100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Burgerlijk Procesrecht gehele stof $8.63
Add to cart

Summary

Samenvatting Burgerlijk Procesrecht gehele stof

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de gehele tentamenstof voor het vak burgerlijk procesrecht, inclusief arresten/jurisprudentie.

Preview 1 out of 9  pages

  • January 3, 2023
  • 9
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Overzicht
Burgerlijk procesrecht

Op grond van art 23 dient de rechter te beslissen over wat partijen hebben gevorderd. Daarom mag er niet meer
worden toegewezen dan er gevorderd is. De rechtsgronden mogen niet tegen de wil van partijen worden
aangevuld art 24 Rv —> A/B arrest arrest Regiopolitie Gelderland Zuid/Hovax = lijdelijkheid van de rechter. Op
grond van de partijautonomie bepalen partijen de aard en de omvang van de rechtsstrijd. Regels van openbare
orde zal de rechter moeten aanvullen tegen de wil van partijen in art 25 Rv. Ambtshalve aanvullen is niet
toegestaan bij bevrijdende verjaring of het leerstuk van de eigen schuld art 6:101 BW jo art 6 EVRM —>
regiopolitie/Hovax-arrest. Art 149 lid 1 Rv verbiedt de rechter om feiten en feitelijke grondslagen aan te vullen art
24 Rv, tenzij 149 lid 2 Rv

Uit art 1 Rv volgt dat er gekeken dient te worden naar het supranationale recht. De EEX-Vo is van toepassing als
er sprake is van een burgerlijke zaak met een internationaal aspect art 1 EEX-Vo: benoem waarom er sprake is
van een burgerlijke zaak (kijk naar uitzonderingen). Indien de zaak valt binnen het territoriale en inhoudelijke
toepassingsgebied kijk je naar art 4 EEX-Vo. De lex forum rei art 4: bevoegd is de rechter van het land van de
woonplaats van de gedaagde = uitgangspunt art 62 EEX-Vo II jo art 1:10 BW. Benoem welke rechter uit welk land
bevoegd is op basis van dit artikel. Kijk wel naar uitzonderingen volgende artikelen en art 5 EEX-Vo. Als er sprake
is van een toepasselijke alternatieve rechtsmacht art 7 EEX jo art 6 Rv, dan mag je als eiser kiezen = alternatieve
grondslag. Voor de rechtsmacht op grond van de od is de plaats bepalend waar het schade brengende feit zich
heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Indien de bevoegdheid van de Nederlandse rechter voortvloeit uit een
gesloten beding heet dit een jurisdictieclausule art 8 Rv. Indien verweerder geen beroep doet op op het
ontbreken van de rechtsmacht is er sprake van een stilzwijgende forumkeuze

Absolute competentie art 2 jo art 42 RO (dwingend recht): het soort gerecht waar de zaak aan moet worden
voorgelegd. Benoem waarom er sprake is van een burgerlijk zaak. De rechter dient de regels van absolute
competentie ambtshalve toe te passen en zich waar nodig onbevoegd te verklaren op grond van art 71-72 Rv.
Doorverwijzing is dan vereist art 73, 110 lid 2 en 221 Rv. Er dient ook gekeken te worden naar de
sectorcompetentie art 93 Rv: benoem de verplichte vertegenwoordiging. In de verzoekschriftprocedure wordt in
de wet aangegeven of de kantonrechter bevoegd is. Als er niks wordt vermeld, is de civiele rechter bevoegd. Kijk
naar de uitzonderingen in sub c. De interne verwijzing (kanton of civiel) vindt ambtshalve of op verzoek van
partijen plaats art 71 Rv. In de kantonrechtersprocedure geldt de verplichte procesvertegenwoordiging niet art
79 lid 1 Rv en daarnaast wordt er geen griffierecht geheven art 4 lid 1 sub b wet griffierechten burgerlijke zaken.
Conclusies en akten geschieden mondeling en de relatieve bevoegdheid wordt niet ambtshalve gecontroleerd

Relatieve competentie: betreft de vraag welk gerecht voor de behandeling is aangewezen qua locaties. In de
dagvaardingsprocedure art 78 jo art 99-109 (sluitstuk) Rv, in verzoekschriftprocedures art 261 jo art 262-269 jo
995 (sluitstuk) Rv. Als deze artikelen geen uitkomst bieden in de verzoekschriftprocedure is de rechtbank Den
Haag bevoegd art 269 = sluitstuk. Bij relatieve onbevoegdheid zal de rechter zich onbevoegd verklaren, indien
hier tijdig een beroep op is gedaan. Doorverwijzing is dan vereist art 73, 110 lid 2 en 221 Rv. De woonplaats art
1:10 BW. Deze regels behoeven niet ambtshalve toegepast te worden, behalve in het geval van art 101/103 Rv en
in de gevallen onder de €25.000 jo art 108 Rv forumkeuze = consumentenbescherming tegen oneerlijke bedingen
—> Ebecek/Trudo of Heesakkers/Voets-arrest

Dagvaardingsprocedure (vordering: een in recht gestelde eis = petitum/vonnis) art 78 Rv
Een dagvaarding is een geldingstuk waarbij de gedaagde door de deurwaarder wordt opgeroepen, in opdracht
van de eiser, om op een bepaalde dag te verschijnen bij de rechtbank. Dit gebeurd middels een
deurwaardersexploot art 45 Rv = eerste proceshandeling. De raadsman stuurt het exploot (betekening van de
dagvaarding) aan de deurwaarder, welke deze uitbrengt op wijze van art 46-47 jo art 74 Rv. De deurwaarder
betekent dus. Er is sprake van een dagvaardingsprocedure als er niet uit de wet (kijk naar het betreffende
wetsartikel, bijvoorbeeld 6:162 BW) voortvloeit dat er gebruik gemaakt moet worden van de
verzoekschriftprocedure jo art 78 art 261 Rv. Een dagvaarding is niet vereist indien gedaagde een tegenvordering
heeft art 136 Rv, in het geval van een kortgeding art 255 Rv, in het geval partijen de mogelijkheid hebben het
geschil in een vrijwillige procedure aan de kantonrechter ter beslissing voor te leggen art 96 Rv, in het geval van
tussenkomst of bij een renvooiprocedure art 486 jo art 552 lid 4 Rv

De inhoud van de dagvaarding is neergelegd in art 45 jo art 111 lid 1 Rv
(Art 45 lid 3 jo art 111 lid 2 sub e/f jo art 111 lid 2 sub g/l (formeel) jo art 111 lid 3 (materieel) Rv)
• Art 111 lid 2 sub d Rv is de stelplicht = de eis (petitum) en de gronden daarvan: het betreft de rechtsfeiten
vanuit het oogpunt van de eiser en omvat zowel de subjectieve rechten als de feitelijke omstandigheden waar
het recht rechtsgevolgen aan verbindt. Benoem wat er wordt geeist en of er sprake is van een primaire/
subsidiaire vordering of van nevenvorderingen

• Het vermelden van de verweren van gedaagde en bewijsmiddelen van de eiser is de substantiëringsplicht en
de bewijsaandraagplicht art 111 lid 3 Rv. De substantiëringsplicht houdt in dat bij het opstellen van de
dagvaarding de jouw bekende verweren van de gedaagde vermeld moeten worden. Dit is verplicht zodat er
1

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarabandt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.63
  • (0)
Add to cart
Added