Samenvatting van verbintenissenrecht gegeven door professor Britt Weyts van het academiejaar 2022-23. Hij is gebaseerd op notities en de powerpoints en heeft veel voorbeelden. Op het einde zitten voorbeeld examenvragen die in de les werden behandeld. Hij gaat over het nieuwe BW! Belangrijke onderde...
, DEEL 1. HET BEGRIP VERBINTENIS EN DE SOORTEN
VERBINTENISSEN
HOOFDSTUK 1. Het begrip verbintenis
DEFINITIE VERBINTENIS
→ Geen definitie in oud BW, maar wel in de RL
A. Rechtsband tussen personen
B. Ontstaan uit een RH of een andere menselijke gedraging waaraan de wet of RS rechtsgevolgen vastknoopt
C. Met als voorwerp het doen ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken
D. Kan in rechte worden afgedwongen
→ Nieuwe boek 5: wel een definitie. De wetgever wilde trouw blijven aan de definitie die men in de RL heeft
ontwikkelt.
Art. 5.1 Verbintenis
Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser een schuldenaar, indien nodig in rechte, de
uitvoering van een prestatie mag eisen.
A. Rechtsband tussen personen
- Tussen minstens 2 personen
- Waarbij de ene een vorderingsrecht heeft op de andere
Kan een juridische aanspraak laten gelden op een andere persoon
Bv. De prof verkoopt haar wetboek aan een student die dan 50 euro moet betalen. INTER
PARTES: derden of de rest van de aula hebben hier geen uitstaans mee. Derden kunnen er geen
rechten uitputten, maar er kunnen ook geen rechten tegen derden worden uitgeoefend.
- Verschil met zakelijk recht: ERGA OMNES. Bv. eigendomsrecht: je bent eigenaar van een bouwgrond. Dat
moet door iedereen worden gerespecteerd en je kan als derde geen huis bouwen op die grond.
B. Onstaan uit een RH of een andere menselijke gedraging waaraan de wet of RS rechtsgevolgen vastknoopt
- Art. 1.3 BW: definitie RH
Uit overeenkomst
Uit eenzijdige RH
- Rechtsfeiten zijn niet gedefinieerd in het BW
Je beoogt geen juridische gevolgen maar ze worden er wel aan vastgeknoopt
o Bv. iemand beschadigd mijn wagen.
CA: neen
BCA: ja (art. 1382 oud BW). Dat ontstaat je verbintenis uit een RF
C. Met als voorwerp het doen ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken
- Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen (bv. niet-concurrentiebeding) of iets te geven (bv.
overdracht zakelijk recht zoals een eigendomsrecht)
- Inspanningsverbintenis: om als een vooruitziend persoon een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Het
resultaat wordt m.a.w. niet beloofd.
1
, - Resultaatsverbintenis: de schuldenaar verbindt zich ertoe een bepaald resultaat te bereiken.
- Beide:
Bv. Een dokter moet uw linker knie opereren
o Inspanningsverbintenis: hij gaat proberen uw knie zo goed mogelijk te herstellen
o Resultaatsverbintenis: hij opereert uw linker knie en niet uw rechter knie
Bv. Advocaat die uw belangen behartigt
o Inspanningsverbintenis: kan niet garanderen dat hij zal winnen
o Resultaatsverbintenis: mag de termijn niet laten verstrijken
- Maakt in vermogen van SE een in geld waardeerbare vermogenspost uit en in vermogen van SA een
passief dat zijn vermogen belast
D. Kan in recht worden afgedwongen
- Bij niet vrijwillige uitvoering van de verbintenis: afdwingbaarheid in rechte, eventueel onder dwangsom
- Bij een vriendschappelijke afspraak is dat niet zo, deze zijn niet juridisch afdwingbaar
- ‘Gentlemen’s agreement’: vaak tussen bedrijven, zijn afspraken die gevolgd moeten worden zonder dat
die in een contract zijn gegoten.
