Juridische argumentatie | Hoorcolleges
HC 1 Inleiding/ Argumentatie 1
HC 1+2 Argumentatie
- Structuur van argumenten
- Argument en tegenargument
- Geldigheid en deugdelijkheid van argumenten
- Argumentatieschema’s
HC 3+4 formele logica
- Propositielogica
- Juridische toepassingen
HC 5+6 Kansrekening
- Elementaire + Bayesiaanse kansrekening
- Juridische toepassingen
HC 7 uitloop, herhaling, vragenuur
h.prakken@rug.nl h.prakken@uu.nl
Spiekbriefje van 4 A4 is goed gekeurd. En een rekenmachine meenemen!!
Wat is argumentatie?
Een stelling ondersteunen met gronden om twijfel aan de stelling weg te nemen. Vaak om iemand anders
te overtuigen.
[Sinds 2014 door hof van EU beslist dat je geen kopieën mag maken van mp3].
Proponent: downloaden van mp3’s is geen kopiëren voor eigen gebruik (standpunt)
Respondent: waarom niet?
Proponent: anders zou normale exploitatie van muziek onmogelijk zijn (grond, poging om die twijfel
weg te nemen)
Respondent: waarom?
Proponent: omdat mp3’s zo eenvoudig te uploaden en downloaden zijn. (nadere grond)
Respondent: maar online exploitatie van mp3’s kan best winstgevend zijn
Proponent: o ja?
Respondent: ja, kijk maar naar spotify.
➔ Voorbeeld discussie met argumenten en tegenargumenten
Argumentatie in dit vak:
Geheel van standpunten en gronden die worden aangevoerd om een punt/stelling te
bespreken/ondersteunen.
Drie aspecten van argumentatie
Logica: regels voor ‘geldigheid’ en ‘deugdelijkheid’ van argumenten. Kijkt naar de vorm van die
argumenten. Puur op grond van hun vorm van het argument.
Dialectica: spelregels voor debat (procesrecht = een juridische vorm van dialectica).
Retorica: principes van overtuigend spreken (bijv. drie argumenten, dan sterkste argument als laatst).
Beperken tot logica in ruime zin.
Juridische contexten waarin geargumenteerd wordt
- In rechtsgedingen: primair
- Bij juridisch advies
- In wetenschappelijk debat
- In politiek debat
- In publiek debat
,Juridisch redeneren is het vergelijken van pros en cons
Bepalen van de feiten
- Tegenstrijdige getuigenverklaringen
- Generalisaties met uitzonderingen
Kwalificeren van de feiten/ interpreteren van rechtsregels
- Afweging van belangen
- Strijdige uitkomsten van verschillende interpretatiemethoden
Toepassing van rechtsregels
- Uitzonderingen
- Strijdige regels
Wet- en regelgeving
- Afweging van belangen, voor- en nadelen
- Politieke keuzes
Juridisch redeneren is vaak tegenspraak
Partijen in rechtsgedingen hebben vaak strijdige belangen
→ Discussie
Juristen construeren niet alleen argumenten, maar vallen ze ook aan
Dus eigen standpunten hebben en de zwakke plekken in andere argumentaties herkennen. Dus de
tegenpartij “aanvallen”.
Juridische argumentatie in dit vak
Geen cursus praktische vaardigheden
Maar rechtstheoretische cursus
- Maar wel enige aandacht voor vaardigheden
Geen dialectiek en retorica, maar alleen logica
Geen productie maar analyse van argumentatie
! Werkdefinitie
Argumentatie is het kritisch evalueren van de aanvaardbaarheid van standpunten door het aanvoeren
van gronden voor of tegen een standpunt en het vervolgens vergelijken van de argumentaties op hun
kwaliteit.
Drie elementen in deze definitie:
1. Constructief element: onderbouwen van een stelling/standpunt met gronden
2. Destructief element: aanvallen van/bekritiseren van argumentaties die al gegeven zijn
3. Evaluatief element: gegeven en tegenargumenten bekijken en kijken welk van de argumenten
wint/welke blijft er over.
Deze cursus stelt twee vragen:
1. Is een gegeven argument geldig, d.w.z. ondersteunen de gronden inderdaad het standpunt?
a. Alleen kijken naar het argument zelf, de gronden (premissen) nemen we hypothetisch
voor waar aan.
2. Is het argument, indien geldig, ook deugdelijk, d.w.z. kunnen alle geldige tegenargumenten
weerlegd worden?
a. Hier nemen we de waarheid van premissen niet hypothetisch voor waar aan.
Voorbeeld: verplichte minimumstraffen
Voor: Er moeten verplichte minimumstraffen voor misdrijven komen, want dat zal de misdaad doen
afnemen, wat een goede zaak is.
Tegen: Er moeten geen verplichte minimumstraffen voor misdrijven komen, want dat zal de vrijheid
van de rechters om straffen op het geval toe te snijden beperken, wat een slechte zaak is.
1. Zijn deze argumenten geldig, d.w.z. ondersteunen hun gronden inderdaad hun standpunt?
, Beide argumenten geldig, deze gronden verlenen steun aan de standpunten.
