Samenvatting Het palet van de psychologie - Jakop Rigter
Het palet van de psychologie H 1 t/m 6 & 8
Het palet van de Psychologie
All for this textbook (3)
Written for
Haagse Hogeschool (HHS)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Het palet van de psychologie - Jakob Rigter samenv
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Marlize
Reviews received
Content preview
H1. Psychologische stromingen
Wat is precies psychologie?
Geen overeenstemming (zowel intern als extern geen eenduidigheid over het object)
Extern: veel raak vlakken met sociologie of andere wetenschappen
Intern: blijft ontwikkelen, begonnen met Freud
Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt
bestudeerd als de gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van
hun gedrag en de omstandigheden waarin dat plaatsvindt.
Prevalentie is de mate waarin een stoornis of ziekte voorkomt. Met de term
lifetimeprevalentie geeft men aan hoe groot het deel van een groep mensen is dat ooit in hun
leven een bepaalde stoornis gehad heeft of op het moment van onderzoek nog steeds heeft.
Functie van theorieën:
- Systematiserende of ordenende
- Verklaren en voorspellen
- Heuristische, nieuwe voorspellingen kunnen gedaan worden. Een theorie is nooit af,
zij levert altijd nieuwe ideeën op.
Geschiedenis van theoretische stromingen:
- Historische ontwikkeling
Start van de wetenschappelijke psychologie ligt zo’n 130 jaar achter ons. Er
ontstonden al snel meerdere stromingen. Deze bestonden uit groepen
wetenschappers met eigen specifieke vraagstellingen en onderzoeksmethoden.
Hierbinnen ontstond ook nog schoolvorming: vergelijken met vorming van politieke
partijen.
- Cultuurhistorische bepaaldheid
psychologische stromingen zijn een product van de tijd.
- Op elkaar reageren
Psychologische stromingen reageren op elkaar, als de ene stroming iets
verwaarloost, knapt de andere dit weer op.
- Slingerbeweging
- Gebruikmaken van elkaar
- Nadruk op effectiviteit
Een mensbeeld kent twee aspecten:
1. Een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen (de bodem van het menselijk
bestaan).
2. Een verwijzing hoe mensen behoren te zijn (het zogenaamde doelbeeld).
Er zijn verschillende mensbeelden:
Mechanistische mensbeeld
Mens wordt gezien als machine, het is samengesteld uit afzonderlijke delen.
- er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mens en dier.
- het verklaringsmodel is lineair causaal; dat er een oorzaak voor gedrag wordt
gezocht (causaal) en dat het verband tussen oorzaken gedrag rechtlijnig (linear) is.
- als alles bekend is, kennen we het geheel.
- mens kan zelfstandig bestudeerd worden niet naar omgeving kijken.
, Organistische mensbeeld
Mens wordt gezien als groeiende organismen, als één geheel.
- er worden vergelijkingen getrokken tussen mensen en dieren. Beiden zijn
organismen die in wisselwerking staan met hun omgeving. 1 verschil; mensen
hebben een sociale of culture omgeving, die bij dieren ontbreekt.
- het verklaringsmodel is circulair causaal; er is sprake van een wisselwerking
- het geheel is meer dan de som der delen.
- mensen zijn niet los van hun omgeving te bestuderen.
Het personalistische mensbeeld
Het unieke karakter van mensen binnen levende natuur benadrukt. De mens als
organiserend en scheppendwezen.
- mensen moeten als mens bestudeerd worden. Vergelijkingen met dieren schieten
tekort, omdat deze geen cultureel leven kennen.
- mensen moeten als één geheel bestudeerd worden.
- mensen handelen doelgericht, hun gedrag heeft zin.
Twee benaderingen in de wetenschappelijke kennisverwerving.
1. Objectiviteit en controleerbaarheid van de kennisverweving worden centraal gesteld.
Verklarende methoden.
2. De mens is meer dan een optelsom van onderdeeltjes. Een benadering waarin
uitgegaan wordt van mensen als complexe gehelen: verstehende (begrijpende)
methoden.
3. Hermeneutische methoden, niet zozeer het waarnemen maar het interpreteren wordt
centraal gesteld.
Algemene systeemtheorie biedt een overkoepelend kader voor
alle verschillende wetenschappen en theorieën. De
verbondenheid tussen persoon en omgeving benadrukt. Het is
een metatheorie, een theorie over theorieën.
Er zijn verschillende uitgangspunten:
1. Binnen de AST wordt de werkelijkheid onderscheiden in
een aantal hiërarchische niveaus.
2. Elk hiërarchisch niveau wordt opgevat als een systeem
met als kenmerk dat het zichzelf in stand hout.
