Een samenvatting van het tweede gedeelte van het vak Literaire Analyse: poëzieanalyse. Alle kennisclips van Jeroen Dera samengevat inclusief voorbeeldfragmenten en duidelijke uitleg: alles op papier.
Poëzieanalyse samenvatting
Alle theorie samengevat per onderdeel
Aya Ahlalouch
,Inleiding tot de poëzie
➢ behorend tot college 1: wat is poëzie?
➢ gebruik makend van ‘geen metafoor’, Hans Faverey & ‘In bad’, Rozalie Hirs.
➢ gekoppeld aan pp. 7-24 uit Poëzie als alternatief
Wanneer wordt natuurlijke taal, poëtische taal? →
● institutionele context: datgene wat literatuur is, wordt door literatuur gemaakt
door allerlei actoren die in het literaire proces werkzaam zijn. Er is ee
institutionele context die bepaalt waarom we taal poëzie kunnen gaan
noemen.
● Bijvoorbeeld: De Bezige Bij is een van de grootste uitgeverijen uit NL en ook
een van de meest literaire. Dus als iets verschijnt in de Bezige Bij en zij daar de
stempel ‘gedicht’ op zetten, is dat al snel literatuur.
De functionalistische literatuuropvatting stelt dat literatuur datgene is wat literatuur
wordt genoemd door relevante actoren in een literair veld.
Vervreemding/desautomatisering
- Viktor Sjklovski (1919)
Schrijft hierover als volgt: het doel van de kunst is om een ding te doen ervaren als
iets dat gezien en niet alleen maar herkend wordt; wat de kunst doet is de dingen
‘vervreemden’ en de vorm moeilijk maken, de moeilijkheid en de duur van de
gewaarwording vergroten, want het waarnemingsproces zelf is het doel van de kunst
en moet verlengd worden.
Taal doet iets bijzonders met de klank, beelden, uitgangen, woordvorming, etc. Dat
zorgt ervoor dat je de taal niet zomaar even ziet, maar dat je wat langer naar die taal
moet blijven kijken. Op het moment dat je dat doet kun je ervoor zorgen dat de
mensen die het lezen vervreemd raken → het dwingt hen op een andere manier te
kijken naar de dingen om hen heen.
Voorbeeld 1: Tonnus Oosterhoff
Van twee clowns heet de andere Oskar.
Op zijn handen lopend valt geld uit zijn zakken.
Flitsend op één wiel lachen anderhalve man
en een paardekop zich een breuk.
De raddraaier kan zich raadloos gedragen.
Rechtop lopend stroomt het bloed naar zijn hoofd.
Zijn voetflapschoen lijdt onder zijn Duits
onder schelle klaroenen, helder orkestbandgeschal,
afstandsbediening, ruitjesstof waar die hoepels niet hoort.
In dit klein circus is hij directeur,
vormt de directie met zijn vrouw, die
de baard in zich draagt, de broek aan,
met moeite het hoofd boven water.
, In voorbeeld 1 zien we de volgende zin: ‘de raddraaier kan zich raadloos gedragen’.
De woorden raddraaier en raadloos vestigen de aandacht op zichzelf vanwege hun
klankverwantschap. Die vorm dwingt ons na te denken over de semantische
verwantschap tussen raddraaier en raadloos.
- Wat heeft een raddraaier met raadloosheid te maken?
- Als raddraaier houd je iemand voor de gek, dan geef je die natuurlijk geen
goede raad. Dus een raddraaier kan zich raadloos gedragen. Maar raadloos
roept ook weer het woord radeloos oproepen. Maar dat is de raddraaier niet,
maar misschien juist dan wel. Dit dwingt je in ieder geval om hierover na te
denken.
Roman Jakobson is een Tsjechische literatuurwetenschapper die een heel beroemd
model heeft geïntroduceerd. Jakobson stelt vast hoe een boodschap vanuit een
zender naar een ontvanger terechtkomt. Hij vindt ook dat de context belangrijk is: de
context waarbinnen gesproken wordt. Iets bestaat binnen een specifieke context. Er
is ook altijd een code: er is altijd een bepaalde taal die je hanteert en bepaald
taalgebruik. Ook is er contact: je moet af en toe contact maken op een manier. Is dat
FTF, is dat digitaal, etc. Zie afbeelding 1.
Je hebt verschillende soorten manieren om iets uit te drukken:
1. expressief: je geeft letterlijk weer wat er met jezelf gebeurt: ‘mijn hand slaapt’
2. conatief: je zit aan de kant van de ontvanger. Voorbeeld: ‘ruim je boek op’
3. referentieel: je zit aan de kant van de context. Je zegt iets over de wereld
waarin je iets zegt.
4. metalinguïstisch: je doet een uitspraak over een code. ‘Ik ga nu over het
Engels praten’
5. phatisch: je zegt iets over het contact tussen jou en de aangesprokene(n)
6. poëtisch: een taalfunctie waarbij de aandacht wordt gevestigd op de
boodschap zelf. Taal die zichzelf centraal stelt en die dermate iets bijzonders
doet met de eigen vorm. Kortom: de poëtische functie dwingt ons woorden
met elkaar in een semantisch verband te brengen dat op grond van de
primaire code niet bestaat of hoeft te bestaan.
afbeelding 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayaahlalouch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.22. You're not tied to anything after your purchase.