H1. Beleving van seksualiteit en intimiteit
Seksualiteit en intimiteit begint en eindigt met de persoonlijke beleving van mensen.
Wie kijkt naar de oorzaken van de spraakverwarring op het gebied van seksualiteit en
intimiteit, kan vier aspecten aanwijzen:
1. Er heerst spraakverwarring omdat de begrippen seksualiteit, erotiek en intimiteit
verschillend gedefinieerd worden.
2. Mensen gebruiken niet alleen verschillende definities, maar ieder mens heeft
bovendien een eigen, persoonlijke beleving.
3. Ieder mens heeft zijn eigen uitingsvorm van seksuele gevoelens.
4. Ten slotte hebben veel mensen uitgesproken morele opvattingen en krachtige
persoonlijke emoties bij gevoelens en uitingsvormen van anderen, die afwijken van
hun eigen gevoelens en uitingsvormen.
1.2 Taalgebruik en definities
Wafelbakker gebruikt vier vormen van taalgebruik in de woordkeuze van mensen over
seksuele onderwerpen:
De kindertaal: voorbips, plasser
Medische taal: Latijnse woorden, zoals: penis, vagina, coitus.
Schuttingtaal: Kut, lul, neuken (heeft negatieve bijklank voor veel mensen).
Verbloemende taal: Vrijen, poesje, met elkaar naar bed gaan.
Bij erotiek ben je wel bewust van lichamelijke lustbeleving, maar niet speciaal op seksueel
verkeer, en ook niet specifiek genitaal gericht. Erotiek blijkt vaak de trigger, de koppeling van
intimiteit naar seksualiteit. Erotiek is de kunst een ander te verleiden (of jezelf te verleiden
met fantasie) tot het seksualiseren van een intieme situatie.
Bij intimiteit beleef je genoegen aan het vertrouwd bij iemand zijn, al of niet fysiek (zo kunnen
telefoneren, chatten en fantaseren als intiem contact beleefd worden). Het ‘ik’ en ‘jou’
verdwijnt een beetje, gezamenlijk is belangrijker. (liefdesbrief lezen, samen slapen) Intimiteit
is het inruilen van angst voor wederzijds vertrouwen en warmte.
Als je opgewonden raakt uit zich dat psychisch, maar vaak ook met fysieke reacties. Je
treedt dan de seksuele fase in. Richt je je in je denken en/of handelen op je erogene zones,
heb je lustvolle gedachten, al of niet gericht op een orgasme, dan wordt gesproken van
seksualiteit. Seksualiteit is gerichtheid op geslachtelijkheid en geslachtsverschillen, en op
lustbeleving van zichzelf of de ander.
Je kunt in een situatie ook gevoelens van intimiteit én erotiek én seksualiteit ervaren.
Intimiteit (samen dicht bij elkaar in het donker), erotiek (de spanning van het versieren) én
seksualiteit (gericht op erogene zones).
De socioloog Wouters formuleert zeer treffend het gegeven dat seksualiteit eigenlijk nooit
iets puur individueels is: ‘seksuele verlangens (staan) nooit los van relationele verlangens
omdat elke bevrediging van een seksueel verlangen plaats vindt in een relatie, hoe
kortstondig of gefantaseerd ook’. Dit geldt ook voor soloseks (masturbatie): in de fantasie is
er vrijwel altijd een partner.
Bij liefde wordt er onderscheidt gemaakt tussen ‘cupiditas’ en ‘caritas’.
Cupiditas is de liefde die gericht is op het eigen plezier, met onder andere de wellustige
seksuele liefde.
Caritas is de naastenliefde, de onvoorwaardelijke liefde voor een ander waaraan je je
,Ook wordt er een tweedeling ‘eros’ en ‘philia’ gebruikt.
Eros is het verlangen naar wat je mist.
Philia is de niet-seksuele wederkerige liefde tussen vrienden of in een gezin
Vrouwen zitten meer aan de kant van caritas en philia en mannen meer aan de kant van
cupiditas en eros.
1.3. Beleving Zie tabel 1.1 Taxatieschema van Van Naerssen
Iedereen heeft zijn eigen connotatie (emotionele bijbetekenis) bij de gebruikte begrippen. Die
connotaties kunnen ervoor zorgen dat het gesprek vertroebelt raakt, dat je niet begrepen
wordt.
Intimiteit heeft maatschappelijk een positieve connotatie, seksualitiet een gemengde. Er is
namelijk soms sprake van ongewenste seksualiteit. Vrouwen lijken intimiteit te zien als
voorwaarde voor seks, terwijl voor mannen intimiteit en seks vaak hetzelfde zijn. Dit komt
doordat de connotaties verschillen..
Kan seksualiteit ook zonder intimiteit bestaan? Als je (het lichaam van) de ander zuiver als
object benadert, is er sprake van seksualiteit maar niet van intimiteit. Hier wordt angst niet
ingeruild voor vertrouwen.
Esthetiek: in een intiem seksueel contact vind je je partner mooi en je raakt daardoor
ontroerd. Je waarneming wordt gekleurd door de positieve emoties.
1.4. Uitingen van sekse en seksualiteit
Mensen kunnen hun geslacht (sekse) en seksualiteit op verschillende wijze beleven. Hierbij
spelen drie begrippen een rol.
De genderidentiteit is het diepe gevoel dat je een man of vrouw bent: in hoeverre
ervaart iemand zichzelf psychisch als man of vrouw? Dit ontstaat al in de eerste
levensjaren, maar het is een levenslang proces, dat gedeeltelijk cultureel bepaald is.
