100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cardiale kinesitherapie $4.55   Add to cart

Summary

Samenvatting Cardiale kinesitherapie

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit onderdeel worden de 4 lessen van W. Hens en de les over perifeer arterieel lijden besproken aan de hand van lesnotities, theorieslides en eventuele aanvullingen van praktijklessen.

Last document update: 1 year ago

Preview 8 out of 59  pages

  • January 4, 2023
  • January 4, 2023
  • 59
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Cardiale kinesitherapie
Prevalentie HVZ in huisartsenpraktijk (doorverwijzing 1e lijns kine
→ Er zijn veel hartpatiënten en niet alleen ouderen.

Zeker binnen de huisartsenpraktijk: onze belangrijkste
doorverwijzer. Het is dus belangrijk dat wij ook opgeleid zijn om
met hart patiënten te kunnen werken.

Kinesitherapeut met afstudeervariant inwendige revalidatie
Evidentie “exercise-based” hartrevalidatie
→ actieve cardiale revalidatie
- Verbetering QoL
- Daling ziekenhuisopnamen
- Relatie tot gedaalde mortaliteit (minder zeker in chronisch hartfalen) (reductie van de
mortaliteit is minder aangetoont bij hartfalen patiënten)
- vooral in coronair lijden, niet hartfalen patiënten of andere populaties zien we
dat de mortaliteit daalt wanneer men deel neemt aan actieve cardiale
revalidatie

Praktijkrichtlijn KNGF, Multidisciplinaire richtlijn hartrevalidatie
Onderverdeeld coronairlijden (incl. klepchirurgie?) vs. chronisch hartfalen

1. Coronair lijden

→ problemen met de kransslagaders. Sterk levensstijl afhankelijk.
Ischemische hartaandoeningen worden meestal veroorzaakt door levensstijl gerelateerde
atherosclerose.

ischemie → hart krijgt te weinig zuurstof. Voornamelijk tijdens
hoger intensieve activiteiten of momenten van stress. Wanneer
het hart sneller moeten pompen gaat het in zuurstofnood zijn.
- Wordt gelinkt aan atherosclerose (= een globaal proces
van verkalking van de bloedvaten). (Als er
slagaderverkalking is in het hart, dan is dat even goed zo
in de hersenen en in de aders van de benen etc. Is dus
een algeheel proces)
Risicofactoren (levensstijl factoren + persoonlijke factoren)
= Combinatie van factoren die worden geassocieerd met
verhoogd risico op cardiovasculaire, ischaemische aandoening (Framingham heart study)

Verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol zou de incidentie op hart en vaatziekte
verhogen.

Recentere risicofactoren: verminderde fysieke activiteit/ sedentaire levensstijl (wordt sterk
gelinkt aan verhoogd cardiovasculair risico (meer bepaald ischemisch hartlijden of proces
van atherosclerose))

,Risicofactoren (op atherosclerose)
- Leeftijd (hoe ouder, hoe meer risico op atherosclerose. Proces stelt zich vrij snel in)
≥ 45j man
≥ 55j vrouw (na de menopauze. Vrouwen zijn hiervoor dus danig hormonaal
beschermd op het voorkomen van ischemische hartaandoeningen. Proces
van atherosclerose wordt wat vertraagd)
- Geslacht
prevalentie man > prevalentie vrouw
- Familiaal
CHD (congenital heart disease) in eerste graad man < 55j, vrouw < 65j (stel
dat je moeder of vader problemen heeft gehad aan zijn hart wanneer dat zij
50j was, dan is dat een verhoogd risico. Hoeft niet samen voor te komen, 1
tak van de familie is voldoende
→ vaak familiair door levensstijl die ze gekend hebben, maar ook genetisch
- Dyslipidemie: (=onevenwicht in de cholesterolspiegel)
LDL > 100 mg.dl-1 (=slechte cholesterol verhoging)
HDL (= goede cholesterol) < 40 mg.dL-1 (Opm: HDL > 60 mg.dL-1 =
negatieve risicofactor!(minder risico op hart en vaatziekten))
- Hypertensie = verhoogde bloeddruk
BP ≥ 140/90 mm Hg of antihypertensieve medicatie
- Roken
- Diabetes
Verschillende manieren om suikerziekte te beoordelen.
- Op basis van de hemoglobine A1C → geeft
gemiddelde suikergehalte in het bloed weer over
een langdurige periode (aantal maanden)
- Op basis van een fasting bloedstaal
→ nuchter bloedstaal, kan snel gemaakt worden
=minder beïnvloedt door lange slechte levensstijl
- Op basis van een hele uitgebreide orale
glucose tolerantie test.
→ wordt enkel uitgevoerd als de patiënt
afwijkende waarden heeft op hemoglobine A1C
of op de nuchtere bloedstaal
→ allemaal andere cutoff waarden.

