Dit document bevat een hele uitgebreide samenvatting (140 pagina's) van alle voorgeschreven stof per week: de literatuur uit Pitlo/Reehuis, de artikelen en de jurisprudentie. De niet-verplichte jurisprudentie staat ook in dit document, voor zover behandeld tijdens het hoorcollege.
Samenvatting Goederenrecht
per week
Dit document bevat alle voorgeschreven literatuur (Pitlo en de artikelen). Ook de voorgeschreven
jurisprudentie staat per week in dit document, incl. de niet-verplichte jurisprudentie die op het
hoorcollege aan bod is gekomen.
Week 1a – Verhaal en voorrang
Hoofdregels verhaalsrecht
735. De schuldeiser die zijn vordering niet voldaan krijgt, komt de
bevoegdheid toe zijn vordering te verhalen op de goederen van zijn
schuldenaar (verhaalsrecht: art. 3:276 BW). Het verhaalsrecht ziet op
geldvorderingen.
Een vordering tot overdracht van een onroerende zaak moet ex art. 6:87
BW worden omgezet in een vordering tot vervangende
schadevergoeding.
736. Verhaal op alle goederen van de schuldenaar. De hoofdregel van art.
3:276 BW is dat de schuldeiser zijn vordering kan verhalen op alle
goederen (zaken + vermogensrechten) van zijn schuldenaar. De vijf
deelregels zijn:
1. De schuldeiser komt m.b.t. zijn vordering een verhaalsrecht toe en –
omgekeerd – de goederen van de schuldenaar zijn uitwinbaar voor
diens schulden;
2. Alle goederen van de schuldenaar zijn uitwinbaar;
3. De schuldeiser is vrij in de keuze van het goed/goederen waarop hij
verhaal wil zoeken;
4. Goederen zijn slechts uitwinbaar voor zover ze tot het vermogen van
de schuldenaar horen;
5. Aan iedere schuldeiser komt het recht toe om verhaal te nemen
737. Paritas creditorum. In geval van ‘concursus creditorum’ – de
situatie waarin meerdere schuldeisers op dezelfde goederen verhaal
zoeken, terwijl de opbrengst onvoldoende is om allen te voldoen – geldt
art. 3:277 lid 1 BW. De onderlinge gelijkheid van de schuldeisers is de
paritas creditorum. Het artikel heeft betrekking op de netto-opbrengst =
hetgeen van de opbrengst overblijft na voldoening van de kosten van
executie.
738. Wijze van verhaalsuitoefening/executoriale titel vereist.
Buiten faillissement Art. 430 e.v Rv – executoriaal
beslag
Vereist is een executoriale
titel (vonnis/notariële akte)
In faillissement (collectieve Art. 108 e.v Fw
uitwinning)
Geen zelfstandige
, mogelijkheid om verhaal uit
te oefenen (art. 33 Fw).
739-744. Hoofdregels met uitzonderingen.
Niet voor uitwinning vatbare Verhaalsrecht, tenzij…
goederen overeenkomst of wet.
Bed, beddengoed,
levensmiddelen (art. 447 /
448 Rv)
Beslagvrije voet (art. 475a-e
Rv)
Deze regels zijn van dwingend
recht.
Voorrang (art. 3:277 lid 1 jo 3:278 De paritas creditorum geldt slechts
BW) voor zover er geen door de wet
erkende redenen van voorrang
De vraag of iemand voor heeft, bestaan. Voorrang verschaft aan
komt pas aan de orde indien de een schuldeiser het recht om, in
netto-opbrengst onvoldoende blijkt geval van samenloop van
te zijn. verhaalsrechten, bij de verdeling
uitbetaald te krijgen voor de
concurrente schuldeisers.
Deze uitzondering op de regel
wordt beperkt tot de door de wet
erkende redenen van voorrang.
Art. 3:278 lid 1 BW bepaalt dat
voorrang voortvloeit uit pand,
hypotheek en voorrecht en uit
andere in de wet aangegeven
gronden.
Andere in de wet aangegeven
gronden zijn:
Art. 3:282 lid 1 BW
Art. 3:264 lid 7 BW
Art. 3:290 BW (retentierecht)
Onderlinge rangorde
voorrangsrechten (art. 3:279-3:281
BW)
Persoonlijke zekerheid, oneigenlijke In sommige gevallen bestaat er
of feitelijke voorrang vanwege de bijzondere positie van
de schuldeiser geen samenloop
van verhaalsrechten:
Persoonlijke zekerheid
Hoofdelijke aansprakelijkheid
(art. 6:6 BW)
Borgtocht
Een concursus creditorum blijft uit.
Kwaliteitsrekening of Betaalt de schuldenaar op een
derdenrekening bankrekening van een
tussenpersoon, dan gaat het
Slis/Stroom daarop bijgeschreven bedrag
Procall behoren tot het vermogen van die
tussenpersoon. Het gesaldeerde
staat bloot aan verhaal door de
schuldeisers van die tussenpersoon
(art. 3:276 BW).
