Samenvatting Sociologie (1300PSWSOC) - Walter Weyns
48 views 3 purchases
Course
1300PSWSOC (1300PSWSOC)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Samenvatting (2022/2023) van slides en handboek. Met neutrale kleuren dus als je het afdrukt kan je het zelf nog vorm geven door te markeren of onderlijnen etc. Veel succes! Als er iets onduidelijk is dan mag je altijd een bericht sturen. P.S laatste bladzijde zijn 3 examenvragen. (17/20!!!)
Sociologie – inhoudstafel
1 Sociologische verbeelding........................................................................................................................... 4
1.1 Sociologische bewustzijn is recent.................................................................................................................4
1.2 Sociologische verbeelding ontstond in crisistijden.........................................................................................4
1.3 De twee revoluties – The great transformation.............................................................................................5
1.4 Het sociaal probleem als bron van de sociologische benadering..................................................................6
1.5 Wright Mills over sociologische verbeelding – kracht (visie).........................................................................7
1.6 Twee voorbeelden van sociologische verbeelding: Comte & Spencer...........................................................7
3 Socialisatie................................................................................................................................................ 16
3.1 De mens als sociaal wezen...........................................................................................................................16
3.2 Opvoedingspatronen....................................................................................................................................16
3.3 De vroege ontwikkeling van kind.................................................................................................................17
3.4 Theorieën over ontwikkeling kind................................................................................................................18
3.5 Socialiserende instituties..............................................................................................................................19
3.6 Secundaire socialisatie.................................................................................................................................21
3.7 Hersocialisatie & totale instituties...............................................................................................................21
3.8 Levensloop....................................................................................................................................................22
3.9 Overgangsrituelen........................................................................................................................................23
3.10 Sociale controle..........................................................................................................................................24
4 Sociale interactie....................................................................................................................................... 26
4.1 Samenleving als interactie...........................................................................................................................26
4.2 Garfinkels ‘breaching experiment’...............................................................................................................26
4.3 Conversatie-analyse en dramaturgie Goffman............................................................................................27
4.4 Sociale rol en de dubbele contingentie van sociale interacties....................................................................30
4.5 Afhankelijkheidsrelaties en perverse effecten..............................................................................................31
6 Stratificatie & sociale klasse...................................................................................................................... 38
6.1 Systemen van sociale stratificatie................................................................................................................38
6.2 Theorieën over sociale stratificatie..............................................................................................................40
6.2.1 Klassentheorie van Marx......................................................................................................................40
6.2.2 Max Weber over klasse, status en partij..............................................................................................41
6.2.3 Klassentheorie Erik Olin Wright............................................................................................................42
6.2.4 Frank Parkin sociale uitsluiting.............................................................................................................42
6.2.5 Functionalistische benadering (Davis en More)...................................................................................43
6.3 Klassen in Westerse maatschappijen...........................................................................................................43
6.4 Het veranderende klassensysteem...............................................................................................................46
1 Sociologische verbeelding
1.1 Sociologische bewustzijn is
recent
Ontwikkeling van de wetenschap – Auguste compte
Hiërarchie van wetenschappen
Astronomie= oudste wetenschap (systematische waarneming sterrenhemel)
Natuurkunde
Biologie (Aristoteles en Hippocrates)
Na heropbloei ME werden de wetenschappen herontdekt
17e E: psychologie= onderzoek innerlijke van mens
18e E: sociologie= innerlijk menswetenschap en sociale voorwaarden onderzoeken
Verklaring: gemakkelijker om verafgelegen zaken wetenschappelijk te benaderen dan zaken
dicht bij ons
1.2 Sociologische verbeelding ontstond in crisistijden
Tijdperk van de sociologie
Bewustwording afhankelijkheid bestaan van andere mensen (besef heeft lang op zich laten wachten)
1. Natuurlijke distantie ontbreekt
Niet gemakkelijk zelf object van wetenschap
Wetenschap maatschappij is moeilijk omdat de maatschappij in ons zit (in tegenstelling tot
fysische natuur)
Bepalend voor onze identiteit
Wij maken maatschappij en maatschappij maakt ons
Moeilijk om objectieve, afstandelijk houding aan te nemen t.o.v. samenleving
2. Sociologie ontluistert en wekt weerstand op
Mensen doen zich beter voor dan ze zijn
Rationele analyse wekt weerstand opwekken
Sociologische waarheid= waarheid waar mensen onder lijden, kwetst en projecteren lijden
soms terug op sociologen (machtigen door bevoorrechte positie)
Sociologie is subversief (gezagsondermijnend en ontmaskerd)
Onderzoek, vaak enkel mogelijk in democratische samenleving
Vergelijking ontdekkingsreiziger: alledaagse leefwereld bestuderen zoals ze werkelijk in
elkaar zit
Du Bois: eerste zwarte socioloog over ongelijkheid en racisme
Tegelijk binnen en buiten samenleving staan
Als zwarte er in leven maar niet behoren tot de witte gedomineerde Amerikaanse
maatschappij
Observeren vanachter het ‘gordijn’ want hoorde er niet helemaal bij (goede
inzichten vs desoriëntatie)
Montesquieu: voorbeeld van ontluisterende satire en sociologische verbeelding
Belang samenleving bekijken door de ogen van vreemden –
4
, Lettres Persanes: twee Perzen in Frankrijk vb. hoed i.p.v. tulband
Alledaagse vanzelfsprekendheden en gewoontes zijn cultureel bepaald
Verbanden tussen religie, wetgeving, leefomgeving, eetgewoontes van een volk
3. Sociologische bewustzijn geprikkeld door crisis
Grote maatschappelijke veranderingen door besef van problematische maatschappij,
daarvoor werd alles als vanzelfsprekend beschouwd (18 e & 19e eeuw)
Bedenking: ieder tijdperk beschouwt zichzelf sleuteltijdperk dus oppassen om eigen tijd uit te roepen
als tijd met grote veranderingen en crisis bv. Technologie, wetenschap, multimedia (≠ altijd
verbetering)
1.3 De twee revoluties – The great transformation
Twee grote evoluties of zijn er meer?