Met deze tabel ben je in staat om het globaal
cardiovasculair risico van je patiënt iets nauwkeuriger
in te vullen. Op welke manier de risico’s in interactie
gaan met elkaar kan je hier in de chart zien.
Verschillende factoren: leeftijd, totale cholesterol, HDL
cholesterol, bloeddruk, suikerziekte, roken.
Op basis van deze zaken kan je de patiënt indelen in
een groene, blauwe, gele of rode categorie.
→ Gaande van heel laag risico tot hoog risico.
step 3 in chart: absolute risk = risico op coronair
hartinfarct (myocardiaal)

,- Overgewicht/obesitas
overgewicht: BMI > 25
obesitas: BMI > 30
Metabool syndroom. = clustering risicofactoren (oa. middelomtrek, bloeddruk,
triglyceride, HDL, en nuchtere bloedstaal. Wanneer 3 van onderstaande
criteria kunnen worden afgevinkt bij iemand met overgewicht, dan spreken we
dat die persoon metabool syndroom heeft. Dat maakt dat die op zijn beurt
nog een verhoogd risico heeft op hart en vaatziekten en nog een aantal
andere zaken)

3 van de volgende
*MO: man> 102 cm, vrouw> 88 cm
- ik denk dat MO = morbide obesitas
*SBD ≥130 mm Hg, DBD ≥ 85 mm Hg
*Trigl > 150 mg.dL-1
*HDL: man < 40 mg.dL-1, vrouw< 50 mg.dL-1
*fasting glucose in blood ≥ 100 mg.dL-1
- Sedentaire levensstijl
- Psychosociaal
- Depressie
- type D persoonlijkheid (negatieve affectiviteit + sociale inhibitie) (zijn vaak
binnenvetters)
- stress: kan atherosclerose in de hand werken, omwille van de vasoconstrictie
van de bloedvaten. Het is dus niet alleen maar meten en weten, het is ook
luisteren naar je patiënten.
→ BD↑, HR ↑, vasoconstrictie bij endotheliale dysfunctie

,2. Hartfalen

→ zijn al verder, is echt een probleem in het hart.
- Bij hartfalen kan het hart niet op voldoende wijze bloed rondpompen om het
lichaam normaal te laten functioneren (de bloedtoevoer naar spieren, organen,
huid etc. komt in het gedrang. Er is ischemie in het totale lichaam. Kan gaan over de
pompwerking van het hart. Heel specifiek dat linkerventrikel wat faalt. Maar het kan
evengoed een probleem zijn van de vulling. Als het hart niet goed kan vullen, kan er
ook niet veel bloed vertrekken uit het hart)

- Symptomen: Moeheid, Kortademigheid, Gewichtstoename (omwille van het feit dat
het hart om zich te ontlasten veel vocht vanuit het bloed gaat onttrekken en dat gaan
opslaan op andere plekken → oedeem,...), Zwelling van de enkels, Frequent ‘s
nachts opstaan om te plassen (omwille dat het hart zich een beetje aan het helpen
is), Vol gevoel in de bovenbuik (omwille van de vocht opstapeling), Opgezette buik
die pijnlijk en gevoelig is, Verminderde eetlust (omwille van de massa die daar
mogelijks zit), Prikkelhoest (omwille van het feit dat er vocht op de longen zit),
Overdag minder plassen

