Thema 6_In groep
1 Sociale categorisatie
Sociale categorisatie
= het cognitieve process waaarbij individuen worden geclassificeerd als lid van groepen of categorieën
=> sociale identiteit (identiteit is altijd sociaal, je zijn is altijd al groepsbepaald en sociaal (gezin…))
= categorisering maakt de complexe wereld overzichtelijker
= genetisch – neiging tot categoriseren
= categorisatie van sociale stimuli
1.1 In/ out-group
Ingroup
= groep waartoe de actor behoort
Outgroup
= groepen waartoe hij niet behoort
Hoe we een groep percipiëren (ervaren) hangt af van feit of we al dan niet lid van deze groep zijn
Relevantie groepen hangt af van context
Activering sociale identiteit + in-/ outgroup rivaliteit
= gedragingen die niet te verklaren zijn op basis van individualiteit
= bv. escalatie geweld voetbalsupporters, vloeit grotendeels voort uit de specifieke verhouding tussen in-/ outgroup
2 Accentuation effect
Accentuation effect
= het accentueren van de verschillen
= zodra mensen of objecten in groepen of categorieën zijn ingedeeld, gaan we de gelijkenissen tussen de
leden van een groep overschatten en de verschillen tussen groepen accentueren
Onderzoek
Proefpersonen moesten meerdere keren de lengte beoordelen van lijnstukken die tegelijk werden
getoond
o Lijnen willekeurig met ‘A’ of ‘B’ gelabeld
= lieten zich beïnvloeden door de indeling die door onderzoekers werd aangegeven (A –
kleiner dan de B – zagen B groter dan ze in werkelijkheid waren)
o Kortste kreeg ‘A’, langste ‘B’
o Geen labels
Accentuation effect bij stereotypen
Effect versterkt wanneer het indelen in categorieën relevant of belangrijk is voor betrokkenen
bv. in de avond, donker steegje – twee mannen dronken en luidruchtig – gaat gevaarlijke elementen zoeken
bij deze personen (bv. tattoo, verdacht schoeisel…)
Accentuering is sterker als menen onzeker zijn over de maatstaven waarmee ze een situatie
moeten beoordelen
bv. Belg lengte inschatten in inches/ Amerikaan in cm: accentuation effect was kleiner dan wanneer ze met
vertrouwde maten mochten schatten
Veel categorieën overlappen elkaar, dit proberen we zo veel mogelijk tegen te gaan en te zorgen voor een
goed onderscheid (soms nemen we ze samen als we ze niet apart kunnen houden)
1
, Outgroup Homogeniteit
= we rangschikken ze allemaal onder één noemer (bv. migranten uit het vroegere Oostblok)
Outgroup Derogation
= onderscheit met anderen kunnen we realiseren door de andere groep(en) te ‘ontwaarden’
= andere groepen waartoe je niet behoort in het negatieve daglicht brengen
3 Assumed similarity effect
Assumed similarity effect
= leden van een ingroup vinden dat ze meer op elkaar en minder op leden van een outgroup lijken
= mensen die een groep vormen op basis van één bepaald kenmerk concluderen gemakkelijk dat ze ook op
andere vlakken met elkaar overeenstemmen (bv. studenten zelfde richting, verwachten dat ze nog andere
gedeelde interesses zouden hebben)
=> wordt versterkt als ingroup-leden conflict hebben met de outgroup
3.1 Minimal group-paradigma
Minimal group-paradigma
= werkwijze om discriminatie te onderzoeken bij groepen die door onbenullige details van elkaar verschillen
(bv. kleur trui of voorkeur schilderij)
Henri Tajfel
Proefpersonen worden onderverdeeld op basis van triviale criteria (onbenullig)
-> hoeveel sterren? (overschatters/ onderschatters)
proefpersonen beoordelen eigen groepsleden
‘migranten’ werden minder gunstig beoordeeld (kwamen er later bij)
=> eigen groepsleden positiever dan groepsleden die van de andere groep kwamen
4 Outgroup homogeneity effect
Outgroup homogeneity effect
= leden van outgroup worden homogener gezien qua persoonlijkheid & andere kernmerken dan leden van
de ingroup
= de tendens om leden van de outgroup als ‘allemaal dezelfde’ te zien, zeker in vergelijking tot de ingroup
4.1 De-individuatie
De-individualisatie
= doordat je de outgroup als één homogene groep gaat zien
= individuele mensen verliezen persoonlijke identiteit doordat ze onderdeel zijn van een groep of massa
= groepsidentiteit domineert de persoonlijke, individuele identiteit, waardoor groepsnormen maximaal
overheersen
Gevolg
Mensen kunnen zich verschuilen achter de groep waarin ze zitten
In groep makkelijker uit je bol gaan
Leden van de outgroup ontmenselijken (bv. IS-strijder onthoofd iemand voor camera – geen individu –
deel van een groep)
Illusion of unanimity
= manier waarop we naar massa kijken (bv. groep mensen die in paniek schieten – hebben meer oog voor
negatieve)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WillemsEmma18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.