Dit is een samenvatting van het hele boek van Praktisch bestuursrecht 6e druk. Handig voor het leren van het tentamen staats- en bestuursrecht in het eerste jaar van HBO-Rechten Windesheim Zwolle. 8.1 gehaald voor het tentamen.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 kennismaking met het bestuursrecht..........................................................................................3
paragraaf 1.1 wat is bestuursrecht?.....................................................................................................................3
paragraaf 1.2 legaliteitsbeginsel en specialiteitsbeginsel....................................................................................3
paragraaf 1.3 bronnen van bestuursrecht............................................................................................................4
paragraaf 1.4 algemeen en bijzonder bestuursrecht............................................................................................5
paragraaf 1.5 de algemene wet bestuursrecht....................................................................................................5
hoofdstuk 2 spelers in het veld van het bestuursrecht....................................................................................7
paragraaf 2.1 organisatie van het openbaar bestuur..........................................................................................7
PARAGRAAF 1.1 WAT IS BESTUURSRECHT?
Openbaar bestuur: als het gaat om het uitvoeren van bestuurstaken.
- Behartigt het algemeen belang.
- Door een persoon of groep personen in de hoedanigheid van een bestuursorgaan.
Bestuursrecht: het juridisch functioneren van het openbaar bestuur en zijn relatie tot de burger.
Bevat regels (rechtsnormen) met betrekking tot:
- Organisatie van het bestuur
- Verlening van bestuursbevoegdheden
- Normen voor het gebruik van bestuursbevoegdheden
- Rechtsnormen voor burgers en regels voor de handhaving
- Rechtsbescherming tegen het openbaar bestuur
PARAGRAAF 1.2 LEGALITEITSBEGINSEL EN SPECIALITEITSBEGINSEL
Legaliteitsbeginsel:
= Het openbaar bestuur mag alleen als openbaar bestuur optreden als dit in de wet staat.
= De wetmatigheid van bestuur.
Dus alleen inbreuk maken op de rechten en vrijheden van de burger als de wet dit toestaat.
Artikel 9 Gw
De wetten die worden vastgesteld door de formele wetgever (S-G + regering), noemen we wet in
formele zin.
Wet in materiële zin: wet met algemeen verbindende voorschriften die voor iedereen geldt.
Omgevingsvergunning: toestemming van het openbaar bestuur voor het uitvoeren van projecten in
de fysieke leefomgeving die zijn genoemd in art. 2.1 en 2.2 Wabo.
- Het college van B&W heeft de bevoegdheid om te beslissen op een aanvraag om een
omgevingsvergunning (art. 2.4 Wabo).
- De GS is bevoegd om een vergunning te geven voor activiteiten doen bij beschermd
natuurgebied.
- Een verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) = instemming van een ander bestuursorgaan
voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Dus in dit geval geeft de GS een Vvgb aan
het college van B&W.
Specialiteitsbeginsel:
Het openbaar bestuur moet bij alles wat het doet belangen afwegen. Dus algemeen VS individuele
burgers.
Dit beginsel beperkt die afweging tot het kader van de belangen waarvoor een speciale wet is
bedoeld. Dus op sommige momenten als het in de wet- of regelgeving staat, alleen het specifieke
belang behartigen. Bijvoorbeeld bij de Erfgoedwet.
3
,Samengevat: voor het optreden van het openbaar bestuur is een grondslag in de wet nodig
(legaliteitsbeginsel) en bij het afwegen van de belangen moet het openbaar bestuur binnen het
kader blijven van de toepasselijke wet (specialiteitsbeginsel).
PARAGRAAF 1.3 BRONNEN VAN BESTUURSRECHT
Drie rechtsbronnen van belang bij bestuursrecht:
1. Wet- en regelgeving en verdragen
2. Jurisprudentie
3. Ongeschreven recht, met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Het openbaar bestuur is verdeeld in verschillende lagen die elk op hun beurt bestuursrechtelijke
regels kunnen vaststellen.