3. Een hiërarchisch niveau dat hoger is, is complexer dan
de niveaus eronder.
4. Geen enkel niveau is te herleiden tot de niveaus die
hoger in de hiërarchie staan.
5. Persoon, beleving en gedrag zijn drie dingen waarmee
de psychologie zich voornamelijk bezighoudt.
6. Een mens is het hoogste niveau van de biologische
hiërarchie
7. De mens is het laagste niveau van de sociale hiërarchie
,Dynamisch denken
Het systeemdenken is te illustreren door de kenmerken van een ‘open systeem’ te
vergelijken met de kenmerken van een ‘ding’:
Ding Open systeem
Statisch Dynamisch
Afgegrensd tegen omgeving <-> Open voor omgeving
Definitie: niet het anderen <-> Zich zijn via het andere
Zelfstandig naamwoord <-> Werkwoord
Substantieel (‘wat’) <-> Functioneel (‘hoe’)
Relaties secundair <-> Relaties primair
Ding-denken
Heeft te maken met hoe wij taal gebruiken. Zonder erbij na te denken, praten we over
mensen alsof het dingen zijn. Je denkt statisch. Iemand die statisch denk, ontkent de
invloed van de omgeving en beschouwt een persoon als onveranderlijk.
Dynamisch of procesmatig
In de systeemtheorie denkt men niet statisch, maar juist dynamisch of procesmatig.
Psychosomatiek
Men spreekt van psychosomatiek als voor een lichamelijke klacht geen medische
(=lichamelijke) oorzaak gevonden kan worden
, H2. Psychoanalyse; psychodynamische theorie
Basisuitgangspunten:
1. Psychoanalyse gaat uit van de subjectieve ervaringen van mensen. (biologische
aanleg en unieke levensgeschiedenis)
2. Niet al het gedrag besturen we bewust aan.
3. Men heeft een onbewuste
4. Waarneembare gedrag van mensen en hun bewuste gedachten en dromen worden
bepaald door zowel hun onbewuste wensen als door het feit dat ze deze niet
accepteren conflictmodel.
5. Al het gedrag heeft betekenis
6. Ervaringen uit de eerste levensjaren bepalen in belangrijke mate de persoonlijkheid
van de volwassen.
Geschiedenis van de psychoanalyse:
- Sigmund Freud is de ‘uitvinder’ van de psychoanalyse en heeft zowel de
theorievorming als de hulpverleningsprakijk gestimuleerd.
- Natuurwetenschappelijke benadering: Hier stond de biologische benadering centraal.
Freud was opgeleid tot neuroloog en werd beïnvloed door deze
wetenschapsopvatting.
- Mechanistische benadering van de psychologie: Eenduidige oorzaken van gedrag.
Dit wordt determinisme genoemd en het is een mechanistische benadering. Deze
opvatting is onder andere herkenbaar in Freuds theorie dat mensen aangeboren
driften hebben.
- Romantische benadering: De romantische benadering heeft aandacht voor het
onbewuste. De opvatting dat het niet zozeer het verstand (de rationaliteit) het gedrag
van mensen bepaalt, maar een irreële wil.
- Symboolfunctie: Het symptoom beeldt iets anders uit en verwijst naar een probleem
of innerlijk conflict.
- Weerstand: Freud veronderstelde dat er een actief psychisch mechanisme werkzaam
was dat voorkwam dat pijnlijke herinneringen aan de oppervlakte kwamen. Ten
tweede kwam Freud tot de conclusie dat binnen het onbewuste geen goed
onderscheid gemaakt kon worden tussen fantasie en echte herinneringen.
- Droominhoud
De theorie komt erop neer dat de droominhoud die iemand zich herinnert (de
manifeste inhoud) een vermomming is van onbewuste innerlijke wensen (de latente
inhoud). Door middel van droomanalyse probeerde Freud de onbewuste wensen van
zijn patiënten te ontdekken.
Mensbeelden in de psychologie:
1. Pessimistisch mensbeeld: Benadrukt dat mensen geen baas in eigen huis zijn en dat
driften ons leven besturen. Het onbewuste heeft dus ‘teveel’ invloed op het bewuste.
2. Optimistische mensbeeld: Benadrukt juist dat mensen zich bewust kunnen worden
van hun (onbewuste) wensen en driften en zo hun leven (meer) in eigen hand kunnen
nemen.
Vroeger werd de mens vooral mechanistisch gezien en tegenwoordig voor personalistisch.
De huidige psychoanalyse blijkt goed met het biopsychosociale model te combineren, hier
wordt vooral nadruk gelegd op de hersenen.
Onderdelen van de klassieke psychoanalyse:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marlize. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.