100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Research Exam II $3.79   Add to cart

Exam (elaborations)

Research Exam II

 746 views  17 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Exam study book Wat is onderzoek? of Nel Verhoeven (H8, H9, H10 en H11) - ISBN: 9789059316713, Edition: 4e druk, Year of publication: 2011

Preview 2 out of 11  pages

  • January 11, 2013
  • 11
  • 2011/2012
  • Exam (elaborations)
  • Unknown
avatar-seller
Onderzoeksmethoden
Tentamen II
Deel III Analyseren

Hoofdstuk 8. Kwantitatieve gegevens verwerken
Bij het analyseren van kwantitatieve gegevens wordt veel gebruikgemaakt van
softwareprogramma’s.
8.1 Begrippen in kwantitatieve analyse
8.1.1 Terminologie
Een datamatrix is een rechthoekig blad met rijen en kolommen waar de verzamelde gegevens
worden ingevuld.
Er zijn twee soorten variabelen.
Variabele:
Kenmerken van alle eenheden die bij je onderzoek betrokken zijn.
- Onafhankelijke variabele:
Oorzaakvariabele die een verandering van een andere variabele kan veroorzaken.
- Afhankelijke variabele:
Gevolgvariabele die verandert onder invloed van de onafhankelijke variabele.
Een variabele heeft categorieën.
Categorie:
Waarde die een variabele kan aannemen.
8.1.2 Meetniveaus van variabelen
Meetniveau:
Eigenschap van variabelen die aangeeft in welke mate je met deze variabelen kunt rekenen.
Er zijn vier meetniveaus:
- Nominaal meetniveau:
Variabelen met slechts enkele losse categorieën, waarmee niet gerekend kan worden.
Tussen twee categorieën komt geen andere waarde voor; discrete variabele. Het zijn kwalitatieve
codes. Als er maar twee waarden zijn, heet het dichotoom. Dichotome variabelen worden ook wel
dummy’s genoemd.
- Ordinaal meetniveau:
Variabelen met enkele losse categorieën in een bepaalde volgorde, waarmee niet gerekend kan
worden.
Dit is vrijwel hetzelfde als het nomale meetniveau. Het enige verschil is dat er nu een bepaalde
rangorde zit in de waarden.
- Interval meetniveau:
Kwantitatieve variabelen zonder natuurlijk nulpunt, waarbij de intervallen tussen twee waarden
hetzelfde zijn. Hiermee kan worden gerekend.
De intervallen tussen twee waarden zijn gelijk, de codes zijn numeriek en de waarden zijn continu. De
likertschaal valt hier ook onder.
- Ratio meetniveau:
Kwantitatieve variabelen met natuurlijk nulpunt, waarbij de verhoudingen tussen twee waarden

, gelijk zijn. Er kan mee worden gerekend.
Bij een ratio meetniveau beschikken de variabelen over een natuurlijk nulpunt en gelijke,
betekenisvolle verhoudingen.




8.2 De analyse voorbereiden: hypothesen formuleren
Hypothesen:
Toetsbare veronderstellingen over de uitkomsten van je analyses.
Je kunt vaststellen dat je hypothese klopt wanneer je resultaten niet op toeval berusten. Meestal is
dat wanneer je 95% of meer zeker bent van je gelijk.
Significantie:
Het gevonden resultaat is niet toevallig.
Hypothesen zijn opgesteld in twee delen:
- Een nulhypothese; de basisveronderstelling
- Een alternatieve hypothese; de alternatieve veronderstelling
Pas als je door middel van kwantitatieve analyses kunt aantonen dat de gevonden resultaten geen
toeval zijn, verwerp je de nulhypothese ten gunste van de alternatieve hypothese.
8.3 Univariate analyses
Univariate analyses zijn beschrijvingen van één variabele tegelijk. Een dataset bestaat uit een aantal
cases (respondenten, vragenlijsten, waarnemingen, etc.). Drie manieren om univariate beschrijven te
maken zijn:
- Frequentieverdelingen van een kenmerk
- Grafieken van een kenmerk
- Kengetallen; centrum- en spreidingsmaten
Kengetal:
Samenvatting van een variabele door middel van één eigenschap.
8.3.1 Frequentieverdelingen
Om kenmerken te presenteren kun je het best aangeven hoe vaak de waarden voorkomen met
behulp van een frequentietabel.
Frequentietabel:
Tabel waarin wordt aangegeven hoe vaak scores voorkomen, met andere woorden hoe de verdeling
eruit ziet.
Een relatieve frequentietabel ontstaat wanneer je gaat percenteren.
Relatieve frequenties:
Het aantal waarnemingen ten opzichte van het totaal aantal waarnemingen.
Percenteren:
Het uitdrukken van relatieve frequenties in percentages.
Valide percentages:
Geldige percentages, alleen van diegenen van wie de score genoteerd is.
8.3.2 Grafieken van één variabele

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tirza. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  17x  sold
  • (0)
  Add to cart