- Systolisch hartfalen (probleem linker ventrikel): probleem bij uitstootfase
- symptomen HF bij verminderde ejectiefractie (LVEF < 40%) = HFrEF
- Opm: LVEF = EDV - ESV; normaal LVEF = 60-70%
- minder? hartfalen met verminderde ejectiefase (pompfunctie) = HFrEF
- HFmrEF (medium range) = 50% > LVEF > 40% (uitstoot is verminderd)
- Diastolisch hartfalen: probleem bij vullingsfase (als het hart zich niet goed kan
vullen)
- symptomen HF bij bewaarde LVEF = HFpEF

Oorzaken van hartfalen
- ischaemie: één of meerdere infarcten (is heel duidelijk, zeker als ze nadien
restletsels hebben)
- vb: waardoor linker ventrikel genecrotiseerd is en gaat minder goed
samentrekken (uitstoot fasen is gehinderd). Mogelijks ook wat
ritmeproblemen
- veelvoorkomend + vrij duidelijk → andere zaken kunnen minder makkelijk
worden gediagnosticeerd
- langdurig verhoogde bloeddruk
- mensen weten dat pas als het wordt vastgesteld. Mensen meten niet continu
hun bloeddruk. Wanneer dat een keer wordt vastgesteld in combinatie met
een hartfalen episode, zou dat kunnen worden verondersteld als een
mogelijke oorzaak
- gestoorde klepwerking
- ritmeproblematiek
- na chemotherapie, toxiciteit (bv. veel drank/drugs)
- ideopatisch (het is echt niet geweten wat de oorzaak is)
- viraal (virussen die zich kunnen vestigen)
- erfelijk

,Hartfalen is een meer systematische aandoening, is niet alleen een probleem van het hart.
Het is door het hartfalen dat spieren en andere organen minder bevloeid worden. Dit leidt tot
spieratrofie, multipele orgaan falen etc. Hartfalen is een langdurige degeneratieve spiraal die
dat zich daar in zet.
Daarnaast zijn er ook mensen die dat geopereerd zijn geweest aan hun hart (klepoperaties).
Die vallen niet perse binnen het ischemisch gebeuren, vallen niet binnen het hartfalen
gebeuren, die hangen er ergens tussen.

Behandeling: MULTIDISCIPLINAIRE BENADERING VAN DE HARTPATIËNT EN
RISICOFACTOREN
A. VOEDING
B. SOCIALE OF PSYCHOLOGISCHE ONDERSTEUNIG/INTERVENTIES/ROOKSTOP
C. FYSIEKE ACTIVITEIT
Na een incident zal de patiënt meestal veel soorten medicatie moeten nemen (medicatie die
mogelijks de bloeddruk doet verminderen, medicatie die inspeelt op het cholesterol profiel..)
(bij een ischemisch probleem, stent, wordt dit standaard al voorgeschreven. Zelfs al heeft de
patiënt origineel goede cholesterol waarden. Maar zodra er een ischemisch hartprobleem
wordt gediagnosticeerd worden die criteria strengen). Naast het feit dat de mensen hopelijk
iets meer gaan bewegen.

