burgers. Het recht moet voor
kwalificatie ‘rechtsstatelijkheid’ dus niet alleen aan formele maar ook aan materiële eisen voldoen. In Nederland
mag rechter niet toetsen aan de Gw.
Vier kenmerken voor de moderne rechtsstaat:
1. Legaliteitsbeginsel
, Samenvatting van boek, literatuur en hoorcolleges 2
Juridische togaberoepen I
Handelen van overheid berust op algemeen geldende, voor herhaalde toepassing vatbare
rechtsregels die formeel juist tot stand zijn gekomen.
De wet moet voor de burger kenbaar en duidelijk zijn(rechtszekerheid) (criterium forseeability and
accessiblity bij het EHRM – bij strafrecht lex certa-principe).
Alleen de wetgever in formele zin de vrijheid van individuele burgers mag beperken.
Ook belangrijk, maar niet altijd geldend, is dat bepaalde wetten niet met terugwerkende kracht
mogen worden toegepast. (vooral in strafrecht belangrijk).
2. Scheiding der machten (trias politica)
Legislatieve (wetgevende macht), executieve (uitvoerende macht) en judicatieve (wetgevende
macht) dienen gescheiden van elkaar te opereren en elkaar te controleren (checks & balances).
In Nederland is dit gedeeltelijk verwezenlijkt. Rechterlijke macht is onafhankelijk, maar een formele
wet kan alleen tot stand komen met medewerking van de regering (regering is uitvoerende macht),
art. 81 Gw. Zie ook 89 Gw.
3. Onafhankelijke rechtspraak
Rechtspraak moet onafhankelijk zijn, onpartijdig oordelen, beginsel van hoor en wederhoor hanteren
en voor iedere burger toegankelijk en open zijn.
4. Grondrechten
Klassieke grondrechten vastgesteld in art. 1 t/m 7 Gw, EVRM en IVBPR. Het zijn afweerrechten die
de burger moeten beschermen tegen het ingrijpen van de staat. Deze zijn in rechte afdwingbaar.
Sociale grondrechten vastgesteld in art. 18 t/m 23 Gw. Het zijn instructienormen voor het handelen
van de staat. Strikt genomen past niet bij rechtsstaatgedachte, omdat zij de macht van e overheid
uitbreiden en niet in rechte afdwingbaar zijn.
Democratie is een bestuursvorm en is een element van de rechtsstatelijkheid. Dit hoeft niet zo te zijn, omdat er
sprake kan zijn van een moderne rechtsstaat, maar is er een volksvertegenwoordiging die niet democratisch is
gekozen.
1.4 De togadragers
Rechtspleging, rechtsbescherming en goede rechtsbedeling zijn essentieel voor het functioneren van de moderne
rechtsstaat. Het effectueren van rechter, de toegang tot recht en de rechter zijn belangrijke voorwaarden voor het
functioneren van de rechtsstaat. Er zijn 3 categorieën togaberoepen: (1) de rechters en raadsheren (de zittende
magistratuur), (2) de advocaten en (3) de leden van het OM (de staande magistratuur). Elk een eigen rol, maar
samen staan ze garant voor een goede rechtsbedeling.
1.5 De rechter in de rechtsstaat
Rechterlijke macht en rechtsstaat
Overheid (en burgers) kunnen in beginsel alleen worden aangetast door het aanwenden van een rechtsmiddel.
Indien dat niet meer mogelijk is, is de overheid gehouden haar machtsapparaat (de sterke arm) ter beschikking te
stellen ten behoeve van de executie van die uitspraak.
Machtenscheiding heeft er toe geleid dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht zijn
verzekerd. Het is de rechter die de uitvoerende en wetgevende macht kan controleren en waar nodig corrigeren. Die
controle functie is bijvoorbeeld in het strafrecht. De overheid heeft hier een vervolgingsmonopolie. De strafrechter
dient te controleren of aan alle vereisten voor een eerlijk proces is voldaan. De controle die de bestuursrechter op de
uitvoerende macht uitoefent, vormt de kern van de waarborgfunctie van het bestuursrecht. Daarnaast is ook de
toetsing door de rechter aan de grondrechten als neergelegd in art. 93 en 94 Gw en EVRM van wezenlijk belang
voor de controlefunctie.
Garanties voor onafhankelijkheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cutiiejess. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.