De genderidentiteit kan veranderen in de loop van een leven.
De genderexpressie omvat wat wordt verstaan als het ‘mannelijke’ of ‘vrouwelijke’
gedrag dat een persoon vertoond: in hoeverre uit iemand zich in kleding en andere
uiterlijke kenmerken als man of vrouw? De genderexpressie blijkt ook te kunnen
veranderen in de loop van iemands leven.
De genderidentiteit is dus de privé-ervaring van de genderexpressie; de
genderexpressie is de publieke uiting van de genderidentiteit.
Daarnaast speelt de seksuele gerichtheid; deze geeft aan op welk geslacht iemand
valt: ben je homoseksueel, biseksueel of heteroseksueel?
Bij interseksualiteit vertoont een lichaam (vaak al bij geboorte) zowel kenmerken van
het vrouwelijke als het mannelijke geslacht. Aan welk criterium men het grootste
gewicht wenst toe te kennen, is in wezen arbitrair.
Het duidelijkste voorbeeld van een conflict in de genderidentiteit betreft transgenders. Het
gaat over mensen die het gevoel hebben dat ze uiterlijke geslachtskenmerken hebben die
niet overeenkomen met hoe ze zich diep van binnen voelen. Ze voelen zich niet op hun
gemak met hun geboortegeslacht.
Je spreekt van transseksualiteit als mensen daadwerkelijk een (volledige) medische transitie
willen ondergaan.
Sommige kinderen vertonen cross-gendergedrag (gedrag dat als afwijkend voor biologische
geslacht wordt gezien). Hierbij kan ook wel gesproken worden van een
genderidentiteitsstoornis, omdat het maar zo zelden voorkomt.
, Naar schatting zijn er ruim 48 duizend mensen van 15 tot 70 jaar in Nederland die niet
tevreden zijn met hun eigen mannen- of vrouwenlichaam en het geboortegeslacht
(gedeeltelijk) willen aanpassen via hormonen en/of operaties. Er zijn meer als man dan als
vrouw geboren transgenders.
Bij travestie vinden mensen het in mindere of meerdere mate opwindend om tijdelijk het
uiterlijk van het andere geslacht aan te nemen in kleding, houding en eventueel make-up.
Hier is geen sprake van identiteitsverandering, maar van een wisseling van
genderexpressierol.
Daarnaast is er travestie die solitair beleefd wordt: mannen of vrouwen die zich thuis
verkleden en opmaken en zich soms publiekelijk willen vertonen. Deze vorm van
seksualiteitsbeleving is eerder een vorm van fetisjisme. Bij deze vorm van travestie staan de
seksuele beleving en de seksuele bevrediging voorop. Bij fetisjisme is er een seksuele
binding aan een bepaald lichaamsdeel of een kledingstuk (bijvoorbeeld schoeisel).
Voorbeelden zijn seksuele opwinding bij het strelen van zijde, het ruiken aan gebruikt
ondergoed, het zien van een bepaald type sportschoenen. Elk object kan een fetisj worden.
Tegenwoordig wordt ook wel de driedeling beleving/gedrag/zelfbenoeming gehanteerd. Deze
drie kunnen los van elkaar voorkomen. Iemand kan homoseksueel gedrag vertonen en dit
niet als homoseksueel beleven of het voor zichzelf zo benoemen (bijvoorbeeld een
kostschoolleerling). Andersom kan iemand in zijn beleving homo zijn en dit zo benoemen,
maar geen homoseksueel gedrag vertonen (bijvoorbeeld een celibatair levende
homoseksuele priester). Of iemand kan homoseksueel gedrag vertonen, zich homo voelen,
maar niet ‘uit de kast’ kunnen of willen komen (geen zelfbenoeming).
Het zou eigenlijk beter zijn niet te spreken van heteroseksuelen en homoseksuelen, maar
van heteroseksueel en homoseksueel gedrag. Dit omdat mensen meer variaties kennen in
hun gedrag en hun beleving dan een etiket suggereert.
Aseksualiteit (ook wel non-libidoisme) is als mensen geen enkele seksuele beleving hebben.
De verlangens en lusten die normaal gesproken opgewekt worden wanneer individuen
worden blootgesteld aan seksuele prikkels, worden door hen niet herkend. Aseksuelen zijn
wel in staat om verliefd te worden of om liefde te voelen voor iemand anders. Aromantische
aseksuelen kunnen ook niet verliefd worden.
Aseksualiteit is iets anders dan frigiditeit: dat betreft mannen of vrouwen die wel seksuele
gevoelens hebben, maar bij seksueel contact geblokkeerd raken.
Sadisten en masochisten scheppen er plezier in om hun seksuele relatie in te kleden als een
spel van macht, van overheersing en onderwerping, van meesters en slaven
(Sadomasochisme (SMS)). SM is geen vorm van seksueel misbruik. Het wordt pas SM als
beide partners er plezier aan beleven een spel te spelen met afhankelijkheid en
onderdanigheid. Bij SM is er altijd één iemand dominant.
Binnen SM vind je talrijke varianten:
Bondage: vastbinden
Spanking: billenkoek
Flagellatie: zweepslagen
Nursing: een seksueel spel van verzorgende en verzorgde (zuster en patiënt)
Vanilleseks: zacht strelen leidt tot seksuele opwinding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marjolein1992. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.