A. Voeding
→ zou handig zijn als mensen geen overgewicht zouden hebben, maar dit is vaak een illusie
- Energieopname vs. energieverbruik (Ze kunnen ofwel minder energie opnemen,
ofwel minder verbruiken, ofwel een combinatie van beiden. Is niet evident, als je
jaren lang weinig bewogen hebt, is het lastig om dit gelijk te trekken aan hetgeen wat
je eet)
- “minder” consumeren van (bewust eten)
- verzadigde vetzuren
- transvetzuren
- caloriedense voedingsmiddelen, kant-en-klaar gerechten
- alcohol
- “meer” consumeren van → als mensen meer groenten en fruit gaan eten gaan ze
waarschijnlijk minder vlees en andere zaken gaan eten.
- groenten en fruit
- noten, zaden, vette vis: in proportie
→ moeten eerlijk blijven tegen de patiënt over zijn haar verwachtingen, gaat niet zo snel uit
het niets opeens heel veel kunnen afvallen

,Vetten: belang statines bij hartpatiënten
- Statines verlagen het cholesterolgehalte in het bloed met 25-45% door het remmen
van de aanmaak van cholesterol in de lever. (is een effect wat we niet kunnen
bereiken door fysieke activiteiten)
- Bij patiënten die reeds gekend zijn met kransslagaderlijden, wordt het doorgaans
toegevoegd aan de therapie (ongeacht het cholesterolniveau). Bij hartpatiënten
streeft men naar een LDL-C van 70 mg/dl. (cut-off waarden is voor deze patiënten
verplaatst)
- Bijwerkingen: spierpijnen of -krampen, die van voorbijgaande aard kunnen zijn. (als
de patiënt hier heel veel last van heeft is het belangrijk deze terug te verwijzen naar
de huisarts of cardioloog, zodat het medicijn misschien aangepast kan worden),
Maagen darmklachten, Vermoeidheid, Hoofdpijn, Duizeligheid
- Meest voorkomende stof- en merknamen: (kan zijn dat de patiënt niet tegen het ene
kan, maar wel tegen het anderen)
1. Atorvastatine (Atorvastatine, Lipitor, Totalip)
2. Simvastatine (Simvastatine, Cholemed, Zocor)
3. Rosuvastatine (Crestor )
4. Pravastatine (Pravastatine, Prareduct)

B. SOCIALE OF PSYCHOLOGISCHE ONDERSTEUNIG/INTERVENTIES/ROOKSTOP
- (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid (eigen waarde kan hierbij naar beneden gaan
(voelen zich nutteloos, weten niet wat doen, lopen thuis de andere mensen voor hun
voeten) → psycholoog kan van toepassing zijn), (deeltijdse) werkhervatting (mensen
komen van een langdurige periode thuis, gaan dan terug aan het werk gaan,
mogelijks eerst deeltijds om te zien hoe gaan ze daar mee om (hoe gaan ze met de
stress om) → psycholoog kan hierbij begeleiden)

- Interventie bij angststoornissen (vaak bij mensen die gereanimeerd zijn geweest.
Mensen kunnen angst ontwikkelen om die activiteit te doen, waar ze bij zijn
neergevallen. Sommige mensen nadien hebben erna een automatische defibrillator
ingeplant gekregen, soms kan die onterecht een shock afvuren (niet alle computers
zijn feilloos), kan bijvoorbeeld gebeuren bij een hoge inspanning, of als die een paar
dagen zijn medicatie is vergeten. Kan voor mentale problemen zorgen)

- Herwinnen emotioneel evenwicht (binnen relatie, gezin, sociale omgeving, werk, …)
- Leren omgaan met de hartziekte (voornamelijk bij patiënten met hartfalen)
- Therapietrouwheid
- Rookstop
- … → andere problemen ter sprake brengen (bv. alcoholstop, drugstop etc.)