1. Van landbouw naar industrie: opkomst industrialisering
Jagen naar landbouw = neolithische revolutie
Vestigen van jagers (vb. akkers bewerken en kleinvee telen) i.p.v. nomadische levenswijzen
Ontstaan eigendom °steden en dorpen nood aan nieuwe sociale organisatie: complexe
arbeidsdeling, rechtsregels en bestuur meer omvattende sociale verbanden °staten
Proces van geleidelijke verandering, duizenden jaren geduurd
Tijdperk van massale sociale transformaties waarvan men de oorzaken brengt onder ‘The
great Transformation’ – Polanyi
2. Franse revolutie
Politieke omwenteling (1789-1794)
Revolutionaire vernieuwing bv. afschaffing feodaliteit, Verklaring van de Rechten van de
Mens en Burger
Volk aan de macht in Fr
Revolutie is symbool voor politieke modernisering en democratisering
Voor het eerst werd sociale orde verworpen voor nieuwe belangen vb. vrijheid, gelijkheid en
broederlijkheid
Idealen werken nu nog door
3. Industriële revolutie
Toepassing op grote schaal van technische innovaties in 19 e eeuw (stoomkracht in de
productie en in het transport)
Steeds meer uitvindingen die productie enorm deden stijgen
Betere handel
Trotse ambachtswerk tegen fabrieken
Productieverhoudingen werden onpersoonlijker
Vijandelijke houding tussen werkgever en arbeider (slechte werkomstandigheden en
loon)
Sociale vraagstuk in 19e eeuw: hoe konden sociale klasse vredig samenleven?
5
, Industrialisering en democratisering: verandering op het gebied van techniek, verkeer, handel, recht,
wetenschap, verstedelijking, … Ging gepaard met eeuwenoude tradities die verdwijnen.
Sociologie probeert het samenspel van veranderingen te begrijpen in het licht van de toegenomen
menselijke interdependentie. Belangrijk is dat de samenleving bewust georganiseerd werd.
NEOLITISCHE REVOLUTIE INDUSTRIELE REVOLUTIE
clan- landbouw- industriële clan- landbouw- industriële
maatschappij maatschappij maatschappij
maatschappij maatschappij maatschappij
economie overlevings- begin geldeconomie; kapitalisme;
politiek stam landbouwstaat democratische staat economie verhandeling zeldzame verhandeling alle
(specerijen…) en soorten goederen
autoriteit charismatisch; traditioneel; rationeel-legaal; primaire goederen (graan)
(de klassieke termen van Max Weber)
gezag gebaseerd op gebaseerd op gebaseerd op regels
recht gewoonterecht; gewoonterecht; burgerlijk recht;
charisma) afstamming en procedures charterrecht; grondwetten
strafrecht burgerlijk recht
techniek aanpassing aan de domesticatie van de beheersing
natuur natuur van de natuur wereld- animistisch; magisch; filosofisch-godsdienstig; wetenschappelijk;
beeld mythisch; mondelinge & multimediaal;
wonen nomadisch sedentair: dorp megalopolis mondelinge traditie schriftelijke traditie wetenschap
en stad
Vroegere samenlevingen zoals landbouw en clansamenlevingen waren onderhevig aan natuur,
hadden een traditioneel leven, herhaalde hun voorouders, hadden minder een eigen individuele
identiteit en waren ook niet doelbewust bezig met de inrichting van de maatschappij.
Later besef dat maatschappij geen vanzelfsprekend gegeven is, voor het eerst moesten mensen hun
samenleving proberen te begrijpen om haar te kunnen organiseren (savoir pour pouvoir – A. Comte).
Zo kwam de vraag: wat is een maatschappij?
De sociologische verbeelding begint met het besef dat de maatschappij bestaat en verandert, en dat
men die veranderingen enkel kan verklaren door de eigenschappen van het menselijk samenleven.
1.4 Het sociaal probleem als bron van de sociologische
benadering
Aan de basis van sociologische benadering ligt een sociaal probleem vb. druggebruik
Sociaal probleem
Afhankelijk van aantal factoren
Definiëren is niet vanzelfsprekend
Uitkomst van sociale definiëring door individuen en groepen
Voorwaarden
Objectieve feiten (vb. er zijn druggebruikers)
Subjectief aspect: mensen moeten het als problematisch ervaren (vb. ondergeschikte
rol vs discriminatie vrouw)
Collectief aspect: door een groep als problematisch ervaren toestanden wat verschilt
van groep tot groep (vb. druggebruik vs verhandelen van drugs)
Oplosbaarheid
Sociale problemen mogen niet gelijkgesteld worden met door de overheid als
problematisch gedefinieerde toestanden
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottedietvorst2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.