NATUURLIJKE VERBINTENIS
→ Art. 5.2 BW: definitie (in het oud BW was dat er niet)
- Bv. Een vrouw heeft een kind. Zij voedt dat kind alleen op en een aantal jaren later heeft de moeder een
nieuwe partner. Die nieuwe partner heeft juridisch geen uitstaans met dat kind. Hij beslist om financieel
mee voor dat kind in te staan. Na 10 jaar stopt de relatie. De partner zegt dat hij zijn geld terugwil omdat
hij daar eigenlijk juridisch niet toe was gehouden. Kan dat?
Neen, hij kan zijn geld niet terugkrijgen. Je zorgt er zelf voor dat het een verbintenis wordt
(vrijwillig geld gegeven voor het kind), waardoor restitutie niet mogelijk is!
- Bv. Koppel woont feitelijk samen (30 jaar lang). De man komt te overlijden en er ontstaat tussen de
erfgenamen van de man ruzie omtrent de erfenis. Die vrouw betaalt de kosten en wil die later
terugvorderen aan de nalatenschap. Kan dat?
Neen, zij kan het geld niet terugvragen aan de nalatenschap omdat zij dit vrijwillig heeft betaald.
- Voorwaarden:
Voorwaarde 1: SA moet zelf erkennen dat hij tot nakoming is gehouden (heeft die persoon het
allemaal vrijwillig gedaan?) → feitelijke beoordeling
Voorwaarde 2: gehoudenheid van de A wordt door de maatschappij als vanzelfsprekend
aanvaard (bv het wordt meer en meer al normaal beschouwd dat de feitelijke partner voor de
begrafeniskosten moet instaan) → soevereine beoordeling
2
,HOOFDSTUK 2. De verschillende soorten verbintenissen
INDELING VOLGENS HET VOORWERP VAN DE VERBINTENIS
1. Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven
- Klassiek onderscheid in het oud BW
- RL: relevantie is quasi onbestaande → er waren geen gevolgen aan verbonden → NIET meer terug
te vinden niet het nieuwe boek 5
2. Inspannings- of resultaatsverbintenis
- Belangrijkste onderscheid in de RS: de wetgever heeft het nu verankert → art. 5.72 BW
- Bewijslast
Inspanningsverbintenis: bewijzen dat de tegenpartij zich niet heeft gedragen zoals een
normaal zorgvuldig persoon geplaatst in dezelfde omstandigheden
Resultaatsverbintenis: bewijzen dat er een fout is. Bv. men opereert de rechter knie in plaats
van de linker knie
o Behalve wanneer men zich kan beroepen op overmacht.
3. Indeling volgens aantal voorwerpen
- Cumulatieve verbintenis
Art. 5.156 BW
Verbintenis die meerdere prestaties tot voorwerp heeft die door de contractpartijen als
onverdeelbaar wordt beschouwd.
Alle prestaties moeten worden uitgevoerd. SE kan zich verzetten tegen gedeeltelijke
uitvoering.
Bv. Koop-verkoop ovk met bouwpromoter: appartement EN een garage (bouwpromoter is
verplicht tot meerdere prestaties, namelijk het bouwen van het appartement EN een garage)
Geen bijzondere rechtsgevolgen, gelet op het ondeelbaar karakter
- Alternatieve verbintenis
Art. 5.157 BW
Verbintenis die betrekking heeft op meerdere prestaties waarvan er slechts één moet
worden uitgevoerd opdat de SA bevrijd is
Bv. Keuze van de munt waarin de lening zal worden terugbetaald
SA maakt keuze op moment van uitvoering en die keuze is definitief en onherroepelijk
Praktijk: eerder de uitzondering, weinig RS
- Facultatieve verbintenis
Art. 5.158 BW
Verbintenis waarbij de SA zich kan bevrijden door een andere prestatie te leveren dan
diegene die werd bedongen
Praktijk: nauwelijks in de RS
INDELING VOLGENS AANTAL SE’S OF SA’S (EX!!!)
