Inspanningsfysio Dr. Stautemas
1. Obesitas – insuline resistentie – diabetes type 2
Ontstaan van insulineresistentie :
Hangt af van de verhouding VM/VVM (vet massa/vetvrije massa).
- Casus 47 jarige man met BMI 39: Te veel vet vet gaat zich zetten in de lever stijging VM
- Casus 85 jarige man met BMI 19: hier vindt een sarcopenisch proces plaats verlies van
VVM
De verhouding stijgt en het lichaam wilt de homeostase weer bereiken vetten verbranden,
hyperleptinema => ROS
Ontstaan van zuurstofradicalen (ROS) en inflammatie:
Te veel vet mitochondriën worden gestimuleerd om ze te verbranden overbelasting fouten
die leiden tot schade en inflammatie.
Bepaalde diabetes geassocieerde condities: hyperlipidemie, vetweefsel dysfuncties, hyperglycemie,
endotheliale dysfunctie, hyperleptinemia zorgen allemaal voor een overproductie van ROS en
inflammatie.
ROS:
= Reactive oxygen species iedereen heeft deze in het lichaam, maar bij een te grote productie
kunnen deze niet meer afgebroken worden. ROS gaat opzoek naar een eiwit en zet zich hieraan vast.
Hierdoor gaat het eiwit kapot.
Ook bij een te grote concentratie glucose, zet glucose zich vast aan een eiwit. Hierdoor ontstaat een
stabiel eiwit, maar kan deze zijn voorziene functie niet uitvoeren.
ROS zorgt voor schade, en hierdoor ook voor inflammatie (die op zijn beurt ook weer voor
schade zorgt):
o Perifeer: insuline resistentie
o Bloedvaten: cardiovasculaire complicaties
o Zenuwweefsel: neuropathie
Al deze elementen werken op elkaar in waardoor nog meer schade ontstaat.
Wat gebeurt er wanneer glucose concentratie stijgt in het bloed:
Insuline productie gaat gestimuleerd worden en zal zich vastzetten op de
insulinereceptor. Hierdoor vindt er een fosforylatie plaats van een insuline
receptor substraat (= een eiwit) die hierdoor geactiveerd wordt en zijn functie
krijgt. Hierdoor gaat GLUT4 geactiveerd worden dat een translocatie gaat doen
en hierdoor suikertransport naar de spier veroorzaakt.
Wanneer door inflammatie/glycatie schade optreedt zal er voor 1 insuline
molecule minder suiker in de spier getrokken worden lichaam gaat meer
insuline produceren lichaam moet meer werken schade zal ontstaan in de
beta-cellen in de pancreas insulineproductie daalt hyperglycemie.
(zijsprong: beweging zorgt acuut en chronisch voor verhoogde insuline gevoeligheid.)
, Complicaties die ontstaan door de schade:
- Nefropathie (nierlijden) slechtere filtering en dus bv reabsorptie van bepaalde eiwitten
- Neuropathie
- Angiopathie
- Limited joint mobility (door cross-linking eiwitten gaan zich aan elkaar zetten daling van
de functie gewrichten worden stroever)
- (de laatste drie zorgen voor een impact op inspanningscapaciteit)
- Indirecte caloriemetrie: proces waarbij energieverbruik gemeten wordt door het meten van
O2 verbruik en CO2 productie.
- Kan gebruikt worden voor:
o Inschatten energieverbruik
o Inschatten aandeel koolhydraten en vet als energiebron
- Meet:
o O2 concentratie
o CO2 concentratie
o VE
Verbranding van stoffen door O2 toe te voegen en
hierdoor productie van CO2 en H2O dit ademen
we uit. dus we gaan kijken naar:
- Hoeveel O2 verdwijnt er
- Hoeveel CO2 komt er uit
- inschatting maken over het E-verbruik.
6CO2 + 6H2O + warmte krijgt je door verbranding.
RQ (= respiratory quotient) bij koolhydraten:
wanneer RER-waarde 1 is, is de patiënt 100%
suiker aan het verbranden.
RQ: enkel het oxidatieve mechanisme
RER: zowel oxidatieve als anaerobe mechanisme
Door een bufferingsproces (v bv lactaat) wordt er
ook CO2 geproduceerd RER zal hoger liggen dan
1 bij 100% KH.
Bij de fietsproef zijn er 2 protocollen: stapprotocol en hellingsprotocol. Bij het stapprotocol heeft het
lichaam tussendoor tijd om de homeostase te herstellen. Bij het hellingprotocol meten we breath by
breath = elke keer je in- en uitademt wordt er een datapunt genomen. Dit gaat lineair zijn tot er een
belangrijk aandeel komt van anaerobe E-levering (= deflectie punt).
Wet: lineaire relatie tussen vermogen dat we leveren en de gevraagde O 2 / kg.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romycavelier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.62. You're not tied to anything after your purchase.