,C. FYSIEKE ACTIVITEIT
Doelstellingen:
1. leren kennen van eigen fysieke
grenzen
2. leren omgaan met fysieke
beperkingen
3. optimaliseren van
inspanningsvermogen
4. beoefenen diagnostiek
5. overwinnen angst lichamelijke
inspanning
6. ontwikkelen/ onderhouden van
een lichamelijk actieve leefstijl

Doelstelling zijn vrij ruim.
Iemand vertrouwd maken met de
toestellen, iemand vertrouwd maken met
het eigen lichaam is zeker ook een
belangrijk aspect.
3de doelstelling is een van de
belangrijkste. Is 1 van de doelstelling
waarvoor wij worden aangesproken door
de huisarts of cardioloog


FYSIEKE ACTIVITEIT: exercise based rehabilitation
- Niet-bewegen als risicofactor
- Moris et al. “London Bus Study”; Hogere
mortaliteit + morbiditeit
- Paffenbarger et al. “vragenlijst over levensstijl
+ sportparticipatie” en follow-up gedurende
12-16j; link tussen hoeveelheid beweging en
mortaliteit (op de x-as zie je het kcal extra per
week dat mensen deden door verhoogde
fysieke activiteit. In het rood zie je het relatief risico om te overlijden)
- Relatief risico op overlijden daalt naarmate mensen meer fysiek actief zijn.
- Hoe zwaarder je bent, hoe meer calorieën je gaat verbranden tijdens het
sporten. (hoe hoger je calorische afgifte gaat zijn wanneer je je lichaam in
beweging zet. Hoe meer massa, hoe meer energie het kost om die massa in
beweging te zetten)

Sporten kan minder gezond zijn als je een extreem hoog volume van sport doet
Gezond sporten voor patiënten! (mensen mogen echt wel wat actief bewegen voordat het
ongezond wordt)

, Studie waarbij mensen 2x werden gemeten:
1. eerste meting
2. tweede meting na 6 maanden (in de tussentijd
hebben mensen gewoon gedaan wat ze
gewoon zijn om te doen)
→ kijken naar fysieke fitheid

Mensen mochten gewoon eigen levensstijl aanhouden,
maar sommige mensen werden intern gemotiveerd om
een beter resultaat te halen (omdat ze bv. vonden dat
zo’n maximale inspanningstest heel zwaar was, ze
wilden dat dat binnen 6 maanden beter ging zijn) en
gingen op eigen houtje sporten.

→ resultaten op basis van leeftijd:
- hoe ouder, hoe hoger de kans dat we gaan
overlijden, maar ook hier is dit belangrijk want
het kan voordelig zijn (de mensen die niet fit
waren bij aanvang hebben het grootste risico
op vroegtijdig overlijden, door de gevolgen van
eender welke oorzaak) (niet alleen hart en
vaatziekten, maar ook andere oorzaken = gele
balken.)

Grijze balken waren de mensen die niet fit waren bij
het eerste onderzoek, maar wel fitter waren bij het 2de
onderzoek. Het relatief risico is bij deze mensen al
verminderd binnen elke leeftijdscategorie.

De donkerblauwe zijn de mensen die fit waren bij
aanvang en fit zijn gebleven.

Het relatief risico is het hoogste bij de 60+. Hoe ouder
we zijn, hoe hoger de kans dat we gaan overlijden.

Horen vaak sporten is toch niet gezond, of ik ben nu al
zo oud waarom zou ik nog moeten starten. Binnen
hartrevalidatie wordt de fysieke activiteit of de
revalidatie als core component gezien.
Je hebt daar wel je dieet opvolging en psychologische
opvolging. Bewegingscomponent is het belangrijkste
binnen de revalidatie van hart en vaatziekten.


- Inspanningscapaciteit (VO2peak) (= zuurstofopnamecapaciteit) is een sterkere
voorspeller van mortaliteit door hart- en vaatziekten dan om het even welke andere
gekende risicofactor dan ook.
→ Als je een hoge VO2peak hebt, ben je in een betere fysieke toestand en reduceer
je het risico op vroegtijdig overlijden en cardiovasculair risico. Is een complex
onderzoek
- Elke verhoging met 1 Metabool Equivalent (1 Met=3,5 ml O2/kg/min) (die 3.5 is niet
altijd mogelijk, zeker in het begin) in maximale inspanningscapaciteit komt overeen
met 12 % reductie in (vroegtijdige) mortaliteit.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmatth. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.55
  • (0)
  Add to cart