Praktijk: niet steeds 1 SE en 1 SA
Principe: deelbaarheid
3
, → Art. 5.159, lid 1 BW: splitsing verbintenis in evenveel delen als er partijen zijn
- De zogenaamde gezamelijke of samengevoegde verbintenis
- Er zijn meerdere personen betrokken aan de actief- of passief zijde (bv. gezamenlijk huur of verhuur)
Bv. A en B huren een appartement van X. Als er niets speciaals wordt opgenomen in het huurcontract
gaan we uit van de deelbaarheid. De huur is 800. X kan naar A en B gaan om 400 te vragen van elks.
Wat als één van de huurder niet kan/wil betalen? Risico’s die aan de deelbaarheid verbonden zijn
(risico ligt in dit voorbeeld bij de verhuurder. Als A niet wil betalen, kan de verhuurder niet naar B
gaan om de overige 400 te vragen). Partijen zouden wel in het contract kunnen schrijven dat A 2/3
betaalt en B 1/3.
- Verdeling per hoofd, tenzij een andere verdeelsleutel bedongen (bv. 2/3 en 1/3)
- Nadeel passieve deelbaarheid: SE draagt risico van insolvabiliteit van elke SA
Drie uitzonderingen (art. 5.159, lid 2 BW) op het principe van deelbaarheid:
1. Ondeelbare verbintenissen
- Art. 5.166 en 5.167 BW
- Iedere partij is gehouden tot het geheel
- Natuurlijke ondeelbaarheid: wanneer het voorwerp onmogelijk in verschillende delen kan worden
gepresteerd (bv. levering renpaard) of wanneer een gedeeltelijke uitvoering geen praktisch nut
heeft.
- O.g.v. een contractuele regeling: verbintenis is deelbaar, maar contractueel wordt ondeelbaarheid
bedongen (bv. huurovereenkomst)
- O.g.v. een wetsbepaling: nauwelijks toepassingen
- Strekt zich uit tot erfgenamen van de verschillende SE’s of SA’s
→ Bv. A en B zijn ondeelbaar gehouden tot het betalen van de huur. De verhuurder kan dan zeggen
dat A of B 800 moet betalen. Stel dat A sterft, maar B blijkt insolvabel te zijn. Wat kan de verhuurder
dan doen? Hij zal zijn pijlen op de erfgenamen moeten richten.
- Gevolgen in obligatio verhouding (tussen SE’s en SA’s)
Meerdere SE’s: elke SE kan uitvoering eisen van SA
Meerdere SA’s: SE kan gehele prestatie vorderen van elke SA of van elke erfgenaam van elke
SA
- Gevolgen in contributio verhouding (tussen verschillende SE’s of SA’s onderling)
Er moet afgerekend worden tussen A en B (behalve wanneer bv. A het oké vindt dat hij het
volledige bedrag betaalt) → stel dat B niet wil betalen dan kan A B dagvaarden
Ondeelbaarheid beheerst enkel de obligatio verhouding
2. Hoofdelijkheid
→ Een verbintenis waarbij meerdere subjecten elk tot het geheel gehouden of gerechtigd zijn, hoewel de
prestatie perfect deelbaar is
- Art. 5.160-5.173 BW
- Actief (zijde SE’s) of passief (zijde SA’s)
- Wordt niet vermoed! Het is de uitzondering!
- Strekt zich uit tot erfgenamen maar slechts ten belope van deel in nalatenschap
Bv. A sterft en B is insolvabel. Verhuurder richt zijn pijlen tot de erfgenamen van A bij de
ondeelbaarheid (niet de erfgenamen van B want B leeft nog). Dit is anders bij de hoofdelijke
verbintenis. A sterft en B is insolvabel. De verhuurder wil de erfgenamen van A aanspreken.
A heeft 2 erfgenamen. De verhuurder kan die erfgenamen niet verplichten om de volledige
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RS2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.