Achtergestelde vordering (art. De schuldeiser beperkt zich in zijn
3:277 lid 2 BW) verhaalsobject. Bij een
overeenkomst van achterstelling
behoudt de schuldeiser zijn
verhaalsmogelijkheid op alle
goederen van de schuldenaar,
maar treedt hij in rang terug.
Algemene bepalingen pand- en hypotheekrecht
745. Algemeen. Pand en hypotheek vormen de belangrijkste
uitzonderingen op de regel van paritas creditorum. Op grond van art.
3:227 lid 1 BW bevatten zij inhoudelijk hetzelfde recht: het zijn bijzondere
verhaalsrechten gegoten in de vorm van een beperkt recht, aan welk
verhaalsrecht voorrang is verbonden. Het object van beide rechten is
verschillend:
Hypotheek Pand
Het recht is op een registergoed Het recht is op een ander goed
gevestigd gevestigd
Pand en hypotheek geven geen recht tot genot en gebruik van het goed
waarop zij rusten, maar de bevoegdheid om zich daarop met voorrang te
verhalen indien de schuldenaar in verzuim is met voldoening van de
vordering tot zekerheid waarvan het is gevestigd.
746. Verhaalsrecht met recht van parate executie. Dit is de bevoegdheid
om bij verzuim van de schuldenaar tot executoriale verkoop van het goed
over te gaan teneinde zich op de opbrengst te verhalen, zonder dat zij
eerst een executoriale titel dienen te halen respectievelijk executoriaal
beslag hoeven te leggen.
747. Beperkt recht en separatistpositie. De rechten zijn beperkte rechten
ex art. 3:8 BW. Ze hebben absolute werking:
, a. Vervreemding
b. Bezwaring
c. Separatistpositie in faillissement
Wanneer op een goed eenmaal pand- of hypotheekrecht is gevestigd, kan
de rechthebbende nog slechts beschikken over een met dat recht
bezwaard goed. Bij overdracht van het goed aan een derde verkrijgt deze
een met een pand of hypotheek belast goed.
Het recht om zich bij verzuim van de schuldenaar door middel van
parate executie op het goed te verhalen, blijft eveneens bestaan
wanneer op het goed een bijzonder verhaalsbeslag wordt gelegd resp.
het goed in faillissement valt. Het beslag betreft slechts het goed in
belaste staat. De pand- en hypotheekhouder is gerechtigd de executie
over te nemen (art. 461a jo 509 Rv). In geval van faillissement kunnen
pand- en hypotheekhouder ex art. 57 Fw hun recht uitoefenen, alsof er
geen faillissement is. Zij zijn separatist.
748. Voorrangsrecht. Art. 3:227 lid 1 jo 3:278 BW verbindt aan het
verhaalsrecht van de pand- en hypotheekhouder voorrang. Dit
voorrangsrecht doet zich gelden wanneer behalve de pand- en
hypotheekhouder ook anderen zich op de (executie) opbrengst willen
verhalen en deze onvoldoende is om hen allen te voldoen. Zij hebben
recht op voldoening uit de opbrengst voor de concurrente en andere lager
gerangschikte schuldeisers.
Het voorrangskarakter van pand en hypotheek komt in het bijzonder in
faillissement tot uiting, maar niet alleen daar. Pand en hypotheek gaan
ook boven voorrecht (art. 3:279 BW). Hierop bestaan uitzonderingen:
Stil pandrecht (art. 3:284 BW)
Art. 3:285 BW
Art. 21 IW
749. Afhankelijk recht. De rechten van pand en hypotheek zijn als
verhaalsrechten onlosmakelijk verbonden aan de vordering ter voldoening
waarvan zij tot zekerheid dienen: afhankelijke rechten (art. 3:7 jo 3:82
BW). Dit betekent dat de algehele voldoening van de gezekerde vordering
van rechtswege het tenietgaan van het zekerheidsrecht tot gevolg heeft
en dat bij overgang van de gezekerde vordering op een derde het
zekerheidsrecht van rechtswege mee overgaat op die derde (cessie en
subrogatie).
Het afhankelijke karakter staat er niet aan in de weg dat het pand- of
hypotheekrecht tot zekerheid van de voldoening van meerdere
vorderingen wordt gevestigd. In dat geval gaat het zekerheidsrecht als
afhankelijk recht niet eerder teniet dan wanneer alle door dit recht
gezekerde vorderingen zijn voldaan.
750. Ondeelbaarheid. Een recht van pand of hypotheek is ondeelbaar (art.
3:230 BW). Voor de gehele vordering kan verhaal worden genomen op het
gehele goed. De ondeelbaarheid ziet op het voortvloeiende verhaalsrecht.
Wanneer het hypotheekrecht voor meerdere vorderingen is gevestigd,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithhhhS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.