2. Zijn ze, indien geldig, ook deugdelijk, d.w.z. kunnen alle geldige tegenargumenten weerlegd
worden?
1e argument deugdelijk:
2e argument deugdelijk: het gewenste effect van de wet vind ik gewoon belangrijker dan het
ongewenste effect, daarom neem ik de ongewenste effecten voor lief. → in dit geval zeg je 1e
argument deugdelijk, maar het tweede niet. Valide manier van redeneren. Maar hierdoor wordt
de deugdelijkheid van argumenten deels een subjectieve zaak. Het hangt voor een deel af van
de subjectieve referenties die jij aan hangt.
Zie ook volgende week!
Deductief en weerlegbaar geldige redeneerstappen
De verdachte was in het vondelpark.
Het vondelpark ligt in Amsterdam.
Dus de verdachte was in Amsterdam.
➢ Deductief geldig.
➢ Geldig argument, als je de twee gronden aanneemt dan is de conclusie geldig.
➢ Als je de twee premissen aanvaard, dan moet je ook de conclusie aanvaarden
Twee getuigen zagen de verdachte in het vondelpark.
Twee getuigen die hetzelfde verklaren spreken doorgaans de waarheid.
Dus de verdachte was in het vondelpark.
➢ Deductief ongeldig. Vanwege het woord: Doorgaans, het kan best zo zijn normaliter wel, maar
is dit geval toevallig niet.
➢ Deze vorm van redeneren is niet irrationeel. Eigenlijk creëren de gronden alleen een vermoeden
voor de juistheid van de conclusie.
Dus vermoedelijk was de verdachte in het vondelpark,
➢ Dit kan worden weggenomen door tegenargumenten. Weerlegbaar redeneren, dit argument is
Weerlegbaar geldig.
Het woordje doorgaans vervangen door altijd: dan kom je inderdaad bij een deductief geldig argument
uit. Maar dit heeft een zware prijs, want je hebt dan een evident onware premisse. Het is niet zo dat twee
getuigen altijd de waarheid spreken die hetzelfde zeggen.
Twee soorten geldige redeneerstappen
Deductief geldig:
- Waarheid van de premissen garandeert de waarheid van de conclusie
- Als je de premissen aanvaardt, moet je zonder meer ook de conclusie aanvaarden
Weerlegbaar geldig
- Waarheid van de premissen geeft een vermoeden voor de waarheid van de conclusie
- Als je de premissen aanvaardt, moetje ook de conclusie aanvaarden, behoudens bewijs van het
tegendeel
Terug naar het voorbeeld over minimumstraffen
Voorbeeld: verplichte minimumstraffen
Voor: Er moeten verplichte minimumstraffen voor misdrijven komen, want dat zal de misdaad doen
afnemen, wat een goede zaak is.
Tegen: Er moeten geen verplichte minimumstraffen voor misdrijven komen, want dat zal de vrijheid
van de rechters om straffen op het geval toe te snijden beperken, wat een slechte zaak is.
1. Zijn deze argumenten geldig, d.w.z. ondersteunen hun gronden inderdaad hun standpunt?
2. Zijn ze, indien geldig, ook deugdelijk, d.w.z. kunnen alle geldige tegenargumenten weerlegd
worden?
, Deductief of weerlegbaar geldig?
Deze geldigheid is weerlegbaar, het gaat om goede en slechte effecten van een wetsvoorstel. All other
things being equal, als mijn voorstel dit gewenste effect heeft moeten we het accepteren. Maar er kunnen
ook negatieve effecten zijn van het wetsvoorstel, dus beide argumenten als weerlegbaar geldig.
Een rationeel persoon kan beide gronden van het eerste argument accepteren, maar de conclusie hoeft
niet geaccepteerd te worden als je bijvoorbeeld tegenargumenten aanvoert. Er kunnen ook ongewenste
effecten van het wetsvoorstel zijn.
De structuur van argumenten: basiselementen
Argumenten hebben
- Premissen (gronden)
- Een conclusie
- Een redeneerstap van de premissen naar de conclusie
Conclusie
Dus
Premisse
1
Premisse
2 = basisvorm
Horizontale complexiteit
Drie gronden onderscheiden waarin meerdere vormen dezelfde conclusie kunnen ondersteunen:
Drie typen ondersteuning
1. Gelinkt (cumulatief): alle premissen zijn nodig voor de conclusie
o E is expert mbt P
o E zegt dat P
→P (P is waar)
▪ Volgende week presenteren als weerlegbaar geldig, vertrouwen op
deskundigen.
▪ In ieder geval zijn beide gronden nodig om de conclusie te onderbouwen. Als
je een van beide premissen als onwaar kan aantonen, dan heb je de
conclusie/argument al weerlegt
2. Alternatief: 1 premisse is voldoende om de conclusie te onderbouwen
o De daad maakt inbreuk op een recht
o De daad is maatschappelijk onzorgvuldig
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MerelVeldkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.