Hiërarchische normenstelsel:
Verdrag Staat der Nederlanden
Wet- en regelgeving:
EU-verordening en EU-richtlijn Europees Parlement/Raad/Commissie
Grondwet Formele wetgever
Wet in formele zin Formele wetgever
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Regering
Ministeriële regeling Minister
Provinciale verordening Provinciale Staten
Gemeentelijke verordening/ Gemeenteraad/
Waterschap verordening Waterschapsbestuur
Let op: verdragen, beleidsregels en vergunningvoorschriften behoren niet tot de wet- en regelgeving!!
Verdragen, EU-verordening en EU-richtlijn:
Belangrijke verdragen: EVRM, EU-verdrag en de EU-Werkingsverdrag.
De verdragen en Europese verordeningen hebben rechtstreekse werking in Nederland.
Dit betekent dat Nederlandse burgers zich direct kunnen beroepen op dergelijke bepalingen.
Europese richtlijnen zijn gericht tot lidstaten en hebben in beginsel geen rechtstreekse werking.
Grondwet, wet in formele zin en AMvB:
De Grondwet bevat, afgezien van de grondrechten, weinig regels voor burgers.
De Grondwet is de hoogste wet in formele zin, die is vastgesteld door de formele wetgever.
Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is van lagere orde. Deze bevatten algemeen
verbindende voorschriften voor burgers en overheden.
Verordening/regeling:
Ministeriële regelingen bevatten ook algemeen verbindende voorschriften voor burgers en kunnen
ook bevoegdheden toekennen aan bestuursorganen.
De regels in provinciale verordeningen gelden alleen voor het grondgebied van de provincie.
De regels van de gemeentelijke verordening gelden alleen binnen de gemeentegrenzen.
Waterschap verordeningen zijn van toepassing op het grondgebied van het waterschap.
Een Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is een gemeentelijke verordening met normen die voor
iedereen in die gemeente gelden.
Beleidsregels en vergunningsvoorschriften:
4
, Beleidsregels zijn eigen richtlijnen voor het openbaar bestuur en gelden alleen voor het orgaan van
het openbaar bestuur dat ze heeft vastgesteld of waarvoor ze zijn bedoeld.
Vergunningsvoorschriften zijn normen die gelden in het individuele geval, namelijk voor degene aan
wie de vergunning is verleend.
- Kunnen bestaan uit rechtsnormen afkomstig van wetten en lagere regelingen en uit regels
die het bestuursorgaan dat de vergunning verleent voorschrijft.
Gelede normstelling: normen voor een bepaald geval worden (mede) bepaald door normen in
verschillende regelingen, die in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan.
Voorbeeld van gelede normstelling gebaseerd op de Wabo
Regeling Soort norm
Art. 2.1 Wabo: Norm in wet
Het is verboden te bouwen zonder
omgevingsvergunning van het college van B&W
Art. 2.10 Wabo: het bouwplan moet in Norm in wet
overeenstemming zijn met de regels in:
Het Bouwbesluit Normen in AMvB
De gemeentelijke bouwverordening Normen in verordening
Het gemeentelijke bestemmingsplan Normen in plan
Redelijke eisen van welstand Normen in beleidsregel
De Erfgoedverordening (als het gaat om Normen in wet of verordening
een monument)
Het college legt normen vast in de vergunning Normen in vergunning
PARAGRAAF 1.4 ALGEMEEN EN BIJZONDER BESTUURSRECHT
Het algemene bestuursrecht bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van
toepassing zijn.
- Bijv. regels voor de toekenning van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen.
Regels voor de handhaving van rechtsnormen en besluiten.
Art. 3:2 Awb voor zorgvuldige voorbereiding.
Het bijzondere bestuursrecht bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden
waarop het openbaar bestuur actief is.
- Ordenende overheidstaken (politie, defensie, milieubeheer…)
- Verzorgende overheidstaken (onderwijs, cultuur, wetenschap, sociale zorg…)
- Rechtsgebieden: omgevingsrecht, vreemdelingenrecht, fiscaal bestuursrecht, etc…
Onder het bijzonder bestuursrecht valt de coördinatiewet, die zorgt voor enige eenheid en
samenhang van bepalingen en regelingen.
Voorbeelden:
Sociale zekerheid. De Wet financiering sociale verzekeringen.
Belastingen. Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet.
Omgevingsvergunning. Wabo.
Fysieke leefomgeving. Omgevingswet en vier AMvB’s.
PARAGRAAF 1.5 DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamarabos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.